H6 les 2 geluid herhaling par 3 en par 4

Welkom
Werk deze les zelfstandig door.
Maak als je klaar bent met dit alle test je zelfs van H6 tot het groene vinkjes zijn.
Voorbereiding op de toets!
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Werk deze les zelfstandig door.
Maak als je klaar bent met dit alle test je zelfs van H6 tot het groene vinkjes zijn.
Voorbereiding op de toets!

Slide 1 - Tekstslide

Planning
informatie
Leerdoelen
Theorie H6 par 3.
Theorie H6 par 4.


Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Informatie

Toets informatie:
toets H6 par 1 t/m 4
in de toetsweek

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan je:
  • Uitleggen wat het verband is tussen de amplitude van een trilling en de geluidssterkte.
  • Het verband geven tussen het aantal geluidsbronnen en de geluidssterkte.
  • Het verschil uitleggen tussen schadelijk en hinderlijk geluid.
  • Je kunt 3 manieren om geluidsoverlast te bestrijden benoemen en voorbeelden geven.

Slide 4 - Tekstslide

Theorie par 3. 

Slide 5 - Tekstslide

De geluidssterkte geeft aan hoe hard het geluid is dat door de geluidsbron wordt geproduceerd.

Slide 6 - Tekstslide


Wat geeft de amplitude aan?
A
Hoe lang het geluid afspeelt
B
Hoe hard het geluid is.
C
Hoeveel trillingen er zijn
D
hoe lang de trillingen duren

Slide 7 - Quizvraag

Amplitude = de afstand tussen het midden van de trilling en hun uiterste stand.

Het is de maximale uitwijking van de golfbeweging.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide


De golflengte wordt bepaald door de amplitude. Hoe harder een geluid, hoe ... de amplitude.
A
Hoger
B
Lager
C
Harder
D
Zachter

Slide 10 - Quizvraag

Als het geluid wegsterft, wordt de amplitude
A
Nul
B
Maximaal
C
Hoger
D
Lager

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

De geluidssterkte wordt gemeten in decibel (dB)

 
Je meet dit met een geluidssterkte meter of decibelmeter. Ook zijn er apps waarmee je het kan meten.

Slide 13 - Tekstslide

Als je het aantal geluidsbronnen verdubbelt, wordt het geluid niet twee keer zo luid.

Hoe groot het aantal decibel wel wordt kan je berekenen door:
Als het aantal geluidsbronnen 2x zo groot wordt, neemt de geluidssterkte met 3dB toe.

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht
Er zijn 2 leerlingen in de klas aan het praten. Deze produceren een geluidsterkte van 60 dB. De rest van de klas komt binnen en begint ook te praten. Nu zijn er 16 leerlingen aan het praten.
Welke geluidssterkte wordt er gemeten?



Slide 15 - Tekstslide

Uitwerking
Gegeven: 2 leerlingen = 60 dB
Gevraagd: 16 leerlingen = ? dB


Slide 16 - Tekstslide

Uitwerking
Oplossing:
Als het aantal geluidsbronnen 2x zo groot wordt, neemt de geluidssterkte met 3dB toe.
2 leerlingen = 60 dB
4 leerlingen = 60 + 3 = 63 dB
8 leerlingen = 63 + 3 = 66 dB
16 leerlingen = 66 + 3 = 69 dB
De 16 leerlingen produceren een geluidssterkte van 69 dB.


Slide 17 - Tekstslide

Theorie par 4. 

Slide 18 - Tekstslide

Gehoorschade hangt van 2 dingen af namelijk:
1. De geluidssterkte
2. Tijdsduur van blootstelling aan het geluid.

Slide 19 - Tekstslide

Wat kan je doen/gebruiken om gehoorschade te voorkomen?


schrijf minimaal 3 voorbeelden op

Slide 20 - Tekstslide


Wat is hinderlijk geluid
A
Geluid dat schadelijk is
B
Geluid dat niet schadelijk is
C
Geluid dat erg hard is
D
Muziek die je niet leuk vindt.

Slide 21 - Quizvraag

Hinderlijk geluid = geluid dat niet schadelijk is, maar voor sommige mensen wel vervelend kan zijn.

Slide 22 - Tekstslide

Er zijn 3 manieren om geluidshinder in het verkeer te verminderen:
Bij de bron: geluidsarm asfalt, betere autobanden.
Tussen de bron en de ontvanger: geluidswallen en geluidsschermen.
Bij de ontvanger: extra isolatie bij huizen dicht bij snelwegen.

Slide 23 - Tekstslide


Wat zien we hier
A
geluidsscherm
B
geluidswal
C
geluidsblokkade
D
geluidsmuur

Slide 24 - Quizvraag


Wat zien we hier
A
geluidsscherm
B
geluidswal
C
geluidsblokkade
D
geluidsmuur

Slide 25 - Quizvraag

Tussen de bron en de ontvanger geluidswallen en geluidsschermen.
  • Een geluidswal absorbeert het geluid = de geluidstrillingen dringen een eindje in de wal door, maar doven uit voordat ze de andere kant bereiken.
  • Geluidsscherm die kaatst het geluid terug

Slide 26 - Tekstslide

Leerdoelen
kan je nu?
  • Uitleggen wat het verband is tussen de amplitude van een trilling en de geluidssterkte.
  • Het verband geven tussen het aantal geluidsbronnen en de geluidssterkte.
  • Het verschil uitleggen tussen schadelijk en hinderlijk geluid.
  • Je kunt 3 manieren om geluidsoverlast te bestrijden benoemen en voorbeelden geven.

Slide 27 - Tekstslide