H3 - P4 - week 12 - les 2 - Grammatica HZ/BZ bespreken H3D

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
takkenl@farel.nl
Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
takkenl@farel.nl
Aanwezig op: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag (SWS)

Slide 1 - Tekstslide

- Welkom 
- Stillezen
- Grammatica samengestelde zinnen bespreken
- Nieuwsbegrip

Doel:

- Je benoemt in een enkelvoudige zin het aantal rollen (valentie)
- Je geeft aan welke indeling een samengestelde zin heeft. 


Vandaag in de les:

Slide 2 - Tekstslide

Stillezen
timer
10:00
Leg je boeken en je huiswerk op tafel

Slide 3 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
Twee zinnen vormen samen een nieuwe zin

- (minimaal) twee persoonsvormen / zelfstandige werkwoorden
- (minimaal) twee van alle rollen

Een zin is een op zichzelf staande zin = hoofdzin (ow en pv naast elkaar)
Een zin is onderdeel van de andere zin = bijzin (ow en op niet naast elkaar)

Slide 4 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
Twee zinnen vormen samen een nieuwe zin
- (minimaal) twee persoonsvormen / zelfstandige werkwoorden
- (minimaal) twee van alle rollen

Een zin is een op zichzelf staande zin = hoofdzin (ow en pv naast elkaar + PV op tweede plaats)
Een zin is onderdeel van de andere zin = bijzin (ow en op niet naast elkaar + PV geen vaste plaats)

Slide 5 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
Twee zinnen vormen samen een nieuwe zin
- (minimaal) twee persoonsvormen / zelfstandige werkwoorden
- (minimaal) twee van alle rollen

Een zin is een op zichzelf staande zin = hoofdzin (ow en pv naast elkaar + PV op tweede plaats)
Een zin is onderdeel van de andere zin = bijzin (ow en op niet naast elkaar + PV geen vaste plaats)


Hoe zou je deze zin (met de kennis van HZ/BZ) beter kunnen formuleren?

Alles is mooi en lang uitgeschreven en wat minder interessant is wordt minder lang uitgeschreven.

Slide 6 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
Twee zinnen vormen samen een nieuwe zin
- (minimaal) twee persoonsvormen / zelfstandige werkwoorden
- (minimaal) twee van alle rollen

Een zin is een op zichzelf staande zin = hoofdzin (ow en pv naast elkaar + PV op tweede plaats)
Een zin is onderdeel van de andere zin = bijzin (ow en op niet naast elkaar + PV geen vaste plaats)


Hoe zou je deze zin (met de kennis van HZ/BZ) beter kunnen formuleren?

Alles is mooi en lang uitgeschreven en wat minder interessant is wordt minder lang uitgeschreven.

Slide 7 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
Twee zinnen vormen samen een nieuwe zin
- (minimaal) twee persoonsvormen / zelfstandige werkwoorden
- (minimaal) twee van alle rollen

Een zin is een op zichzelf staande zin = hoofdzin (ow en pv naast elkaar + PV op tweede plaats)
Een zin is onderdeel van de andere zin = bijzin (ow en op niet naast elkaar + PV geen vaste plaats)


Hoe zou je deze zin (met de kennis van HZ/BZ) beter kunnen formuleren?

Alles is mooi en lang uitgeschreven en wat minder interessant is, wordt minder lang uitgeschreven.

Slide 8 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
Twee zinnen vormen samen een nieuwe zin
- (minimaal) twee persoonsvormen / zelfstandige werkwoorden
- (minimaal) twee van alle rollen

Een zin is een op zichzelf staande zin = hoofdzin (ow en pv naast elkaar + PV op tweede plaats)
Een zin is onderdeel van de andere zin = bijzin (ow en op niet naast elkaar + PV geen vaste plaats)


Eerst:
Alles is mooi en lang uitgeschreven en wat minder interessant is wordt minder lang uitgeschreven.

Beter:
Alles is mooi en lang uitgeschreven en wat minder interessant is, wordt minder lang uitgeschreven.

Duidelijker:
Alles is mooi en lang uitgeschreven. Wat minder interessant is, wordt minder lang uitgeschreven.

Slide 9 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
Twee zinnen vormen samen een nieuwe zin
- (minimaal) twee persoonsvormen / zelfstandige werkwoorden
- (minimaal) twee van alle rollen

Een zin is een op zichzelf staande zin = hoofdzin (ow en pv naast elkaar + PV op tweede plaats)
Een zin is onderdeel van de andere zin = bijzin (ow en op niet naast elkaar + PV geen vaste plaats)


Citaat literatuuropdracht:
" Het is een interessant boek omdat je een kijkje kunt nemen in het leven van iemand die binnen die industrie leeft. En ook hoeveel problemen dit opbrengt. Want in sommige gevallen is het spelen met de dood. En dat allemaal voor een flinke zak geld. Want dat is de gedachte. Daarom zou ik het niet zo snel een leuk boek willen noemen, maar wel heel interessant als je zelf iemand kent in de situatie. "BOEM! BOEM!! BOEM! En daar lag hij zonder dat hij hier iets mee te maken had. " 

Slide 10 - Tekstslide

Ultraloop

Slide 11 - Tekstslide

Wat heb je nodig:
Oefenblad H30 + theorie H30

Benoem per zin van opdracht 5 
- Persoonsvorm + zelfstandig/koppel werkwoord

- Soort gezegde (werkwoordelijk/naamwoordelijk)
- Benoem het gezegde 

- Aantal rollen zelfstandig werkwoord  (valentie)
- Onderwerp
Afhankelijk van valentie:
- lijdend voorwerp 
- Meewerkend voorwerp
Aan de slag:

Slide 12 - Tekstslide