3.3 Delen met decimale getallen

Rekenen
3.3 Delen met decimale getallen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Rekenen
3.3 Delen met decimale getallen

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
Instapsom
Terugblik/herhaling 'optellen/aftrekken/vermenigvuldigen decimale getallen'
Oriëntatie 'delen met decimale getallen'
Uitleg
Oefenen
Opdrachten
Bespreken/nakijken

Slide 2 - Tekstslide

Instapsom
De marktkoopman heeft de bloemkolen voor 2/5

deel van de verkoopprijs ingekocht.

  • De inkoopprijs is .......% van de verkoopprijs
  • De marktkoopman betaalde voor één bloemkool € ..........

Slide 3 - Tekstslide

Instapsom
De marktkoopman heeft de bloemkolen voor 2/5

deel van de verkoopprijs ingekocht.

  • De inkoopprijs is 40% van de verkoopprijs
  • De marktkoopman betaalde voor één bloemkool € 1,00

Slide 4 - Tekstslide

Terublik/herhaling
Optellen en aftrekken met decimale getallen:
-> Komma's onder elkaar plaatsen 


-> Verschillend aantal decimalen? Plaats extra nullen bij 
om evenveel cijfers achter de komma te hebben.

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik/herhaling
Vermenigvuldigen met decimale getallen: 
-> Eerst schatten, som uitrekenen zonder komma's, vervolgens plaats je de komma 

Slide 6 - Tekstslide

Terugblik/herhaling
Óf:
-> Je rekent de som uit zonder komma's, je telt het aantal cijfers achter de komma van de getallen

Slide 7 - Tekstslide

Oriëntatie
Je leert delen met decimale getallen.

  • Hoeveel glazen van 0,3 liter kun je uit deze fles schenken?

Slide 8 - Tekstslide

Uitleg delen met decimale getallen

Slide 9 - Tekstslide

Uitleg delen met decimale getallen (vervolg)

Slide 10 - Tekstslide

Uitleg delen met decimale getallen (vervolg)

Slide 11 - Tekstslide

Uitleg delen met decimale getallen (vervolg)
Óf:
vermenigvuldig beide getallen met 10, 100 of 1000:
24 : 0,2 = (vermenigvuldig beide getallen met 10)
240 : 2 = 120

321,6 : 0,08 = ....? (beide getallen x 100)
32160 : 8 = 4020

















Slide 12 - Tekstslide

Oefenen
  • 1 kg kiwi's kost....
  • 37,50 : 7,5 
  • Schatten: 40 : 8 (ong. 5)
  • 3750 : 75 = 50
  • Komma plaatsen : 5
  • 1 kg kiwi's kost € 5,00

Slide 13 - Tekstslide

Opdrachten
Iedereen: 1, 3, 4, 5, 6, 7, 8

Snel klaar? Ook: 10, 12, 13

Slide 14 - Tekstslide

Online 13 januari
Instapsommen gezamenlijk
Individueel werken

Slide 15 - Tekstslide

38 + ..... = 75

Slide 16 - Open vraag

64 : 84
is hetzelfde als
16 : ....
A
14
B
20
C
21

Slide 17 - Quizvraag

Een fiets kost € 1240,00
Na een prijsverhoging kost de mountainbike € 1339,20
De prijs is ....... procent gestegen.

Slide 18 - Open vraag

Karel loopt elke dag (ma t/m zo) 10 rondjes op de atletiekbaan die 400m lang is. In totaal loopt hij in een week .... kilometer op deze baan.
Rond je antwoord af op een heel getal (als dat nodig is).

Slide 19 - Open vraag

Individueel werken
  • Opdrachten H3.3 delen met decimale getallen
  • Examenopdrachten maken
  • Verder werken boek
  • (Hoofdstuktoetsen volgende week op school afmaken)

Slide 20 - Tekstslide

Opdrachten
Iedereen: 1, 3, 4, 5, 6, 7, 8

Snel klaar? Ook: 10, 12, 13

Slide 21 - Tekstslide

Bespreken/nakijken

Slide 22 - Tekstslide