Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Test bij les 9 (lezen en tussenletters)
ZELFTEST tussenletters
1 / 25
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t, mavo
Leerjaar 4
In deze les zitten
25 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
ZELFTEST tussenletters
Slide 1 - Tekstslide
Je kunt
tussenletters
in samentellingen correct gebruiken
Slide 2 - Tekstslide
Soms moet je tussenletters gebruiken om een goede samenstelling te maken.
Wanneer gebruik je de tussenletter -e-? Noteer drie regels.
Slide 3 - Open vraag
Welke regel is van toepassing?
brekebeen
A
Het eerste deel gaat over iets waarvan er echt maar één is
B
Het eerste deel heeft behalve een meervoud op -en ook een meervoud op -s
C
Het eerste deel heeft een versterkende betekenis
D
Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord
Slide 4 - Quizvraag
Welke regel is van toepassing?
mallemolen
A
Het eerste deel gaat over iets waarvan er echt maar één is
B
Het eerste deel heeft behalve een meervoud op -en ook een meervoud op -s
C
Het eerste deel heeft een versterkende betekenis
D
Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord
Slide 5 - Quizvraag
Welke regel is van toepassing?
maneschijn
A
Het eerste deel gaat over iets waarvan er echt maar één is
B
Het eerste deel heeft behalve een meervoud op -en ook een meervoud op -s
C
Het eerste deel heeft een versterkende betekenis
D
Het eerste deel heeft alleen een meervoud op -en
Slide 6 - Quizvraag
Welke regel is van toepassing?
beregoed
A
Het eerste deel gaat over iets waarvan er echt maar één is
B
Het eerste deel heeft behalve een meervoud op -en ook een meervoud op -s
C
Het eerste deel heeft een versterkende betekenis
D
Het eerste deel heeft alleen een meervoud op -en
Slide 7 - Quizvraag
Welke regel is van toepassing?
keuzestress
A
Het eerste deel gaat over iets waarvan er echt maar één is
B
Het eerste deel heeft behalve een meervoud op -en ook een meervoud op -s
C
Het eerste deel heeft een versterkende betekenis
D
Het eerste deel heeft alleen een meervoud op -en
Slide 8 - Quizvraag
Welke regel is van toepassing?
zonnepaneel
A
Het eerste deel gaat over iets waarvan er echt maar één is
B
Het eerste deel heeft behalve een meervoud op -en ook een meervoud op -s
C
Het eerste deel heeft een versterkende betekenis
D
Het eerste deel heeft alleen een meervoud op -en
Slide 9 - Quizvraag
Welke regel is van toepassing?
kattenbak
A
Het eerste deel heeft geen meervoud
B
Het eerste deel heeft behalve een meervoud op -en ook een meervoud op -s
C
Het eerste deel heeft een versterkende betekenis
D
Het eerste deel heeft alleen een meervoud op -en
Slide 10 - Quizvraag
Welke regel is van toepassing?
boordevol
A
Het eerste deel heeft geen meervoud
B
Het eerste deel heeft behalve een meervoud op -en ook een meervoud op -s
C
Het eerste deel heeft een versterkende betekenis
D
Het eerste deel heeft alleen een meervoud op -en
Slide 11 - Quizvraag
Welke regel is van toepassing?
secondewijzer
A
Het eerste deel heeft geen meervoud
B
Het eerste deel heeft behalve een meervoud op -en ook een meervoud op -s
C
Het eerste deel heeft een versterkende betekenis
D
Het eerste deel heeft alleen een meervoud op -en
Slide 12 - Quizvraag
Welke regel is van toepassing?
rozenstruik
A
Het eerste deel heeft geen meervoud
B
Het eerste deel heeft behalve een meervoud op -en ook een meervoud op -s
C
Het eerste deel heeft een versterkende betekenis
D
Het eerste deel heeft alleen een meervoud op -en
Slide 13 - Quizvraag
Welke regel is van toepassing?
tarwekorrel
A
Het eerste deel heeft geen meervoud
B
Het eerste deel heeft behalve een meervoud op -en ook een meervoud op -s
C
Het eerste deel heeft een versterkende betekenis
D
Het eerste deel heeft alleen een meervoud op -en
Slide 14 - Quizvraag
Maak een samenstelling van:
garage + bedrijf
Slide 15 - Open vraag
Maak een samenstelling van:
station + chef
Slide 16 - Open vraag
Maak een samenstelling van:
beer + goed
Slide 17 - Open vraag
Maak een samenstelling van:
plant + spuit
Slide 18 - Open vraag
Maak een samenstelling van:
aap + kop
Slide 19 - Open vraag
Maak een samenstelling van:
tarwe + brood
Slide 20 - Open vraag
Welke samenstelling is niet goed geschreven.
A
keuzenmogelijkheid
B
zonneschijn
C
kippensoep
D
groentesoep
Slide 21 - Quizvraag
ambassadeurswoning
A
met tussen-s
B
zonder tussen-s
Slide 22 - Quizvraag
verzekeringspolis
A
met tussen-s
B
zonder tussen-s
Slide 23 - Quizvraag
hardloopschoenen
A
met tussen-s
B
zonder tussen-s
Slide 24 - Quizvraag
EINDE
Slide 25 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Spelling: tussenletters
November 2020
- Les met
35 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
H4 tussenletters in samenstellingen
November 2022
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Spelling - Meervoud N en tussenletters
Juni 2021
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3.8 spelling
Januari 2024
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
4TB Taalverzorging H3 les 1
September 2023
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
4TB Taalverzorging H3 les 1
September 2024
- Les met
35 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
De tussenletters
Mei 2021
- Les met
28 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Spelling H4 tussenletters - les 2
Februari 2021
- Les met
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2