310

Zoek je plek.        
Pak je
spullen
Lees in je 
leesboek
Deze les:
- Lezen

Afmaken 3.3
- HW nakijken
Start 3.4
- Wat is vermogen?

Opdrachten maken
Afronden






5 min


10 min

10 min



10 min
5 min









1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Zoek je plek.        
Pak je
spullen
Lees in je 
leesboek
Deze les:
- Lezen

Afmaken 3.3
- HW nakijken
Start 3.4
- Wat is vermogen?

Opdrachten maken
Afronden






5 min


10 min

10 min



10 min
5 min









Slide 1 - Tekstslide

Lezen
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

week 3
verder met 3.3
verder met 3.3
week 4
afmaken 3.3 
start 3.4
week 5
verder met 3.4
[uitval]
week 6
afmaken 3.4 
PO voorbereiden
week 7
TOETSWEEK (PO)
TOETSWEEK (PO)
week 8
Vakantie
Vakantie
week 9
Samenvatten
Oefentoets
week 10
Toets H3 (3.1 t/m 3.4)

Slide 6 - Tekstslide

Antwoord a
  • Gegevens:
    R = 10 Ohm
    U = 120 V
  • Gevraagd:
    I = ?
  • Formule:
    I = U / R
  • Berekening:
    I = 120 / 10 = 12 A
  • Antwoord:
    I = 12 A

Slide 7 - Tekstslide

Antwoord c
  • Gegevens:
    R1 = 10 Ohm en   R2 = 100 Ohm
  • Gevraagd:
    G1 en G2
  • Formule:
    G = 1 / R
  • Berekening:
    G1 = 1/10 = 0,1       G2 = 1/100=0,01
  • Antwoord:
    G1= 0,1 S                G2 = 0,01 S

Slide 8 - Tekstslide

Antwoord d
  • Gegevens:
    G1= 0,1 S         G2 = 0,01 S
    U = 120 V
  • Gevraagd:
    Itot = ?
  • Formule:
    I = G / U
  • Berekening:
    I = (0,1 + 0,01) / 120 = 0,00092 S
  • Antwoord:
    I = 0,00092 S

Slide 9 - Tekstslide

Antwoord a
  • Gegevens:
    R = 75 Ohm
    U = 120 V
  • Gevraagd:
    I = ?
  • Formule:
    I = U / R
  • Berekening:
    I = 120 / 75 = 1,6 A
  • Antwoord:
    I = 1,6 A

Slide 10 - Tekstslide

Antwoord c
  • Gegevens:
    R1 = 75 Ohm        R2 = 3,0 Ohm
    U = 120 V
  • Gevraagd:
    I = ?
  • Formule:
    I = U / R
  • Berekening:
    I = 120 / (75+3) = 1,538461538 A
  • Antwoord:
    I = 1,53 A

Slide 11 - Tekstslide

Antwoord a
  • Gegevens:
    G = 0,2 S
    U = 13 V
  • Gevraagd:
    I = ?
  • Formule:
    I = G x U 
  • Berekening:
    I = 0,2 x 13 = 2,6
  • Antwoord:
    I = 2,6 A

Slide 12 - Tekstslide

Antwoord b
  • Gegevens:
    G1 = 0,2 S        G2 = 0,5 S
    U = 13 V
  • Gevraagd:
    Ibron = Itot = ?
  • Formule:
    Itot = Gtot x Utot 
  • Berekening:
    I = (0,2 + 0,5) x 13 = 9,1
  • Antwoord:
    I = 9,1 A

Slide 13 - Tekstslide

Antwoord d
  • Gegevens:
    R1 = 5,0 Ohm        R2 = 2,0 Ohm
    U = 13 V
  • Gevraagd:
    Ibron = Itot = ?
  • Formule:
    I = U / R
  • Berekening:
    I = 13 / (5,0+2,0) = 1,857
  • Antwoord:
    I = 1,9 A

Slide 14 - Tekstslide

Antwoord e
  • Maar één weerstand: I = 2,6 A
  • Parallel weerstand erbij: 9,1 A
  • Stroomsterkte is stegen.
Antwoord f
  • Maar één weerstand: I = 2,6 A
  • Serie weerstand erbij: 1,9 A
  • Stroomsterkte is gedaald.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Hoe verschillen laders van elkaar?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Vermogen
P=UI
Spanning (U) geeft aan hoeveel energie een elektron mee krijgt.
Stroomsterkte (I) geeft aan snel elektronen door de stroomkring bewegen.

Slide 21 - Tekstslide

Vermogen
Het vermogen van een apparaat geeft aan hoe snel het energie verbruikt. Hoe hoger het vermogen, hoe hoger het energieverbruik.

Slide 22 - Tekstslide

Vermogen
Het vermogen van een apparaat geeft aan hoe snel het energie verbruikt. Hoe hoger het vermogen, hoe hoger het energieverbruik.
P=UI
UIP
P is het vermogen in Watt (W)
U is de spanning in volt (V)
I is de stroomsterkte in ampère (A)

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

? W

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Voorbeeld
Een kleine elektromotor levert een vermogen van 200 W.

De accu waar deze elektromotor op is aangesloten levert een spanning van 24 V.

Wat is de stroomsterkte door de motor?

Slide 28 - Tekstslide

Voorbeeld
P = 200W
U = 24V
I?
Een kleine elektromotor levert een vermogen van 200 W.

De accu waar deze elektromotor op is aangesloten levert een spanning van 24 V.

Wat is de stroomsterkte door de motor?

Slide 29 - Tekstslide

Voorbeeld
P = 200W
U = 24V
I?
Een kleine elektromotor levert een vermogen van 200 W.

De accu waar deze elektromotor op is aangesloten levert een spanning van 24 V.

Wat is de stroomsterkte door de motor?
UIP

Slide 30 - Tekstslide

Voorbeeld
P = 200W
U = 24V
I?


Een kleine elektromotor levert een vermogen van 200 W.

De accu waar deze elektromotor op is aangesloten levert een spanning van 24 V.

Wat is de stroomsterkte door de motor?
UIP
I=UP=24200=8,33A

Slide 31 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 51
Maak opdracht 52
We sluiten de les af over:
timer
10:00
Maak opdracht 55

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Huiswerk:
 opdracht 51, 52, 55

Slide 34 - Tekstslide