Verzorgen vee - medicijngebruik - statusziekten

Verzorgen vee - medicijngebruik - statusziekten
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
MelkveehouderijMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Verzorgen vee - medicijngebruik - statusziekten

Slide 1 - Tekstslide

Verzorgen van Vee
Onderwerp: medicijngebruik en statusziekten 1
Docent: Marloes de Rooij

Slide 2 - Tekstslide

Verantwoord medicijngebruik
Op een juiste manier met medicijnen omgaan
- voor het dier
- voor jezelf
- voor bacteriën en omgeving
- voor het product

Slide 3 - Tekstslide

Curatief vs. preventief
Curatief --> ter behandeling! Er is dus als sprake van ziekte. 

Preventief --> ter voorkoming! Er is dus nog geen ziekte, je wilt het voorkomen. 

Voorbeelden??!!

Slide 4 - Tekstslide

Medicijnen toedienen
Veel verschillende manieren om medicijnen in een koe te krijgen!! 
Deels mag je dat als veehouder zelf, maar ook deels niet!


Slide 5 - Tekstslide

Medicijnen toedienen
Opdracht in 2-tallen
10 minuten

Schrijf zo veel mogelijk manieren op om medicijnen in een koe te krijgen (minimaal 7). 
Schrijf er bij of een veehouder dat zelf mag doen of niet.



Slide 6 - Tekstslide

Medicijnen toedienen
Intamusculair = in de spier
Intraveneus = in de ader (mag je niet zelf, CaMg infuus wordt gedoogd!)
Subcutaan = onderhuids
Intramammair = in de uier
Intrauterine = in de baarmoeder
Topicaal = op de huid
Oraal = in de bek
Intranasaal = in de neus
Anaal = via de anus --> hebben we bij koeien geen voorbeeld van!


Slide 7 - Tekstslide

Wat en hoeveel?
Opdracht in tweetallen
10 minuten

Jullie krijgen een verpakking (zoek zo nodig de bijsluiter op): 
- Wat voor medicijn is het? 
- Waar kun je het voor gebruiken bij koeien? 
- Hoeveel moet een koe van 600 kg krijgen? 
- Hoe dien je het toe? 
- Wat is de wachttijd
 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Antibiotica 
Over de gehele veehouderij
Het antibioticagebruik is in 2019 met 48% gedaald ten opzichte van 2009 

Melkveehouderij --> Bijna 70%! --> Grootste klapper door selectief droogzetten!


Slide 15 - Tekstslide

Dierdagdosering
Defined daily dose animal/jaar
Dagdosering per dierjaar 

Gemiddeld 2,4 in NL over ruim 15.500 melkkoeien bedrijven

Slide 16 - Tekstslide

Waar werkt antibiotica tegen?

Slide 17 - Open vraag

Verschillende antibiotica
1e keus
2e keus
3e keus 

Ander aangrijpingspunt op de bacterie​
               - Celwand – DNA​
Doden bacteriën of remmen de groei van bacteriën

Slide 18 - Tekstslide

1e keus
Middelen die werkzaam zijn voor de indicatie waar tegen ze gebruikt worden​


Waarvan bekend is dat er niet specifiek resistentie op treedt door het gebruik er van​

Bv​
Engemycine/oxytetracycline​
Procapen​





Slide 19 - Tekstslide

2e keus
Nee tenzij… ​

Je kunt onderbouwen waarom je het middel inzet​
Bv je verwacht dat er verschillende soorten bacteriën (bv gram negatieve en gram positieve) bij betrokken zijn​
Of uit een gevoeligheidsbepaling is gebleken dat de bacterie niet gevoelig is voor antibiotica​

Bijvoorbeeld: ​
Avuloxil ​
Ampiciline





Slide 20 - Tekstslide

3e keus
Van kritisch belang voor de humane gezondheidssector​


Nee tenzij: alleen voor individuele dieren als op basis van bacteriologisch onderzoek inclusief gevoeligheidsbepaling is aangetoond dat er geen alternatieven zijn​

Onderzoek is verplicht! ​

Bijvoorbeeld​
Colistine
Baytril






Slide 21 - Tekstslide

Soorten bacteriën
Verschil in celwand​


Gram negatieve bacteriën ​--> e. coli, klebsiella
 - Dunne laag celwand​

Gram positieve bacteriën ​ --> staph aureus, strept. uberis
 - Hele dikke laag celwand​

Vraagt om verschillende soorten antibiotica --> een deel van de antibiotica grijpt aan op de celwand




Slide 22 - Tekstslide

Resistentie
Resistentie betekent: ‘in staat zijn weerstand te bieden’​

→ ongevoelig voor bepaalde antibiotica​

Resistentie kan ontstaan doordat bacteriën onderling informatie uit kunnen wisselen en zich snel kunnen delen.


Slide 23 - Tekstslide

Bacteriekweek
​Uit verschillende soorten weefsels​
Melk de meeste gebruikte!​

Bacteriën hebben gemiddeld 24-48 uur nodig om in een broedstoof van 37 graden C te groeien zodat ze zichtbaar worden op een voedingsbodem ​












Slide 24 - Tekstslide

Gevoeligheidsbepaling
Monstername schoon! ​

Gevoeligheidsbepaling​
- 1 bacteriesoort ​
- Nog weer 20-24 uur verder​

Moet voor 3e keus --> maar dus al ongeveer 48 uur verder!​
Dode koe? ​
Onderzoek nodig voor de rest van de koeien!

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

5 statusziekten
Elk melkveebedrijf heeft voor 5 dierziekten een verplichte status.

Belangrijk dat je weet welke dit zijn!

Opdracht --> in 2-tallen

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht
In tweetallen
Tabel invullen over de 5 dierziekten
Gebruik de website van de Gezondheidsdienst voor Dieren als bron!
Doe ieder onderwerp samen! Zoek samen!

30 minuten!

Slide 28 - Tekstslide

5 statusziekten
IBR

BVD

Paratuberculose 

Salmonella

Leptospirose

Slide 29 - Tekstslide

Leren voortgangstoets: 

Slide 30 - Tekstslide