1.8 & 2.8 ww-spelling leestekens en hoofdletters 2 basis

Oefenen voor de toets.
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Oefenen voor de toets.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

Oefeningen werkwoordspelling
Tegenwoordige tijd 
TT

Slide 4 - Tekstslide

 
Oefening werkwoordspelling

Slide 5 - Tekstslide

werkwoordspelling pv-tt
A
De oude man verstuurt de brief.
B
De oude man verstuurd de brief.

Slide 6 - Quizvraag

Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling. (tt)
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt
D
gebeurdde

Slide 7 - Quizvraag

.... (vinden, tt) jij werkwoordspelling moeilijk?
A
Vind
B
Vindt
C
Vond
D
Vint

Slide 8 - Quizvraag

Werkwoordspelling tt
Wat is goed geschreven?
A
Hij wandelt naar huis.
B
Hij wandeld naar huis.
C
Hij wandeldt naar huis.

Slide 9 - Quizvraag

Werkwoordspelling tt
Wat is goed geschreven?
A
Hij zaagd het hout..
B
Hij zaagt het hout.
C
Hij zaagdt het hout.

Slide 10 - Quizvraag

werkwoordspelling pv-tt
A
Hij onthoud
B
Hij onthoudt

Slide 11 - Quizvraag

werkwoordspelling verleden tijd
VT

Slide 12 - Tekstslide

Werkwoordspelling - alle mogelijke werkwoordsvormen

(worden) De druk .... hem iets te groot. (vt)

Slide 13 - Open vraag

Werkwoordspelling - alle mogelijke werkwoordsvormen

(vermelden) Hij .... dat uitdrukkelijk in een interview. (vt)

Slide 14 - Open vraag

Werkwoordspelling - alle mogelijke werkwoordsvormen

(ontkennen) Hans ... iets met die zaak te maken te hebben. (vt)

Slide 15 - Open vraag

We (besteden, vt) veel tijd aan werkwoordspelling.
A
besteden
B
besteede
C
besteedden
D
besteeden

Slide 16 - Quizvraag

werkwoordspelling vt
A
Zij begeleiden de vrouw naar huis gisteren
B
Zij begeleidden de vrouw naar huis gisteren.

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord?
A
is
B
gestruikeld

Slide 18 - Quizvraag

Voltooid deelwoord
A
Het hout is opgebrandt.
B
Het hout is opgebrand.

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 20 - Open vraag

Wat is het voltooid deelwoord?

Slide 21 - Open vraag

Schrijf het voltooid deelwoord op de goede manier:
Heb je nu het voltooid deelwoord............... (snappen).

Slide 22 - Open vraag

In de zin zijn leestekens vergeten of staan leestekens op de verkeerde plek. Neem de zin over en zet de leestekens op de juiste plek.

ik hou niet van appeltaart want die is zo zoet

Slide 23 - Open vraag

Er staan geen leestekens in de zin. Schrijf de zin op met leestekens.
demeestergeeftonsles

Slide 24 - Open vraag

Er staan geen leestekens in de zin. Schrijf de zin op met leestekens.
ik hou niet van appeltaart zei ik

Slide 25 - Open vraag

Ben je klaar voor de toets spelling?
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Ik weet wat nu hoe ik de leestekens moet gebruiken en kan deze toepassen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Ik weet nu weer hoe ik leestekens gebruik.
0100

Slide 28 - Poll