kengetallen

kengetallen
LAATSTE CLUSTER !
LAATSTE TOETS!
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

kengetallen
LAATSTE CLUSTER !
LAATSTE TOETS!

Slide 1 - Tekstslide

PTA

Slide 2 - Tekstslide

Dit cluster
Rekenwerk HF34 en HF35
Marketing is theorie!
Examentraining!

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag HF34 t/m paragraaf 3
Beoordeling ondernemingen
Hoe doe je dat?
Current ratio, Quick ratio, Cash Flow

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Ronde 2
Geen beursbedrijven..

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Weg geld...
Miss Etam, JD sports, Score, V&D, Aktiesport zijn failliet of verkeren in zwaar financieel weer!

Slide 22 - Tekstslide

De financiële positie van een onderneming beoordelen m.b.v. 2 kengetallen:
1. de current ratio = vlottende activa + liquide middelen
                                                     kortlopende verplichtingen
    
2. de quick ratio =  vlottende activa-voorraden+liquide middelen
                                                     kortlopende verplichtingen

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Tekstslide

Formule voor current ratio

Slide 26 - Open vraag

Formule voor de quick ratio:

Slide 27 - Open vraag

Wat is geen kenmerk van de current ratio?
A
< 1 is goede liquiditeit
B
Current ratio = (vlottende activa + liquide middelen) / Kvv
C
> 1 is een goede liquiditeit
D
Current ratio = (vlottende activa - voorraad) + liq.midd) / Kvv

Slide 28 - Quizvraag

Wat is de
current ratio?
A
0.26
B
0.74
C
0.42
D
2.5

Slide 29 - Quizvraag

Wat is de norm voor een current ratio?
A
1
B
2
C
0.5
D
1.5

Slide 30 - Quizvraag

Wat geeft een current ratio van 1,0 aan?
A
De organisatie kan alle schulden terugbetalen
B
De organisatie kan niet alle rekeningen betalen
C
De organisatie kan alle schulden terugbetalen
D
De organisatie is liquide

Slide 31 - Quizvraag

De current ratio valt onder de
A
Solvabiliteit
B
Quick ratio
C
Liquiditeit
D
Rentabiliteit

Slide 32 - Quizvraag

De current ratio bereken je door
A
Vlottende activa + liquide middelen / schulden op korte termijn
B
Vlottende activa - goederen / schulden op korte termijn
C
Vlottende activa - liquide middelen / schulden op korte termijn
D
Vlottende activa + voorraad / schulden op korte termijn

Slide 33 - Quizvraag

4. VA 3,2; VLA 2,6; LM 1,2 ( alle in miljoenen )
EV 3,0; LVV 2,5; KVV 1,5 ( alle in miljoenen )
De waarde van de voorraad bedraagt 0,8 miljoen
Hoe groot is de Quick Ratio?
A
1,2
B
1,5
C
1,7
D
2,0

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

huiswerk
34.1 t/m 34.3

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

Solvabiliteit
Geeft de mate aan waarin de onderneming in staat is haar schulden te betalen op korte én lange termijn 
- going concern gedachte

Slide 42 - Tekstslide

Solvabiliteit
  • Van belang voor verschaffers vreemd vermogen om risico in te schatten. 
  • Hoe hoger het deel  van het vermogen  van een  onderneming eigen vermogen is hoe kleiner het risico. 
  • Veelal van invloed op hoogte  rente financiering en  maximaal te verstrekken financiering. 

Slide 43 - Tekstslide

Solvabiliteitskengetallen
Op het examen worden de formules gegeven wanneer je een berekening moet maken. Wordt alleen inzicht gevraagd dan wordt de formule niet gegeven. 

Slide 44 - Tekstslide

Solvabiliteitskengetallen
timer
2:00

Slide 45 - Tekstslide

Voer het door jou berekende solvabiliteitspercentage in

Slide 46 - Open vraag

Solvabiliteitskengetallen
800.000/400.000 x 100% = 200%

Slide 47 - Tekstslide

Solvabiliteitskengetallen
Eis minimaal 100%, onderneming kan dan precies schulden uit EV terugbetalen. Doel in de praktijk veelal 100 - 130%

Slide 48 - Tekstslide

Solvabiliteitskengetallen
timer
2:00

Slide 49 - Tekstslide

Voer de door jou berekende debt ratio in

Slide 50 - Open vraag

Solvabiliteitskengetallen
400.000/1.200.000 x 100% = 33,33%
Vraag: wat zal de minimale eis zijn waaraan voldaan moet worden? (lees: de maximale debt ratio)

Slide 51 - Tekstslide

opgave 34.10
A en B

Slide 52 - Tekstslide