Korte zinnen en woordvariatie

En toen kwamen ze binnen en toen gingen ze zitten en toen begon de les toen gingen ze een klachtenbrief schrijven en toen gingen ze naar de volgende les
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

En toen kwamen ze binnen en toen gingen ze zitten en toen begon de les toen gingen ze een klachtenbrief schrijven en toen gingen ze naar de volgende les

Slide 1 - Tekstslide

Wat kan je al?
1. Je weet wat een persoonsvorm is
2. Je weet dat een enkelvoudige zin één persoonsvorm heeft.
2. Je weet hoe je korte zinnen maakt met niet meer dan twee persoonsvormen. 
2. Je weet wat een verwijswoord is

Slide 2 - Tekstslide

Hoe vind je de persoonsvorm?

Slide 3 - Woordweb

"Ik ging naar de bakker toen kwam ik een vriendin tegen toen gingen we ijsjes eten dat was heel gezellig."

Hoeveel persoonsvormen?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een samengestelde zin?

Slide 5 - Woordweb

Noem zoveel mogelijk voorbeelden van signaalwoorden (bijvoorbeeld: toen)

Slide 6 - Woordweb

Wat gaan we deze les doen? 
- Je gaat oefenen met het schrijven van een introducerende alinea van een klachtenbrief
- Je leert wat synoniemen zijn 
- Je leert korte zinnen toepassen in een tekst
- Je leert hoe je synoniemen kan gebruiken om een tekst interessanter te maken. 

Slide 7 - Tekstslide

We gingen naar de markt en toen gingen we fietsen en toen kwamen we bij oma aan dat was heel gezellig want oma had allemaal koekjes. mijn broer lust geen koekjes maar ik wel het liefst eet ik chocoladekoekjes. oma geeft altijd veel te veel chocoladekoekjes aan ons we mogen dat nooit tegen mama zeggen dus doen we het stiekem haha ja we hebben een leuke oma al zeg ik het zelf!

Slide 8 - Tekstslide

Hoe vond je deze tekst ?

Slide 9 - Woordweb

Hoe zou de tekst beter kunnen worden?

Slide 10 - Woordweb

Opletten bij het schrijven:
1. Zinnen hebben maximaal 2 persoonsvormen. 
2. Zinnen beginnen met een hoofdletter. 
3. Varieer in woordgebruik (niet 100 keer: 'en toen')
hiervoor kan je synoniemen.net gebruiken
4. Vermijd spreektaal 
5. Gebruik verwijswoorden 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Opdracht:
Maken startopdracht 1 pagina 32.

Slide 13 - Tekstslide

We gingen naar de markt en toen gingen we fietsen en toen kwamen we bij oma aan dat was heel gezellig want oma had allemaal koekjes. mijn broer lust geen koekjes maar ik wel het liefst eet ik chocoladekoekjes. oma geeft altijd veel te veel chocoladekoekjes aan ons we mogen dat nooit tegen mama zeggen dus doen we het stiekem haha ja we hebben een leuke oma al zeg ik het zelf!

Slide 14 - Tekstslide

We gingen een potje voetballen en toen liet de keeper heel veel ballen door en toen hadden we verloren omdat de keeper zo stom keepte dat was stom en toen kregen we op onze donder van de trainer en toen was iedereen boos op de keeper en toen moest de keeper huilen dat vonden we dan ook wel weer zielig maar toen ging de keeper naar huis zonder met ons te praten en toen waren we wel klaar met zijn stomme gedrag. 

Slide 15 - Tekstslide

Zoek zoveel mogelijk synoniemen voor 'toen'

Slide 16 - Woordweb

Zoek zoveel mogelijk synoniemen voor 'ondanks'

Slide 17 - Woordweb

Zoek zoveel mogelijk synoniemen voor 'boos'

Slide 18 - Woordweb

We gingen een potje voetballen en toen liet de keeper heel veel ballen door en toen hadden we verloren omdat de keeper zo stom keepte dat was stom en toen kregen we op onze donder van de trainer en toen was iedereen boos op de keeper en toen moest de keeper huilen dat vonden we dan ook wel weer zielig maar toen ging de keeper naar huis zonder met ons te praten en toen waren we wel klaar met zijn stomme gedrag.

herschrijf deze tekst, zodat hij zo leesbaar mogelijk wordt.

Slide 19 - Open vraag

Opdracht voor nu:
Schrijf de eerste alinea van een klachtenbrief. 

Slide 20 - Tekstslide

Een klachtenbrief bestaat uit:
1. Betreft:  
2. Plaats, datum 
3. Geachte heer, mevrouw
4. Korte uitleg van de klacht 
5. Feiten benoemen over klacht 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Voor nu:
Je schrijft de eerste alinea van een klachtenbrief. Deze bestaat uit maximaal 5 zinnen. 
Je let op de formuleerafspraken: korte zinnen, hoofdlettergebruik, gebruik maken van woordvariatie. 

Slide 25 - Tekstslide

Klachtenlijst
- Je wilt klagen over een te moeilijk proefwerk 
- Je wilt klagen over een te hoge energierekening 
- Je wilt klagen over het verhogen van de contributie van de Donald Duck 

Slide 26 - Tekstslide

Geef zoveel mogelijk voorbeelden waar je allemaal een klachtenbrief over zou kunnen schrijven

Slide 27 - Woordweb

Aan de slag!

Slide 28 - Tekstslide

Een klachtenbrief bestaat uit:
1. Betreft:  
2. Plaats, datum 
3. Geachte heer, mevrouw
4. Korte uitleg van de klacht 
5. Feiten benoemen over klacht 
6. Vertellen wat je eist.
7. Alvast bedanken, verwachtingen uitspreken.
8. Met vriendelijke groet, (naam)

Slide 29 - Tekstslide