H8D1 - BBL

Welke van de volgende kenmerken zijn secundaire geslachtskenmerken?
A
Schaamlippen
B
Penis
C
Ongesteldheid
D
Lange haren
1 / 20
volgende
Slide 1: Quizvraag
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Welke van de volgende kenmerken zijn secundaire geslachtskenmerken?
A
Schaamlippen
B
Penis
C
Ongesteldheid
D
Lange haren

Slide 1 - Quizvraag

Een jongen is vruchtbaar
als hij een stijve penis krijgt.
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Wat gebeurt er
NIET
bij een groeispurt?
A
Er vindt celdeling plaats
B
Er vindt celgroei plaats
C
De hypofyse maakt groeihormoon
D
Er vindt een bevruchting plaats

Slide 3 - Quizvraag

In de puberteit maakt
de hypofyse zaadcellen bij jongens.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Erectie ontstaat
doordat er ......
A
sperma in het zwellichaam wordt gepompt
B
bloed in het zwellichaam wordt gepompt
C
voorvocht in het zwellichaam wordt gepompt
D
zaadcellen in het zwellichaam wordt gepompt

Slide 5 - Quizvraag

Wat gebeurt er
bij de ovulatie?
A
een deel van het baarmoederslijmvlies laat los
B
een rijpe eicel komt vrij uit de eierstokken
C
een eicel komt terecht in de baarmoeder
D
een eicel wordt bevrucht in de eileider

Slide 6 - Quizvraag

Een meisje is vruchtbaar
als ze een eisprong heeft.
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Waar komen de zaadcellen
de eicel tegen bij bevruchting?
A
in de baarmoeder
B
in een eileider
C
in de vagina
D
op de eierstokken

Slide 8 - Quizvraag

Welk voorbehoedmiddel
beschermt tegen soa's?
A
de pil
B
een condoom
C
het spiraaltje

Slide 9 - Quizvraag

Sperma verlaat het lichaam
via de zaadleider.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Waar worden
de zaadcellen gemaakt?
A
in de prostaat
B
in de bijballen
C
in het zaadblaasje
D
in de zaadballen

Slide 11 - Quizvraag

Welke geslachtskenmerken zijn
vanaf de geboorte zichtbaar?
A
de primaire
B
de secundaire
C
de primaire en de secundaire
D
geen van beiden

Slide 12 - Quizvraag

De hypofyse is een soort
hormoon dat in je hersenen zit.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Wat gebeurt er
bij de bevruchting?
A
er komt een rijpe eicel vrij van de eierstok
B
de baarmoederslijmvlies wordt afgestoten
C
na een periode van 3 weken vindt menstruatie plaats
D
de kernen van een zaadcel en een eicel versmelten met elkaar

Slide 14 - Quizvraag

Welk voorbehoedmiddel wordt door een dokter in de baarmoeder geplaatst?
A
de morning-after pil
B
het spiraaltje
C
de vouwencondoom

Slide 15 - Quizvraag

Vanaf de puberteit kunnen jongens en meisjes samen kinderen krijgen.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag


Waaruit bestaat sperma?
A
zaadcellen
B
zaadvocht
C
zaadcellen en zaadvocht
D
zaadcellen en urine

Slide 17 - Quizvraag

Hoe heet het proces waarbij
de vrouwen elke vier weken
een rijpe eicel vrijkomt?
A
ongesteldheid
B
ovulatie
C
bevruchting
D
menstruatie

Slide 18 - Quizvraag

Menstruatie is een
ander woord voor .....
A
Masturbatie
B
Ovulatie
C
Bevruchting
D
Ongesteldheid

Slide 19 - Quizvraag

In welk voorbehoedmiddel
zitten altijd hormonen?
A
een condoom
B
de pil
C
glijmiddel
D
het spiraaltje

Slide 20 - Quizvraag