Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Formuleren 4V
Formuleren 4V
proeftest
1 / 14
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4,5
In deze les zitten
14 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Formuleren 4V
proeftest
Slide 1 - Tekstslide
De jongen ______________ ik je vertelde, heeft zwart haar.
A
waarover
B
over wie
C
daarover
D
over die
Slide 2 - Quizvraag
Welke zin is juist?
A
Hans geeft aan hun een snoepje
B
Hans geeft hun een snoepje
C
Hans geeft hen een snoepje
D
Hans geeft aan hen een snoepje
Slide 3 - Quizvraag
Lot is fel gekant ... het nieuwe beleid van de regering.
A
aan
B
voor
C
tegen
D
met
Slide 4 - Quizvraag
Toen de leden van de Raad van Elf verschenen, gaf de burgemeester ___________ de sleutel van Breda.
A
hen
B
hun
Slide 5 - Quizvraag
Hoe noem je de woorden die twee hoofdzinnen met elkaar verbinden?
A
onderschikkende voegwoorden
B
nevenschikkende voegwoorden
Slide 6 - Quizvraag
Welke 5 zijn nevenschikkende voegwoorden?
A
want, en, dus, of, maar
B
toen, hoewel, omdat, mits, zodra
Slide 7 - Quizvraag
Dat bedrijf heeft .... geloofwaardigheid verloren.
A
zijn
B
haar
Slide 8 - Quizvraag
Dat is het beste ..... ik ooit gedaan heb.
A
dat
B
wat
C
dit
D
die
Slide 9 - Quizvraag
De vliegmaatschappij verloor al haar klanten na het ongeluk .
A
Goed
B
Fout
Slide 10 - Quizvraag
De media ..... veel aandacht aan die affaire.
A
besteden
B
besteedt
Slide 11 - Quizvraag
Welke bewering(en) is / zijn juist?
A
De titel van het radioprogramma Langs de lijn en omstreken bevat een voorzetseluitdrukking.
B
Een voorzetseluitdrukking is een combinatie van een voorzetsel, een lidwoord en een bijvoeglijk naamwoord.
C
Voorzetseluitdrukkingen kom je vooral tegen in formele teksten.
D
Voorzetseluitdrukkingen kun je soms vervangen door een enkel voorzetsel.
Slide 12 - Quizvraag
De studenten moesten via een staalkabel een sloot oversteken. Wat hun overigens enorm tegenviel.
A
de zinnen zijn juist begrensd
B
de zinnen zijn onjuist begrensd
Slide 13 - Quizvraag
Welk leesteken gebruik je meestal vóór onderschikkende voegwoorden?
A
een dubbele punt
B
een komma
C
een punt
D
een puntkomma
Slide 14 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Formuleren divers
Mei 2024
- Les met
21 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4,5
CMC oefentoets Formuleren vwo
Januari 2023
- Les met
37 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4,5
Oefentoets formuleren 4Hd
Oktober 2020
- Les met
43 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
De samengestelde zin
Maart 2023
- Les met
26 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Herhalingsles samengestelde zinnen
Februari 2021
- Les met
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 10 - De samengestelde zin
November 2024
- Les met
51 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Samengestelde zinnen
Mei 2021
- Les met
25 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
D3 L6 Vervolg enkelvoudige en samengestelde zinnen
Mei 2024
- Les met
31 slides
Nederlands
Secundair onderwijs