Krachten kunnen gemeten worden met behulp van een krachtmeter.
Deze wordt ook wel een veerunster genoemd.
Kracht (F) meet je in Newton (N)
Slide 3 - Tekstslide
Onthoud!
Op alle voorwerpen werkt de zwaartekracht.
De zwaartekracht is de kracht waarmee de aarde voorwerpen aantrekt.
De zwaartekracht werkt altijd naar beneden.
De zwaartekracht bereken je met de volgende formule:
zwaartekracht = massa × sterkte van de zwaartekracht Fz = m x g (en g is altijd 10!)
Krachten meet je met een krachtmeter of veerunster.
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoelen 3.3 Nettokracht
Je kunt in geval van evenwicht de bijbehorende krachten beschrijven.
Je kunt de netto-kracht/resultante berekenen van krachten die werken op een voorwerp.
Je kunt de wrijvingskracht herkennen als een kracht die tegenwerkt bij een bewegend voorwerp.
Slide 5 - Tekstslide
3.3 Nettokracht
Wat?: Lees 3.3 Nettokracht (p. 144-146 van NOVA 3A)
Hoe?: Klassikaal, in stilte
Slide 6 - Tekstslide
Evenwicht
In deze situatie houden de krachten elkaar in evenwicht. Ze trekken even hard aan de zak, maar in tegenovergestelde richtingen. Daardoor gebeurt er niets: de zak beweegt niet omhoog en ook niet omlaag.
Fv
Fz
Slide 7 - Tekstslide
Evenwicht
Ook in deze situatie zijn er twee krachten die evenwicht maken.
De spankracht Fs ontstaat doordat het touw wordt uitgerekt.
Fs
Fz
Slide 8 - Tekstslide
Evenwicht
Er is ook een andere kracht die vaak evenwicht maakt met Fz .
Het tafel wordt door de schaal een heel klein beetje ingedrukt. Daardoor ontstaat een kracht die recht omhoog werkt: de normaalkracht (Fn).
Fn
Fz
Slide 9 - Tekstslide
Normaalkracht
Slide 10 - Tekstslide
Kracht in evenwicht
Slide 11 - Tekstslide
Wrijvingskracht bij stilstand
Slide 12 - Tekstslide
Oefenen!
Gebruik waar nodig het gegeven dat op aarde geldt:
g = 10 N/kg.
Charlotte is net thuisgekomen uit school. Haar rugzak met
een massa van 13,2 kg staat op de vloer in de gang.
Bereken de zwaartekracht op de rugzak.
Slide 13 - Tekstslide
Antwoord
m = 13,2 kg
g = 10 N/kg
Fz = m x g
= 13,2 × 10
= 132 N
Slide 14 - Tekstslide
Aan de slag!
Wat?: Maak de opdrachten van 3.3 Nettokracht in je boek
(p. 148-153)
Hoe?: Zachtjes, in tweetallen
Wat niet af is, is huiswerk voor de volgende les.
Slide 15 - Tekstslide
Afsluiting
Je kunt in geval van evenwicht de bijbehorende krachten beschrijven.
Je kunt de netto-kracht/resultante berekenen van krachten die werken op een voorwerp.
Je kunt de wrijvingskracht herkennen als een kracht die tegenwerkt bij een bewegend voorwerp.