Hoofdstuk 3 Poezie en fictie

timer
1:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide


Check in?
A
groene smiley
B
rode smiley
C
oranje smiley

Slide 2 - Quizvraag

Programma
  • Poezie en fictie 
  • Lesvraag:
    Een rijmschema van een gedicht geeft aan.....

  • Voorlezen gedicht
  • Rijmschema
  • Keuzeopdracht
  • gedichten voorlezen
timer
1:00

Slide 3 - Tekstslide

Hoe vond je het gedicht?
A
leuk
B
niet leuk

Slide 4 - Quizvraag

Rijmschema
Een rijmschema geeft aan hoe een gedicht rijmt:

Het dier dat ik het leukste vind,
is een big, dat varkenskind.
Biggen zijn snugger, biggen zijn kien,
edel en deftig. Hoewel, je zult zien:
soms als uitzondering op de regel,
kom je een oliedom biggetje tegen.
Hoe  het gedicht rijmt, geef je aan met hoofdletters.

de eerste rijmklank krijgt de hoofdletter A

Het gedicht hiernaast krijgt het volgende schema:
A - A
B - B
C - C

Slide 5 - Tekstslide

Een sinterklaasgedicht heeft het volgende rijmschema
A
A-A B-B
B
A-B C-D

Slide 6 - Quizvraag


Slide 7 - Open vraag

Voorbeeld
Sint zat te denken,
wat hij jou zou schenken

Slide 8 - Tekstslide

Maak nu zelf twee zinnen van een Sinterklaas gedicht

Slide 9 - Open vraag

Moeten gedichten rijmen?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quizvraag

Moet je in een gedicht punten en komma's gebruiken
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quizvraag

Elfje
Een elfje is een gedicht van 11 woorden.

De opbouw is altijd hetzelfde:

1 woord
2 woorden
3 woorden
4 woorden
1 woord

Slide 12 - Tekstslide

Keuze opdracht
  • Poezie en fictie 
  • Lesvraag:
    Een rijmschema van een gedicht geeft aan.....

  • Voorlezen gedicht
  • Rijmschema
  • Keuzeopdracht
  • gedichten voorlezen
timer
20:00

Slide 13 - Tekstslide

Gedichten voordragen
Lesvraag beantwoorden:

Een rijmschema van een gedicht geeft aan.....


Slide 14 - Tekstslide