Les7a U2

Ga naar Lesson-up en type de PIN in.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ga naar Lesson-up en type de PIN in.

Slide 1 - Tekstslide

Programme d'aujourd'hui
Répéter Apprendre 1-5
Répéter Pouvoir, kloktijden, bezittelijk voornaamwoord



Slide 2 - Tekstslide

tu te le souviens?
werkwoorden staan in het Frans altijd vlak bij elkaar.

Onderwerp + gezegde + eventueel 2e werkwoord + activiteit 
je
il
nous
ils
peux
peut
pouvons
peuvent

chanter
écouter
écrire
finir
une chanson
la radio
un texte
les devoirs

Slide 3 - Tekstslide

Clique sur le lien.  (klik op de link)

Slide 4 - Tekstslide

                                        Exercice
De digitale tijd als laatste item.

Slide 5 - Tekstslide

Bezittelijk voornaamwoord
Kenmerken:
In het Nederlands 1 vorm per persoon.
(mijn, jouw, zijn, haar, ons, julie, uw, hun)

In het Frans 3 per persoon.
Afhankelijk of het "bezit" mannelijk, vrouwelijk of meervoud is.

Kijk dus eerst naar het "bezit" en bepaal dan welke vorm je nodig hebt.

Slide 6 - Tekstslide

Waar moet je op letten als je het juiste bezittelijk voornaamwoord wilt gebruiken?
A
Kijk of de eigenaar mannelijk (enk of mv) of vrouwelijk (enk of mv) is.
B
Kijk of het bezit mannelijk (enk of mv) of vrouwelijk (enk of mv) is.

Slide 7 - Quizvraag

ta
mes
ses
ma
ons/ onze
uw / jullie
hun
mon
sa
tes
son
mijn
jouw
zijn / haar
notre
leur
vos
votre

Slide 8 - Sleepvraag

Vertaal:
Haar broer heeft een vriendin.

Slide 9 - Open vraag

Zijn vriendin is aardig.

Slide 10 - Open vraag

Wat is bijzonder bij vrouwelijke woorden die met een klinker of een "h" beginnen in combinatie met een bezittelijk voornaamwoord?
Geef 2 correcte voorbeelden.

Slide 11 - Open vraag

Bezittelijk voornaamwoord.
Bekijk page 64. Lees deze goed door.
Maak vervolgens 16a
Luister naar gesprekken van 16b
Exercice 16c: Kijk naar het "bezit" en bepaal welke bezittelijk voornaamwoord je nodig hebt.

Slide 12 - Tekstslide

Au travail

Les devoirs

Herhalen Apprendre 1-5
Herhalen bezittelijk voornaamwoord
Pouvoir
afmaken en 16

Slide 13 - Tekstslide

C'est la fin

Slide 14 - Tekstslide