H5.6 Ontwikkelingssamenwerking

Ontwikkelingslanden zijn
A
Landen die goed ontwikkeld zijn
B
Landen waar de productie en inkomens hoog zijn
C
Landen waar de productie en inkomens laag zijn
1 / 17
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Ontwikkelingslanden zijn
A
Landen die goed ontwikkeld zijn
B
Landen waar de productie en inkomens hoog zijn
C
Landen waar de productie en inkomens laag zijn

Slide 1 - Quizvraag

Het tekort aan essentiële voedingsmiddelen heet
A
voedingstekort
B
ondervoeding

Slide 2 - Quizvraag

Als een deel van de bevolking boven de 15 jaar niet kan lezen of schrijven heet dat:
A
analfabetisme
B
geletterdheid

Slide 3 - Quizvraag

inkomensverdeling betekent
A
de manier waarop personen hun geld verdelen
B
dat geld eerlijk wordt verdeeld
C
de manier waarop het totale inkomen van een groep personen is verdeeld over deze personen

Slide 4 - Quizvraag

nationaal inkomen per hoofd van de bevolking:
A
gemiddeld inkomen per persoon
B
gemiddeld jaarinkomen per persoon
C
gemiddeld jaarinkomen per persoon in een land

Slide 5 - Quizvraag

nationaal inkomen
A
het inkomen van de koning
B
de som van alle inkomens in de wereld
C
de som van alle inkomens
D
de som van alle inkomens in een land

Slide 6 - Quizvraag

monocultuur
A
een groot deel van een land is het zelfde
B
een groot van de export van een land bestaat uit één grondstof

Slide 7 - Quizvraag

De verhouding tussen de gemiddelde exportprijzen en de gemiddelde importprijzen noem je
A
gelijke handel
B
ruilhandel
C
fair trade
D
ruilvoet

Slide 8 - Quizvraag

Een grondstoffenfonds is een instelling die
A
grondstoffen koopt
B
grondstoffen verkoopt
C
de prijs van een grondstof controleert
D
de prijs van een grondstof stabiel maakt door de aan-en verkoop van een grondstof

Slide 9 - Quizvraag

Een multinational
A
is een onderneming met vestigingen in veel landen
B
iemand die in verschillende landen heeft gewoond
C
iemand met verschillende nationaliteiten

Slide 10 - Quizvraag

Hulp om de ergste gevolgen van een natuurramp of oorlog op te vangen heet
A
goede hulp
B
noodhulp
C
structurele hulp
D
gebonden hulp

Slide 11 - Quizvraag

Hulp die een blijvende oplossing biedt voor een ontwikkelingsland heet
A
gebonden hulp
B
structurele hulp
C
noodhulp
D
noodzaak

Slide 12 - Quizvraag

Stein aan een ontwikkelingsland in de vorm van producten (dus geen geld) die van het hulpverlenende land komen heet
A
noodhulp
B
gebonden hulp
C
structurele hulp
D
producthulp

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video