Have/Has


Welcome!
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


Welcome!

Slide 1 - Tekstslide

De planning:
- Hoe zeg je in het Engels dat je iets hebt of iets niet hebt? Bijvoorbeeld een kat!
- Lessonup vragen 
- Zelfstandig aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
- Aan het einde van deze les kun je have/has gebruiken
- Aan het einde van deze les kun je don't have/doesn't have gebruiken

Slide 3 - Tekstslide

Have
Als je wilt zeggen dat je iets hebt, gebruik je have of has


I have a cat 

Slide 4 - Tekstslide

Have


                 You have a cat

Slide 5 - Tekstslide

Have


                  We have a cat

Slide 6 - Tekstslide

Have


                 They have a cat

Slide 7 - Tekstslide

Has
He/She/It has a cat                            

Slide 8 - Tekstslide

Have of has?
I
Have
You
Have
He/She/It
Has
We
Have
You 
Have
They
Have
I have a dog
You have a dog
He/She/It has a dog
We have a dog
You have a dog
They have a dog

Slide 9 - Tekstslide

Maar wat nou als je geen kat hebt?? :(


         I don't have a cat

Slide 10 - Tekstslide

Don't have


         You don't have a cat

Slide 11 - Tekstslide

Don't have


        We don't have a cat

Slide 12 - Tekstslide

Don't have


         They don't have a cat

Slide 13 - Tekstslide

Doesn't have


He/She/It doesn't have a cat

Slide 14 - Tekstslide

Don't of Doesn't?
I
Don't
You
Don't
He/She/It
Doesn't
We
Don't
You 
Don't
They
Don't
don't have a cat
You don't have a cat
He/She/It doesn't have a cat
We don't have a cat 
You don't have a cat
They don't have a cat

Slide 15 - Tekstslide

Let op!

Slide 16 - Tekstslide

Chickens ______ feathers
A chicken ______ feathers
Dogs ______ ears
A dog ______ ears
You ______ a dog
She ______ a dog

Slide 17 - Tekstslide

Tijd om te oefenen!

Pak je telefoon erbij

Slide 18 - Tekstslide

You
We 
They
He
She
It
Have
Don't have
Doesn't have
Has

Slide 19 - Sleepvraag

I .... a dog
A
Have
B
Has

Slide 20 - Quizvraag

Lisa ... a new car
A
Have
B
Has

Slide 21 - Quizvraag

They ..... a cat
A
Have
B
Has

Slide 22 - Quizvraag


We ...... ...... money
A
Don't have
B
Doesn't have

Slide 23 - Quizvraag

That boy ..... ..... a coat
A
Don't have
B
Doesn't have

Slide 24 - Quizvraag


I .... .... shoes!
A
Don't have
B
Doesn't have

Slide 25 - Quizvraag

Ik snap have / has
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Om dit onderwerp beter te begrijpen wil ik graag:
A
Meer uitleg
B
Meer oefenen
C
Niks, ik snap het

Slide 27 - Quizvraag

Worksheet!
- Minuten om de worksheet te maken
- Dan samen nakijken
 
timer
5:00

Slide 28 - Tekstslide

Aan de slag met:
BKT: 46, 49, 50
GT: 23, 25, 26, 27

Slide 29 - Tekstslide

Lesafsluiting
- Wat vond ik van de les?
- Wat vonden jullie van de les?
- Stoelen aanschuiven, tafels recht, alles netjes achterlaten

Slide 30 - Tekstslide