havo 4 [BLOKUUR] oefenen voor de toetsweek

Cours de révision
Dit heb je nodig:
  • jouw map / aantekeningen
  • leeroverzicht
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Cours de révision
Dit heb je nodig:
  • jouw map / aantekeningen
  • leeroverzicht

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programme
  • Les buts
  • Révision de la grammaire
  • Oefentoets : écrire 
  • Évaluation

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Les buts
  • Ik kan met behulp van een aantal kant en klare zinnen een persoonlijke brief schrijven in het Frans.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Parler du sport
Om te praten over activiteiten die je doet kun je de werkwoorden faire en jouer gebruiken.
faire
je fais
tu fais
il / elle / on fait
nous faisons
vous faites
ils / elles font
jouer
je joue
tu joues
il / elle / on joue
nous jouons
vous jouez
ils / elles jouent
samenvatting
behandeld in de les
Jouer
Het werkwoord jouer gebruik je om te praten over teamsport/balsport, spellen en muziekinstrumenten.
jouer
je joue
tu joues
il / elle / on joue
nous jouons
vous jouez
ils / elles jouent
jouer à + teamsport
Ils jouent au tennis.
jouer de + instrument
Il joue de la trompette.
jouer à + spel
Vous jouez aux cartes.
samenvatting
behandeld in de les
Jouer
1. Les sports avec un ballon :
Je joue : au football ⚽️, au basketball 🏀, au handball 🤾‍♂️, 
au rugby 🏉 , au volley 🏐, au bowling 🎳 
2. Les sports avec une balle :
Je joue : au golf 🏌️, au tennis 🎾, au badminton 🏸, 
au tennis de table  🏓, au baseball ⚾️ 
3. Les jeux :
Je joue : aux jeux vidéo 🎮, aux cartes 🃏, aux échecs ♞ 
4. La musique :
Je joue : de la guitare 🎸, du piano 🎹, de la trompette 🎺,
du violon 🎻, du saxophone 🎷






samenvatting
behandeld in de les
Faire
Het werkwoord faire gebruik je om te praten over alle sporten, instrumenten en klusjes.
faire
je fais
tu fais
il / elle / on fait
nous faisons
vous faites
ils / elles font
faire de + sport
Ils font du basket.
faire + klusje
Il fait la vaisselle.
faire de + instrument
Il fait du piano.
samenvatting
behandeld in de les
Faire
1. Les sports :
Je fais : du ski ⛷, de la boxe 🥊, de la natation 🏊, du judo 🥋, 
de la musculation 💪🏻, du vélo 🚴
2. Les tâches ménagères :
Je fais : la vaisselle🍽️, le ménage🧼🧽, la poussière🧹, 
le linge👕, les courses🛒


samenvatting
behandeld in de les
Parler du sport
Phrases clés
samenvatting
behandeld in de les

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zinsopbouw
Plus tard Anissa veut devenir infirmière à l'hôpital.
samenvatting
behandeld in de les

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

École et études
Ik vertrek om …, omdat de lessen om 8 uur beginnen.
Je pars à …, parce que les cours commencent à huit heures.
Ik zit in de voorexamenklas.
Je suis en première.
Mijn lievelingsvak is …, maar ik heb een hekel aan …
Ma matière préférée, c’est …, mais je déteste …
Ik vind dat stom / interessant.
Je trouve ça bête / intéressant.
Eerlijk gezegd, houd ik niet van …
À vrai dire, je n’aime pas … 
samenvatting
behandeld in de les

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

École et études
Ik hou vooral van …
J’aime surtout …
Ik moet toegeven dat ik liever … heb dan …
Je dois avouer que je préfère … à …
Ik heb goede cijfers voor …, omdat …
J’ai de bonnes notes en …, car …
Ik wil … studeren, omdat …
Je veux faire des études de …, parce que …
Ik wil graag … worden, omdat …
Je voudrais devenir …, parce que …
samenvatting
behandeld in de les

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Masculin ou féminin ?
Je kan niet altijd weten of een woord mannelijk of vrouwelijk is!
MANNELIJK
VROUWELIJK
MEERVOUD
mannelijke woorden  
eindigen op:

 -ment, -al, -eur, -on:

un règlement, un journal, un vendeur, un ballon


vrouwelijke woorden eindigen op:

- té, -sion, -euse, -e

la beauté, la décision, la vendeuse, la pomme
Een woord dat op -x of -s eindigt staat vaak in het meervoud:

les jeux, les yeux, 
des enfants, des fruits
samenvatting
behandeld in de les

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lieux & pays
à / au / aux / en
dorp / stad
à
Je vais à l'école à La Haye.
land (mannelijk)
au
Je vais au Japon.
land (meervoud)
aux
J'habite aux Pays-Bas.
land (vrouwelijk)
en
Nous allons en France.
samenvatting
behandeld in de les

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Parler de ses vacances
Mes vacances étaient terribles / bien / superbes.
Mijn vakantie was afschuwelijk / leuk / geweldig.
Je suis allé(e) à (Paris).
Je suis allé(e) en (France) / au (Maroc) / aux (États-Unis).
Ik ben naar (Parijs) geweest.
Ik ben naar (Frankrijk)/(Marokko)/(Amerika) geweest.
J'ai fait ...
Ik heb ... gedaan.
Il a fait mauvais / bon / (super) beau.
Het was slecht / goed / (super) mooi weer.
samenvatting
behandeld in de les

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Parler de ses vacances
J'ai une bonne idée.
Ik heb een goed idee.
Tu veux aller à (Bruxelles) avec moi ?
Wil je met mij naar (Brussel) gaan?
Tu as envie de venir (avec moi) ?
Heb je zin om (met mij) mee te gaan?
Tu as déjà été à (La Haye) ?
Ben je al naar (Den Haag) geweest?
Qu'est-ce que je peux faire à (Leyde) ?
Wat kan ik in (Leiden) doen?
samenvatting
behandeld in de les

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Poser des questions
?

voorbeeld:

vraagteken

est-ce que

inversie


Tu fais du foot.

Tu fais du foot ?

Est-ce que tu fais du foot ?

Fais-tu du foot ?

samenvatting
behandeld in de les

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Poser des questions
?
Vraagwoorden
qui = wie
 = waar
comment = hoe
pourquoi = waarom
quand = wanneer
quoi = wat
samenvatting
behandeld in de les

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Poser des questions
?
voorbeeld:
gewone zin + vraagwoord

vraagwoord + est-ce que

vraagwoord + 
inversie

Met een vraagwoord
Elle fait de la danse.

Elle fait de la danse où ?


Où est-ce qu' elle fait de la danse ?


Où fait-elle de la danse ?
samenvatting
behandeld in de les

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Poser des questions
?
Tu joues de la guitare ?

Myriam prend des cours de guitare ?

Tes amis jouent de la guitare ?
Joues-tu de la guitare ?

Myriam prend-elle des cours de guitare ?

Tes amis jouent-ils de la guitare ?
Inversie
Let op! Je kunt alleen inversie gebruiken in combinatie met een persoonlijk voornaamwoord (je, tu, il, elle, on, nous, vous, ils, elles).
samenvatting
behandeld in de les

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Poser des questions
?
mannelijk

vrouwelijk

mannelijk meervoud

vrouwelijk meervoud
Quel est ton sport préféré ?

Quelle est ta passion ?

Quels sont tes hobbies ?

Quelles études veux-tu faire ?
Quel
welk / wat
samenvatting
behandeld in de les

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Poser des questions
?

Mehdi joue de la guitare ?


Inès mange des fruits ?




Medhi joue-t-il de la 
guitare ?


Inès mange-t-elle des fruits ?

Inversie
Let op! Bij inversie met il, elle, on kunnen er twee klinkers achter elkaar komen te staan. Er wordt dan een extra t toegevoegd. 
Deze t heeft geen betekenis. 
samenvatting
behandeld in de les

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Au travail
schrijven
lezen
woordenschat
volgorde
Oefen met de volgorde van de informele brief door deze brief in de juiste volgorde te zetten. 
tips en tricks
extra tips bij het schrijven van een informele brief vind je hier
Maak de oefentoets schrijfvaardigheid.

Klaar? Kies dan uit de onderstaande opdrachten:

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Ik kan met behulp van een aantal kant en klare zinnen een persoonlijke brief schrijven in het Frans.
Evalueer jezelf. Geef jezelf een score van 1 tot 3 sterren.
Ik heb mij goed geconcentreerd.
Het lukt mij om de phrases clés aan te passen aan mijzelf.
Het lukt mij om meer over mijzelf te vertellen door extra informatie toe te voegen.

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies