Week 22 -2

¡Bienvenidos a la clase de Español!
Meneer Gómez
Hoy es ___________
Mañana es _____________
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

¡Bienvenidos a la clase de Español!
Meneer Gómez
Hoy es ___________
Mañana es _____________

Slide 1 - Tekstslide

¿Qué vamos a hacer hoy? 
(Wat gaan wij vandaag doen?)
1. Capítulo 3 - Y tú, ¿cómo eres?














.


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

¿Cuál es nuestro objetivo?
In het eind van de les:
1. Ik weet mee over de stad Granada. Inleding -Brond
Ej. 1a,b,c, 2, 3, 4
2. Ik kan een tijdschriftartikel lezen BRON C
Ej. 8
3. Ik kan aantal kledinstukken, sporten, kleuren opnoemen
Vocabulario 3.4 - Kleine toets 06-02 


Wat is ons doel?

Slide 4 - Tekstslide

INTRODUCCIÓN
¿Y tú?, cómo eres?



Slide 5 - Tekstslide

Leer

Páginas28-29

¡Consejos para ir a la moda!

Ejercicio 8

Slide 6 - Tekstslide

TT Hoe beschrijf ik het uiterlijk?
3 werkwoorden:
- Ser (zijn)
- Tener (hebben)
- Llevar (dragen)
Deze werkwoorden gebruik je in standaard combinaties. 

Barbie lleva un vestido rosa.
Ken lleva un smoking negro.

Slide 7 - Tekstslide

¿Qué llevas hoy? 
                                                       llevar - dragen/aanhebben (kleding)


yo
llevo
llevas
él/ella
lleva
nosotros
llevamos
vosotros
lleváis
ellos/ ellas
llevan

Slide 8 - Tekstslide

kleding: werkwoord llevar + kledingstuk
ik draag
llevo
jij draagt
llevas
hij/zij draagt
lleva
wij dragen
llevamos
julllie dragen
lleváis
zij dragen
llevan
een t-shirt
una camiseta
een overhemd
una camisa
een broek
unos pantalones
een spijkerbroek
unos vaqueros
een jas
una chaqueta
een jurk
un vestido
een rok
una falda
blanco/a (+s)
negro/a (+s)
gris (+es)
rojo/a (+s)
verde (+s)
azul (+es)
amarillo/a (+s)
lila (+s)
rosa (+s)
naranja (+s)
marrón (+es)

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

El adjetivo 
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

plaats van het bijvoeglijk naamwoord

Slide 11 - Tekstslide

El adjetivo: bijvoeglijke naamwoorden
                     Wat is een bijvoeglijke naamwoord?
Zegt iets over het zelfstandig naamwoord.
Past zich altijd aan, aan het zelfstandig naamwoord
     mannelijk/vrouwelijk + enkelvoud/meervoud

                                                 De plaats:
                           Bijna altijd achter het zelfst. nw
                           De mooie jurk   -   El vestido bonito
                           Het blauwe huis   -   la casa azul
 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Los adjetivos
Los Adjetivos
Nederlands
Spaans
singular
masc
een knappe man
un hombre guapo
singular
fem
een knappe vrouw
una mujer guapa
plural
masc
twee knappe mannen
dos hombres guapos
plural
fem
twee knappe vrouwen
dos mujeres guapas

Slide 14 - Tekstslide

Color del vestido
El vestido rojo

Slide 15 - Tekstslide

La chica rubia

Slide 16 - Tekstslide

Ojos azules

Slide 17 - Tekstslide

Ejercicios - Adjetivos

Slide 18 - Tekstslide

¡Hasta la próxima clase!

Slide 19 - Tekstslide