Havo 5 1.04 poëzie

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

5 havo

Je pakt je leesboek en gaat lezen.

In SE1 krijg je

hierover vragen.

#boekpraat

1. In welke plaats speelt het boek zich af?

2. Wie is de hoofdpersoon in het boek?

3. Herken jij jezelf in de hoofdpersoon?

Is het boek fictie of non- fictie?

Fictie: een verzinsel van de schrijver.

Non-fictie: is gebaseerd op controleerbare feiten. Pure non-fictie is bijvoorbeeld een autobiografie.

Korte presentatie

Je kunt een korte presentatie geven in periode 1 of 2 over:

*literair werk

*taalkundig onderwerp

Je kunt hiervoor extra punten verdienen.

Je presenteert voor de klas.

Planning vandaag

• Stillezen
• Theorie literatuur: literaire technieken en vorm
• Terugblik: stijlfiguren
• Gedichten 1.2 opdrachten maken en bespreken
• Drillsteroefeningen
• 
  

Reader Poëzie

Inhoud:

Periode 1 : gedichten 1.1 t/m 1.6

Periode 2: gedichten 2.1 t/m 2.5

Theorie

Reader Poëzie theorie

1) Literaire technieken

2) Opbouw van een gedicht

3) Rijm

4) Stijlfiguren

5) Beeldspraken

Terugblik: Stijlfiguren 

Herhaling - opsomming - antithese - paradox - 

hyperbool - understatement - ironie/sarcasme/cynisme - retorische vraag - woordspeling

Antithese - tegenstelling

terwijl de zwijgende schildwachten

nachtdroom en dagdroom haastig

elkaar hun plaatsen afstaan

Paradox

Weggaan kun je beschrijven als

een soort van blijven. Niemand

wacht, want je bent er nog.

Hyperbool

 Maar op een grasveld in Noordwijk lanceert een kind

 in astronautenpak een raket van colaflessen, doorboort

de hemel met een knutselwerk van water, plastic en een fietsventiel, enz.

Understatement

Van Nederland naar Bonaire is maar een

kippeneindje! (8000 kilometer)

Een spreuk is een korte uitspraak die op een lange ervaring berust. (Miguel de Cervantes)

1. antithese
2. hyperbool
3. paradox
4. understatement

Oude mensen bewegen niet meer / Hun gebaren zijn lachwekkend, hun wereld is te klein / Van het bed naar het raam, / dan van het bed naar de stoel, / dan van het bed naar het bed.

2. spot
3. herhaling
4. understatement

Ik schat, dat omstreeks gedurende twee jaar niemand bewoog of iets zei. (Harry Mulisch)

2. antithese
3. hyperbool
4. understatement

Hier ligt Gijs van Amerongen.
In de grond geen kwade jongen.

1. paradox
2. spot
3. herhaling
4. understatement

Gedicht 1.2 maken

Je maakt de opdrachten bij het gedicht.

--> deze bespreken wij na.

Klaar? je maakt drillsteroefeningen

of je leest de theorie!

Drillsteroefeningen

Even reflecteren
Hoe gingen de opdrachten? Wat vond je makkelijk en wat was lastiger?

De komende les

In Teams staat de studiewijzer en je hebt deze op papier. Deze studiewijzer loopt tot het eerste SE. 

Volgende les (maandag 23 september a.s.): 

Tekst 1.3 lezen en opdrachten + woordenschat maken !