spelling en grammatica 11 en 12 (23/5)

spelling en grammatica 11 en 12 (23/5)

10 minuten lezen

Nabespreken huiswerk:

Doel:

Je leert sterke werkwoorden in de verleden tijd schrijven:

zij las, ik liep, wij zwommen

Sterke werkwoorden in de verleden tijd

werkwoord = ...

verleden tijd = ...

Sterke werkwoorden in de verleden tijd

werkwoord = woord dat een handeling of toestand aanduidt

verleden tijd = tijd die voorbij is

Sterke werkwoorden in de verleden tijd

werkwoord = woord dat een handeling of toestand aanduidt

verleden tijd = tijd die voorbij is

Iedereen geniet (=pv) van het prachtige weer.

Sterke werkwoorden in de verleden tijd

werkwoord = woord dat een handeling of toestand aanduidt

verleden tijd = tijd die voorbij is

Iedereen geniet (=pv) van het prachtige weer.

Iedereen genoot (=pv) van het prachtige weer.

Opdracht 2d

Hele ww	tt	vt	vt meervoud
zitten	ik zit	ik zat	wij zaten
smelten	ik smelt	ik smolt	wij smolten
drijven	ik drijf	ik dreef	wij dreven
gaan	(1)	(2)	(3)
sluipen	(4)	(5)	(6)
kiezen	(7)	(8)	(9)

Opdracht 2d

Hele ww	tt	vt	vt meervoud
zitten	ik zit	ik zat	wij zaten
smelten	ik smelt	ik smolt	wij smolten
drijven	ik drijf	ik dreef	wij dreven
gaan	ik ga	ik ging	wij gingen
sluipen	ik sluip	ik sloop	wij slopen
kiezen	ik kies	ik koos	wij kozen

Samen lezen:

Uitlegvideo +

Belangrijk (blz 120)

samen bespreken opdracht 1, 2 en 3

Aan het (huis)werk:

spelling en grammatica, paragraaf 11 (blz 120)

opdracht 4 tot en met 9

Voltooid deelwoord

Je leert voltooide deelwoorden schrijven: verteld, gelopen, beklommen

Voltooid deelwoord

Kijk naar de onderstaande zinnen

Ik heb brood gegeten.

Piet heeft de pop gemaakt.

Saskia heeft de fiets gemaakt.

Jan is naar Enschede gegaan.

Wat weet ik al?

Als je wil vertellen dat iets al gebeurd is, dan gebruik je een voltooid deelwoord in een zin. Voltooid betekent dat iets af is.

Voltooid Deelwoord

Een voltooid deelwoord geeft dus aan dat iets al is gebeurd of geweest.

Er staat altijd een vorm van hebben, worden of zijn in de zin.

Zwakke werkwoorden: -t of -d

Sterke werkwoorden: -t of -en

Voltooid Deelwoord

Een voltooid deelwoord eindigt op: 

Zwakke werkwoorden: -t of -d

Sterke werkwoorden: -t of -en

Wat is een voltooid deelwoord?

1. Werkwoord
2. Zelfstandig naamwoord
3. Lidwoord
4. Persoonsvorm

Wat is hier het voltooid deelwoord?
Ze hebben gisterenavond samen macaroni gegeten

1. Ze
2. Hebben
3. Macaroni
4. Gegeten

ZWAK:

-Zit de laatste letter van de

stam in ’t ex-kofschip?

   ja? : Het voltooid deelwoord eindigt op t.

  nee?: Het voltooid deelwoord eindigt op d.

STERK:

-Je schrijft het woord volgens

de gewone spellingregels

Is  het een sterk of zwak werkwoord?

Het voltooid deelwoord van: verdienen.
Ik heb veel geld ........

Het voltooid deelwoord van: wandelen

Samen lezen

Uitlegvideo +

bladzijde 124

Aan het (huis)werk

spelling en grammatica, paragraaf 12 (blz 124)

Opdracht 4 tot en met 11