Casus 2 Maatschappijleer

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Maatschappijleer: casus 2
Lesdoelen:
- Je leest casus 2 en vertelt waar het over gaat.
- Je vertelt waarom het kleiner maken van klassen volgens de casus voor meer leraren zorgt.
- Je neemt een standpunt in met zo veel mogelijk onderbouwde argumenten die je kunt bedenken.

Slide 2 - Tekstslide

Introductie
1. Bekijk de video
2. Na de video: schrijf op wat de voorzitter van de Algemene Onderwijsbond vertelt over de aanpak

Slide 3 - Tekstslide

Wat zegt de voorzitter van de Algemene Onderwijsbond (AOb) over hun idee voor het aanpakken van het lerarentekort? Schrijf in max 3 zinnen

Slide 4 - Open vraag

Hoe ziet de tekst eruit?
Voordat je leest:
1. Wat is de titel van de tekst?
2. Uit hoe veel alinea's bestaat de tekst?

Slide 5 - Tekstslide

Welke verbanden herken je in de tekst?
A
Opsomming en oorzaak-gevolg
B
Oorzaak-gevolg en tegenstelling
C
Tegenstelling en opsomming
D
Voorbeeld en tegenstelling

Slide 6 - Quizvraag

Hoe ziet de tekst eruit?
1. Onderstreep de woorden, stukjes van een zinsdeel of gezegden en uitdrukkingen die je niet goed begrijpt.

2. Zoek de betekenis van de woorden, uitdrukkingen of gezegden zelf op, of vraag het aan de docent.

Slide 7 - Tekstslide

Waar gaat de casus over?
1. Wat vind je van het plan?
2. Waarom denk jij dat de verschillende organisaties met dit plan komen?
3. Wat zou jij doen om het lerarentekort aan te pakken?

Slide 8 - Tekstslide

Zelf aan de slag
1. Beantwoord de vragen die bij de casus horen.
2. Bedenk wat jouw standpunt is over de casus. Ben je voor of tegen de aanpak?
3. Schrijf zo veel mogelijk argumenten op, die jouw standpunt onderbouwen. Tip: zoek online naar artikelen die je kan gebruiken om je argumenten sterker maken.

Slide 9 - Tekstslide

Zelf aan de slag
1. Praat met je buurman over de argumenten die je hebt gevonden.
2. Hebben jullie argumenten die lijken op elkaar, of zelfs hetzelfde zijn? Schrijf dit op een blaadje.
3. Hebben jullie ook argumenten die verschillend zijn? Bespreek deze met elkaar: is het een voor- of tegenargument? Kan jij het zelf gebruiken? 

Slide 10 - Tekstslide