Blok 2 spelling

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 2
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel 
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 2
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel 
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Lesopening
Kader: Open je boek van Nederlands blz 85.

Theoretisch: Open je boek van Nederlands blz 86.



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Lesdoel
Aan het einde van de les:
- heb je jouw kennis over de spelling van het voltooid deelwoord herhaald
- weet je hoe je werkwoorden uit het Engels moet spellen
- kun je bijvoeglijke naamwoorden die over materialen gaan spellen




Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Instructie

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voltooid deelwoord

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het voltooid deelwoord van het werkwoord
"erven"?


A
geërfd
B
georven
C
geërft
D
geerfd

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de goede vorm van het werkwoord op in de onderstaande zin.
"Vorige week woensdag is er veel …….(gebeuren) op school.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt van een voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord maken. Je schrijft het dan zo kort mogelijk.
Maak in de onderstaande zin van het voltooid deelwoord een bijvoeglijk naamwoord.
"De motor is oververhit" --> De ……………..motor.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bijvoeglijke naamwoorden 
je gebruikt een bijvoeglijk naamwoord om iets of iemand te beschrijven


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijvoeglijk 
naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

Je weet door een bijvoeglijk naamwoord meer over het zelfstandig naamwoord.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

het bijvoeglijk naamwoord
Aan het einde van deze les:

- herken je het bijvoeglijk naamwoord 
- weet je ook wat een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord is.
- weet je hoe je een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord moet spellen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelling bijvoeglijk naamwoord

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelling bijvoeglijk naamwoord.
Welk woord is goed?
A
officieele
B
officiele
C
officiële

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Spelling H5
Spelling bijvoeglijk naamwoord

Ik heb vijf (goud) ringen thuis.
A
gouden
B
goude

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Spelling H5
Spelling bijvoeglijk naamwoord

De vriendin van mijn broer draagt een (mode) jas.
A
modieuze
B
modeuze
C
modieus

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord!
A
de katoenen broek
B
de katoene broek

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste spelling van het werkwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord?

(bekladden) De ......... buitenmuur.
A
bekladde
B
bekladden
C
bekladen
D
bekladden

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We gebruiken in het Nederlands veel (werk)woorden die uit het Engels komen. Deze werkwoorden zijn inmiddels zo ingeburgerd, dat we de Nederlandse regels gebruiken bij de juiste spelling van deze woorden:

  • skaten
  • joggen
  • racen
Werkwoorden uit het Engels
2

Slide 18 - Tekstslide

(autodealer, magnetron, website)

Saven, matchen, upgraden, timen, managen, daten, mixen, skaten, downloaden, racen, tackelen, babysitten, surfen, laseren, joggen, finishen..... etcetera! 
Werkwoorden uit het Engels
2

Slide 19 - Tekstslide

(autodealer, magnetron, website)

Werkwoorden uit het Engels
2
  1. Ik heb dat bestand voor de zekerheid op een USB-stick gesaved
  2. Sorbetijs is eigenlijk water en suiker met elkaar gemixt. 

Waarom zie je bij gesaved de uitgang -ed en bij gemixt alleen een t?

Slide 20 - Tekstslide

(autodealer, magnetron, website)

Vervoeg het werkwoorden 'deleten'
2
  1. ik-vorm tt
  2. ik-vorm vt
  3. ik vorm van hebben + voltooid deelwoord 

Ik ....... (deleten t.t.) die bestanden.
Ik ....... (deleten v.t.) die bestanden.
Ik heb die bestanden ....... (deleten vdw)

Slide 21 - Tekstslide

(autodealer, magnetron, website)

Let op!
Soms moet je wel extra goed opletten bij de spelling van deze werkwoorden.
Werkwoorden uit het Engels
2
1
Soms haal je alleen de -n van het ww af om de ik-vorm te krijgen
racen - ik race - hij racet
timen - ik time - hij timet
2
Bij de verleden tijd kijk je naar de laatste letter van de stam. Ik-vorm + de(n)/te(n)
racen - ik racete, want c in 't kofschip
timen - ik timede, want m zit niet in 't k.
3
Soms schrijf je twee medeklinkers om duidelijk te maken dat je het woord op z'n Engels uitspreekt.
passen - ik pass - hij passt
stressen - ik stres - hij strest

Slide 22 - Tekstslide

(autodealer, magnetron, website)

Het wordt tijd dat je even ... (moven) Jill, want je staat steeds in de weg.
A
moeft
B
movet
C
mofet
D
movt

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In deze kliniek ... (laseren) men de ogen van slechtzienden.
A
lazert
B
laseren
C
lasert
D
laserte

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mary ... (skaten) vroeger elke week een rondje om haar woonplaats.
A
skatet
B
skatede
C
skate
D
skatete

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

6. Zelfstandig werken
Kader: Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 4 en 6 op blz 85 t/m 90
Theoretisch: Je maakt zelfstandig opdracht 1, 2, 4 en 6 op blz 86 t/m 90



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna pak je je leesboek en ga je in stilte lezen. 
timer
1:00

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Begeleid inoefenen
Vind je een onderdeel nog lastig?
Dan maken we die samen. 


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7. Evaluatie 
Hoe ging de les?
Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?
Heb je nog ergens vragen over? 

- heb je jouw kennis over de spelling van het voltooid deelwoord herhaald?
- weet je hoe je werkwoorden uit het Engels moet spellen?
- kun je bijvoeglijke naamwoorden die over materialen gaan spellen?



Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk: 
Kader:
Donderdag 14 november
Blok 2 opdracht 1 t/m 4 en 6 op blz 85 t/m 90
Theoretisch:
Donderdag 14 november
opdracht 1, 2, 4 en 6 op blz 86 t/m 90


Toetsen: 
-


Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies