H5 Quiz begrippen

Economie

Quiz begrippen H6

Niet alleen op de wereld
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EcoMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Economie

Quiz begrippen H6

Niet alleen op de wereld

Slide 1 - Tekstslide

Wat heb je geleerd van dit hoofdstuk?

Slide 2 - Open vraag

Ontwikkelingslanden zijn:
A
landen die goed ontwikkeld zijn
B
landen waar de productie en inkomens hoog zijn
C
landen waar de productie en inkomens laag zijn

Slide 3 - Quizvraag

Het tekort aan essentiële voedingsmiddelen heet:
A
voedingstekort
B
ondervoeding

Slide 4 - Quizvraag

Als een deel van de bevolking boven de 15 jaar niet kan lezen of schrijven heet dat:
A
analfabetisme
B
geletterdheid

Slide 5 - Quizvraag

inkomensverdeling betekent:
A
de manier waarop personen hun geld verdelen
B
dat geld eerlijk wordt verdeeld
C
de manier waarop het totale inkomen van een groep personen is verdeeld over deze personen

Slide 6 - Quizvraag

nationaal inkomen per hoofd van de bevolking:
A
gemiddeld inkomen per persoon
B
gemiddeld jaarinkomen per persoon
C
gemiddeld jaarinkomen per persoon in een land

Slide 7 - Quizvraag

nationaal inkomen:
A
het inkomen van de koning
B
de som van alle inkomens in de wereld
C
de som van alle inkomens
D
de som van alle inkomens in een land

Slide 8 - Quizvraag

monocultuur:
A
een groot deel van een land is het zelfde
B
een groot van de export van een land bestaat uit één grondstof

Slide 9 - Quizvraag

De verhouding tussen de gemiddelde exportprijzen en de gemiddelde importprijzen noem je:
A
gelijke handel
B
ruilhandel
C
fair trade
D
ruilvoet

Slide 10 - Quizvraag

Een grondstoffenfonds is een instelling die:
A
grondstoffen koopt
B
grondstoffen verkoopt
C
de prijs van een grondstof controleert
D
de prijs van een grondstof stabiel maakt door de aan-en verkoop van een grondstof

Slide 11 - Quizvraag

Een multinational:
A
is een onderneming met vestigingen in veel landen
B
iemand die in verschillende landen heeft gewoond
C
iemand met verschillende nationaliteiten

Slide 12 - Quizvraag

Hulp om de ergste gevolgen van een natuurramp of oorlog op te vangen heet:
A
goede hulp
B
noodhulp
C
structurele hulp
D
gebonden hulp

Slide 13 - Quizvraag

Hulp die een blijvende oplossing biedt voor een ontwikkelingsland heet
A
gebonden hulp
B
structurele hulp
C
noodhulp
D
noodzaak

Slide 14 - Quizvraag

Steun aan een ontwikkelingsland in de vorm van producten (dus geen geld) die van het hulpverlenende land komen heet:
A
noodhulp
B
gebonden hulp
C
structurele hulp
D
producthulp

Slide 15 - Quizvraag