DRAAIBOEK isk

Activiteit organiseren
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
Activiteiten Doelgroepen BewegenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Activiteit organiseren

Slide 1 - Tekstslide

Pen en papier?
Of anders laptop / mobiel voor aantekeningen.

Waarom deze les? Jullie hebben gekozen voor de keuzemodule Evenementen. Hierbij is het heel handig om kennis te hebben van het maken van een draaiboek. 

Doel van de les: het maken van een draaiboek. 
Draaiboek
Wat is een draaiboek?

Waar gebruik je het voor?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een draaiboek? 
een algemene benaming voor een medium/communicatiemiddel, dat refereert aan een gebeurtenis, script of evenement, waarin tot in detail beschreven staat wat er gebeuren moet, welke middelen daarvoor nodig zijn en wie welke taken heeft.

Waarom gebruik je een draaiboek?
bv:
- vooraf de werkzaamheden goed in beeld krijgen
- wie heb je allemaal nodig
- wat heb je allemaal nodig
- op het moment zelf de regie goed kunnen voeren, gaat alles nog volgens planning?
Draaiboek voor, tijdens en na
Je hebt voor het organiseren van een evenement te maken met meerdere draaiboeken:
  • een draaiboek voor (voorbereiding/planning)
  • een draaiboek tijdens (opbouw, uitvoering en afbouw)
  • en een draaiboek na (nazorg, afwikkeling, evaluatie)
  




Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn onderstaande beweringen over het draaiboek tijdens 
waar of niet waar?  

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  1. WIE? Voor wie, welke leeftijdsgroepen wil je een activiteit gaan organiseren 

  2. WAT? Wat doen? Dit heeft te maken wat voor een doelgroep c.q. leeftijdsgroep je voor ogen hebt. 

  3. WAAR? Als je weet wat voor een activiteit voor wie gaat organiseren moet je gaan plannen waar je deze activiteit kunt gaan houden. Houdt hierbij rekening met de doelgroep. 

  4. WANNEER? Je moet hierbij rekening houden met bijv.: (School)vakanties, beschikbaarheid van de accommodatie zelf, wordt er nog meer georganiseerd op dat moment? En houd rekening met de voorbereidingstijd die je nodig hebt!

  5. WELKE manier? Hoe en op welke manier ga jij deze activiteit op dat tijdstip in die accommodatie met deze groep mensen organiseren? 

  6. WAT daarna? Als de activiteit afgelopen is, is de organisatie nog niet afgelopen. Want er moet nog opgeruimd worden, maar het nabespreken (evalueren) van de activiteit is eigenlijk nog belangrijker. 
  7. Waarom? Omdat je n.a.v. de evaluatie weer kunt leren voor een volgende keer. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opstellen dag-draaiboek
Maak gebruik van de kwaliteiten van de mensen die helpen met het evenement

Het dag-draaiboek bevat in chronologische volgorde alle werkzaamheden die op de dag zelf gedaan moeten worden

Verder geef je weer wie & wat moet gebeuren op welk moment (tijdens de voorbereiding en tijdens het evenement zelf en daarna!)




Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken
  • Wat?  2 opdrachten: Zie It's Learning 
  • Het doel --> de minimale voorraad herkennen en mee kunnen rekenen


  •   Hoe?     IN jouw groepje
  •   Tijd?     25 min
  •   Klaar?   Ga door met jouw product.
                      

                      
timer
25:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies