geluid 4: geluidssterkte

geluid 4: geluidssterkte
Je kunt uitleggen wat de amplitude van een trilling is en in welke eenheid deze gemeten wordt.
Je weet met welk apparaat je de geluidssterkte kunt meten.
Je kunt berekeningen maken met het verband tussen geluidssterkte en het aantal geluidsbronnen.

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

geluid 4: geluidssterkte
Je kunt uitleggen wat de amplitude van een trilling is en in welke eenheid deze gemeten wordt.
Je weet met welk apparaat je de geluidssterkte kunt meten.
Je kunt berekeningen maken met het verband tussen geluidssterkte en het aantal geluidsbronnen.

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Planning 1e uur:
-herhalen
- theorie
-opgaven maken
Planning 2e uur: 
- PO
- herhalen
- Wat moet je leren voor de toets?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is geluid?
A
Een luchtje
B
Een snaar
C
Een trilling
D
Een drum

Slide 3 - Quizvraag

Wat is frequentie?
A
hoeveelheid trillingen per seconde
B
De 'hardheid' van geluid
C
Hoe goed het geluid klinkt
D
Hoe snel het geluid door de lucht gaat

Slide 4 - Quizvraag

Koppel de juiste grootheid aan de juiste eenheid
Dichtheid
frequentie
trillingstijd
Hertz (Hz)
gram per kubieke centimeter (g/cm3)
seconden (s)

Slide 5 - Sleepvraag

Welke toon trilt sneller?
timer
0:10
A
Een hoge toon
B
Een lage toon

Slide 6 - Quizvraag

Hoe komt het geluid via jouw stembanden in mijn trommelvlies?
A
Doordat de lucht trilt
B
Doordat jij trilt
C
Doordat je stembanden trillen
D
Doordat er hard gepraat wordt

Slide 7 - Quizvraag

Welke toon klinkt hoger?
A
Een toon met een frequentie van 150 Hz
B
Een toon met een frequentie van 250 Hz
C
Een toon met een frequentie van 600 Hz

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de trillingstijd van de tweede trilling? Elk vakje stelt 0,01 s voor
A
0,01 s
B
0,02 s
C
0,04 s
D
0,08 s

Slide 9 - Quizvraag

Met welk apparaat kan ik een geluidstrilling als beeld laten zien?
A
Een trillingsmeter
B
Een audiogram
C
Een
D
Een oscilloscoop

Slide 10 - Quizvraag

Amplitude
De afstand tussen het midden en de uiterste stand van een trilling.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Decibel (A)
De eenheid van geluidssterkte.



Slide 13 - Tekstslide

Decibel (dB)
De eenheid van geluidssterkte.

De geluidssterkte hangt af van 
de afstand tot de geluidsbron.


Slide 14 - Tekstslide

Luc gaat viool spelen. Hij is goed aan het oefenen.
Ik sta 5 meter verderop met een decibelmeter. Ik meet een geluidssterkte van 15 dB

Slide 15 - Tekstslide

Na een tijdje gaat Tijn naast Luc staan en gaat Tijn meespelen.


Slide 16 - Tekstslide

De geluidssterkte toen Luc in zijn eentje speelde was 15 dB. Hoe groot is de geluidssterkte wanneer Luc en Tijn samen spelen?
A
15 dB
B
18 dB
C
30 dB
D
45 dB

Slide 17 - Quizvraag

Standaard regel met geluidssterkte:

Als het aantal geluidsbronnen twee keer zo groot wordt, neemt de geluidssterkte met 3dB toe.

Slide 18 - Tekstslide

Samenvatting geluidssterkte:
Amplitude is de afstand tussen het uiterste van de geluidstrilling en het midden van de trilling.
Hoe groter de amplitude, hoe groter de geluidssterkte.
De geluidssterkte meet je met een decibelmeter.
Decibel (dB) is de eenheid van geluidssterkte.
Als het aantal geluidsbronnen twee keer zo groot wordt, neemt de geluidssterkte met 3dB toe.

Slide 19 - Tekstslide

Opdrachten maken!
8.3:
1, 3, 4, 5, 9

Slide 20 - Tekstslide

PO
Lees voordat je begint of vragen stelt het volledige protocol van proef 6 op pagina's 221 en 222 van je boek door. 

Slide 21 - Tekstslide

klaar met PO? 
Je kan 2 dingen doen:
1. maak je huiswerk af
2. Neem de leerdoelen die je moet kunnen/weten voor de toets door. Vink de doelen die je al kan/weet af. Bekijk welke opdrachten je extra moet maken om de overige doelen ook af te vinken.

Slide 22 - Tekstslide

Voor volgende week:
De toets is het 5e uur (1e uur van het blokuur)
De toets is online, neem je opgeladen laptop mee
Neem ook een rekenmachine mee
Bij vragen, stuur mij een mail/bericht op teams
Ook kan je andere nask docenten of TOA's om hulp vragen, er lopen er meestal wel 1 of 2 rond de lokalen 205 en 206

Slide 23 - Tekstslide

Exit ticket
  • Waarmee kun je geluidssterkte meten?
  • Ik sta op een festival, aan het begin van de dag staan 2 speakers aan. Ik meet een geluidssterkte van 30 dB. Later op de dag staan er 4 speakers aan. Hoe groot is de geluidssterkte nu?
  • Welke trilling heeft een grotere amplitude, rood of blauw?


Slide 24 - Tekstslide