Examentraining 2 - Berekeningen en Reactievergelijkingen

Examentraining 2 - Berekeningen en Reactievergelijkingen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Examentraining 2 - Berekeningen en Reactievergelijkingen

Slide 1 - Tekstslide

Berekeningen
- Significante getallen
- Dichtheid
- Concentratie
- Massapercentage
- Titreren

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Dichtheid
Formule van dichtheid:



De eenheid van de dichtheid kan verschillen maar is bij scheikunde vaak = g/L
Dus de massa in gram en het volume in liter
Dichtheid=VolumeMassa

Slide 4 - Tekstslide

Gehalte of Concentratie
Concentratie in (g/L)

Massapercentage (%)

Volumepercentage (%)



Slide 5 - Tekstslide

Massapercentage
Massapercentage wordt niet alleen gebruikt voor een mengsel maar kan ook berekend worden voor een element in een molecuul of zout.

V.B. - In CuSO4 zit het element koper. Bereken het massapercentage van koper in kopersulfaat

Slide 6 - Tekstslide

Massapercentage
V.B. - In CuSO4 zit het element koper. Bereken het massapercentage van koper in kopersulfaat



Massa geheel: bepaal de massa van het zout
Massa deel: massa van koper


Massapercentage=m.geheelm.deel100

Slide 7 - Tekstslide

Titreren

Slide 8 - Tekstslide

buret 
aflezen

Slide 9 - Tekstslide

Omslagpunt door titratie
Het omslagpunt kun je zichtbaar maken. Je doet dit door een indicator voor een basische stof aan een zuur toe te voegen. 

Je ziet dus eerst niets aan de stof. Maar op het punt dat de zure stof in een base gaat veranderen , geeft de indicator een kleur verandering. 

Slide 10 - Tekstslide

rekenvoorbeeld
Vraag: Hoeveel mg azijnzuur zit er in azijn?
Gegevens die je uit de vraag haalt:
1,0 ml  Natronloog reageert met 1,2 mg Azijnzuur
de beginstand is 12,8 ml
de eindstand is 17,4 ml

Slide 11 - Tekstslide

vervolg
gegeven: beginstand = 12,8 ml, eindstand = 17,6 ml, 
1,0 ml natronloog komt overeen met 1,2 mg azijnzuur
gevraagd: hoeveel azijnzuur zit er in de oplossing?
Berekening: eindstand - beginstand = 17,6 -12,8 = 4,6 ml




Significantie
2 significante getallen is het minste dus ook je antwoord in 2 significante getallen geven
Natronloog
Azijnzuur
Verhouding
Gevraagd

Slide 12 - Tekstslide

Reactievergelijkingen
- Kloppend maken
- Rekenen met reacties
- Overmaat

Slide 13 - Tekstslide

reactievergelijking
Markeer in tekst en zet op de goede plek:
molecuulformules van beginstoffen -> en van reactieproducten
Noteer de balans van de reactie
Maak de reactie kloppend met coefficienten

Slide 14 - Tekstslide

Kloppend maken
Noteer de balans
- Begin met waar je te weinig van hebt
- Je kunt nooit halve coëfficiënten gebruiken

Slide 15 - Tekstslide

Rekenen aan reacties
Start met een kloppende reactievergelijking
Is de massaverhouding al gegeven?

Stof a
Stof b
MV
____
1
____
massa
gegeven
gevraagd

Slide 16 - Tekstslide

Massaverhouding (MV)
CH4 + 2 O2 --> 2 H2O + CO2
Hoeveel gram CO2 kan er ontstaan uit 230 gram zuurstof?
Massaverhouding tussen zuurstof en CO2:
Zuurstof = 16 u * 4 = 64 u
CO2 = 12 u + 2 * 16 u = 44 u
MV= 64:44

Slide 17 - Tekstslide

Massaverhouding (MV)
Hoeveel gram CO2 kan er ontstaan uit 230 gram zuurstof?
Massaverhouding tussen zuurstof en CO2
MV= 64:44

Zuurstof
CO2
MV
64
1
44
massa
230 g
gevraagd
230 / 64 * 44 = 158 gram CO2 kan ontstaan

Slide 18 - Tekstslide

Overmaat
Beide kanten op berekenen en dan vergelijken met wat er overblijft
Stof a
Stof b
MV
____
1
____
massa
gegeven
gegeven

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Volledig maken van reactievergelijking

Slide 22 - Tekstslide