3V-310/311

Welkom
Op je tafel:




In je tas opgeborgen:

Leesboek
Natuurkunde papieren
Natuurkunde schrift
Pen of potlood
Telefoon
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom
Op je tafel:




In je tas opgeborgen:

Leesboek
Natuurkunde papieren
Natuurkunde schrift
Pen of potlood
Telefoon

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen?

  • Huiswerk bespreken
  • Start met 3.4
  • Quiz
  • Opdrachten maken
  • Volgende les: practicum

Slide 3 - Tekstslide

IRU
Opdracht 39

Slide 4 - Tekstslide

a) De stroomsterkte in een serieschakeling is overal gelijk.
Ibron=RtotUbron=R1+R2+R3U
IRU
Opdracht 39

Slide 5 - Tekstslide

a) De stroomsterkte in een serieschakeling is overal gelijk.
Ibron=RtotUbron=R1+R2+R3U
Ibron=10+20+3012=0,20A
IRU
Opdracht 39

Slide 6 - Tekstslide

b) De spanning in een serieschakeling splitst zich op.
U=RI=100,20=2,0V
IRU
Opdracht 39

Slide 7 - Tekstslide

Hoe verschillen laders van elkaar?

Slide 8 - Tekstslide

Vermogen
Het vermogen van een apparaat geeft aan hoe snel het energie verbruikt.

Slide 9 - Tekstslide

Vermogen
Het vermogen van een apparaat geeft aan hoe snel het energie verbruikt.
P=UI
UIP
P is het vermogen in Watt (W)
U is de spanning in volt (V)
I is de stroomsterkte in ampère (A)

Slide 10 - Tekstslide

Vermogen
P=UI
Spanning (U) geeft aan hoeveel energie een elektron mee krijgt.
Stroomsterkte (I) geeft aan snel elektronen door de stroomkring bewegen.

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld
Een kleine elektromotor levert een vermogen van 200 W.

De accu waar deze elektromotor op is aangesloten levert een spanning van 24 V.

Wat is de stroomsterkte door de motor?

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld
P = 200W
U = 24V
I?
Een kleine elektromotor levert een vermogen van 200 W.

De accu waar deze elektromotor op is aangesloten levert een spanning van 24 V.

Wat is de stroomsterkte door de motor?

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeld
P = 200W
U = 24V
I?
Een kleine elektromotor levert een vermogen van 200 W.

De accu waar deze elektromotor op is aangesloten levert een spanning van 24 V.

Wat is de stroomsterkte door de motor?
UIP

Slide 14 - Tekstslide

Voorbeeld
P = 200W
U = 24V
I?


Een kleine elektromotor levert een vermogen van 200 W.

De accu waar deze elektromotor op is aangesloten levert een spanning van 24 V.

Wat is de stroomsterkte door de motor?
UIP
I=UP=24200=8,33A

Slide 15 - Tekstslide

Aan het werk
Maak opdracht
49, 52, 53

timer
10:00
Huiswerk

Slide 16 - Tekstslide

Welke formule is juist?
UIP
A
U= I / P
B
U=P x I
C
P = U / I
D
P = U x I

Slide 17 - Quizvraag

Welke uitspraak klopt?
A
Vermogen geeft aan hoe snel iets energie gebruikt.
B
Vermogen geeft aan hoeveel energie iets gebruikt.
C
Vermogen geeft aan hoe snel iets spanning gebruikt.
D
Vermogen geeft aan hoeveel spanning iets gebruikt.

Slide 18 - Quizvraag

Vermogen
Weerstand
Spanning
Stroomsterkte
Watt
Volt
Ampere
Ohm

Slide 19 - Sleepvraag

Snelle ronde! 

10 seconde per vraag

Slide 20 - Tekstslide

De snelheid waarmee elektronen door een stroomkring bewegen noemen we:
A
weerstand
B
spanning
C
stroomsterkte
D
geleidbaarheid

Slide 21 - Quizvraag

Hoe makkelijk een apparaat stroom doorlaat noemen we:
A
weerstand
B
spanning
C
vermogen
D
geleidbaarheid

Slide 22 - Quizvraag

Hoeveel energie een bron aan een elektron meegeeft noemen we:
A
weerstand
B
spanning
C
vermogen
D
lading

Slide 23 - Quizvraag

De snelheid waarmee een apparaat energie verbruikt noemen we:
A
weerstand
B
elektriciteit
C
vermogen
D
lading

Slide 24 - Quizvraag

Hoe moeilijk een apparaat stroom doorlaat noemen we:
A
weerstand
B
elektriciteit
C
spanning
D
lading

Slide 25 - Quizvraag

Aan het werk
Maak opdracht
49, 52, 53

timer
10:00
Huiswerk

Slide 26 - Tekstslide

Volgende les: practicum

1) in groepjes van 2 of 3.

2) Je hoeft niets te leren.

Slide 27 - Tekstslide

 Opdracht 33a
B



Bereken eerst de totale geleidbaarheid door de geleidbaarheid van beide weerstanden bij elkaar op te tellen.
Bereken daarna de stroomsterkte door de totale geleidbaarheid keer de netspanning te doen. 

Slide 28 - Tekstslide

Opdracht 37

Slide 29 - Tekstslide

Practicum opstelling
  1. Stel de spanningsbron in op de juiste
    beginspanning en zet deze weer uit. 
  2. Sluit het component aan met de 
    amperemeter in serie.
  3. Sluit de voltmeter parallel aan.

Slide 30 - Tekstslide

Aan het werk
Maak opdracht
39 en 45

timer
10:00
Huiswerk
Klaar?
maak opdracht 41

Slide 31 - Tekstslide

Welke formule klopt?
IRU
A
I=R/U
B
R=U*I
C
U=I*R
D
I=R*U

Slide 32 - Quizvraag

Welke formule klopt?
GUI
A
G=U/I
B
I=U*G
C
G=U*I
D
U=G/I

Slide 33 - Quizvraag

Welke uitspraak is juist?
A
Een amperemeter sluit je in serie aan, een voltmeter parallel.
B
Een amperemeter en voltmeter sluit je beide in serie aan.
C
Een amperemeter sluit je parallel aan, een voltmeter in serie.
D
Een amperemeter en voltmeter sluit je beide parallel aan.

Slide 34 - Quizvraag