Je weet in welke volgorde je een informerende tekst in elkaar zet.
Je start met het typen van je informerende tekst.
Slide 5 - Tekstslide
Informerende tekst
Doel: informeren
Kenmerken: objectief, controleerbaar, geen mening
Publiek: leeftijdsgenoten
aantal woorden: minimaal 400
Slide 6 - Tekstslide
Afsluiting 1 vwo
Huiswerk volgende les:
x
Slide 7 - Tekstslide
Les 2
Slide 8 - Tekstslide
Terugblik
Spelling:
Je kent de regels achter de bezitsvorm en het verkleinwoordje.
Schrijven:
Je weet in welke volgorde je een informerende tekst moet typen. Je hebt het middenstuk af.
Slide 9 - Tekstslide
Schrijven
Je weet waar je op moet letten bij het schrijven van je slot.
Je weet waar je op moet letten bij het schrijven van de inleiding.
Slide 10 - Tekstslide
Opdracht 1 inleiding
Stel, je schrijft een spannend verhaal. Wat is je eerste zin? Noteer deze in je schrift.
Slide 11 - Tekstslide
Opdracht 2 inleiding
Je eerste zin van je informerende tekst begint met de bovenstaande 2 woorden. Maak de zin af.
Wat is het effect op de lezer denk je?
Slide 12 - Tekstslide
Opdracht 3 slot
Samenvatting of conclusie:
samenvatting
onderstreep alle kernzinnen. Probeer deze samen te vatten in 1 of 2 zinnen.
conclusie
Welke vragen stelde je in de inleiding en wat is daarop het antwoord?
Slide 13 - Tekstslide
Opdracht in tweetallen
Werk verder aan jullie informerende tekst. Typ eerst het middenstuk, dan het slot en als laatste de inleiding boven de tekst met de titel. Vergeet niet om jullie namen onderaan de tekst te zetten.
Slide 14 - Tekstslide
Afsluiting 1 vwo
Huiswerk volgende les:
wk 9: 3 maart 1-toets verkleinwoorden en bezitsvorm