oefentoets

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de formule van de onderverzekeringsbreuk
A
er is geen formule de schade wordt gewoon betaald
B
verzekerde waarde : werkelijke waarde x schade
C
werkelijke waarde : verzekerde waarde x schade
D
schade : verzekerde waarde x werkelijke waarde

Slide 2 - Quizvraag

Wat is no-claim korting?

Slide 3 - Open vraag

Waarom is de premie voor een inboedelverzekering niet zo hoog?
A
De schade wordt ook gedekt door een andere verzekering
B
De inboedel is vaak niet veel waard
C
mensen nemen altijd een hoog eigen risico
D
De kans op schade is laag.

Slide 4 - Quizvraag

Wat heeft geen invloed op de hoogte van je WA- verzekering?
A
de regio waar je woont
B
de waarde van je meubels
C
je leeftijd
D
hoogte van het eigenrisico

Slide 5 - Quizvraag

Wanneer neem je een hoog eigen risico bij een zorgverzekering?
A
Wanneer je veel kinderen hebt.
B
Wanneer je verwacht veel zorg nodig te hebben.
C
Wanneer je verwacht weinig zorg nodig te hebben.
D
Wanneer je geen kinderen hebt.

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer je een schade claimt in een jaar dan zal de premie het jaar erna...
A
gelijk blijven
B
dalen
C
stijgen

Slide 7 - Quizvraag

Wat dekt een casco verzekering?

A
diefstal
B
schade
C
diefstal en schade
D
glas

Slide 8 - Quizvraag

Femke verdient in 2015 € 18.000,-. Zij betaalt elke maand een zorgpremie van € 109,35. Zij krijgt 70 euro aan zorgtoeslag terug. Hoeveel procent van haar zorgpremie kan Femke betalen met haar zorgtoeslag?

Slide 9 - Open vraag

Wat is zorgtoeslag?
A
een bedrag dat verzekeraars betalen
B
een bedrag dat de verzekernemer betaald
C
een bedrag dat je betaalt wanneer je zorg gebruikt
D
een bedrag dat de belastingdienst betaald

Slide 10 - Quizvraag

Van een verzekeraar zijn in een jaar de volgende gegevens bekend: 
• Er waren 7.000 verzekerden die gemiddeld € 90 aan premie betaalden. 
• Er waren 100 schade-uitkeringen van gemiddeld € 1.200 per gebeurtenis. 
• 25% van de premieopbrengst had de verzekeraar nodig om de kosten te betalen van o.a. personeel, gebouw en reclame. 

Bereken hoeveel de verzekeraar in dat jaar over had voor reservering en winst. 

Slide 11 - Tekstslide

7000 x 90 = 630.000
25 % van 630.000 = 630.000 : 100 x 25 = 157.500

100 x 1200 = 120.000

over: 630.000 - 120.000 - 157.500 = 352.500

Slide 12 - Tekstslide

Bereken de totale verzekeringskosten voor de inboedelverzekering van Daan in het eerste jaar.
Hij heeft zijn inboedel verzekerd voor 70.000 euro.
Gegevens: premie: 2,15 euro per 1000 euro.
poliskosten 15 euro
assurantiebelasting 21%


Slide 13 - Tekstslide

70.000 : 1000 = 70
70 x 2,15 = 150,50
150,50 + 15 = 165,50
165,50 x 1,21 = 200,26

Slide 14 - Tekstslide

Herhaal opgaven 31 uit het boek

Slide 15 - Tekstslide