Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Basis 3
Woord volgorde
Wie doet wat waar en wanneer?
1 / 24
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
In deze les zitten
24 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Woord volgorde
Wie doet wat waar en wanneer?
Slide 1 - Tekstslide
wie
doet
wat
waar
wanneer
The parents
bring
to football training
every Sunday
their son
Slide 2 - Sleepvraag
Wie
doet
wat
waar
wanneer
Jacky and Pete
aren't going
to the cinema
tonight
Slide 3 - Sleepvraag
Wie
doet
wat
waar
wanneer
Angela
works
in a clothing store
on Sundays
Slide 4 - Sleepvraag
wie
doet
wat
waar
wanneer
James
plays
in class
on Monday morings
games
Slide 5 - Sleepvraag
Leg nu de focus op de tijd
Slide 6 - Tekstslide
Wanneer
doet
wie
Waar
wat
On Monday morings
Sam
in class
games
plays
Slide 7 - Sleepvraag
Wanneer
doet
wie
wat
waar
learns
Amber
English
every Tuesday
at home
Slide 8 - Sleepvraag
Tegenwoordige tijd
Slide 9 - Tekstslide
Je gebruikt de tegenwoordige tijd om te praten over...
A
feiten, gewoonten, regelmatige gebeurtenissen
B
Iets nu aan de gang is of om irritatie aan te geven
C
iets wat in het verleden is begonnen en nu nog bezig is
Slide 10 - Quizvraag
Maria is a teacher. She ......... Spanish
A
teach
B
teaches
C
teaching
Slide 11 - Quizvraag
When the phone ........ , please answer it.
A
ring
B
ringing
C
rings
Slide 12 - Quizvraag
Those bags ....... too much
A
costs
B
cost
C
costing
Slide 13 - Quizvraag
He always ......... the dishes before bedtime.
A
wash
B
washes
C
washing
Slide 14 - Quizvraag
I ..... to the cinema at least once a month.
A
go
B
going
C
goes
Slide 15 - Quizvraag
They never ........ tea in the morning.
A
drinks
B
drink
C
drinking
Slide 16 - Quizvraag
Tim ....... breakfast every morning at 8 am.
A
eating
B
eats
C
eat
Slide 17 - Quizvraag
Duurvorm tegenwoordige tijd
Slide 18 - Tekstslide
Je gebruikt de duurvorm van de tegenwoordige tijd om te zeggen dat...
A
Er iets in het verleden is begonnen en nu nog bezig is
B
iets nu aan de gang is of om irritatie aan te geven
C
Een gebeurtenis nog bezig is of een link heeft met het verleden
Slide 19 - Quizvraag
I ............ a song right now. (sing)
Slide 20 - Open vraag
The dog ....... at the moment. (sleep)
Slide 21 - Open vraag
Megan ......... her homework. (do)
Slide 22 - Open vraag
James ........ for his text next week. (learn)
Slide 23 - Open vraag
You ...... an assignment. (make)
Slide 24 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Word order chapter 2
Juni 2022
- Les met
20 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Thema 4 - Grammar (basis)
Juni 2022
- Les met
32 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Thema 4 - Grammar
Mei 2020
- Les met
26 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
SS-E05-3 VMBO B - Thema 4 - Grammar
April 2020
- Les met
30 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
SS-E05-3 VMBO K - Thema 4 - Grammar
April 2020
- Les met
26 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Thema 4 - Grammar 2
Mei 2020
- Les met
21 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
Basis 1
Maart 2021
- Les met
17 slides
Engels
3 basis - present tenses & word order
Juni 2022
- Les met
23 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3