4.4 Stedelijke ontwikkelingen

4.4. Stedelijke ontwikkelingen
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.4. Stedelijke ontwikkelingen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4.4 Stedelijke ontwikkelingen
Deze les: achteruitgang en het verleden
volgende les: vooruitgang naar het heden

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • de ontwikkeling van steden vanaf 1830 tot nu beschrijven in termen van ruimtelijke inrichting en economie; uitleggen hoe de inrichting van de stad verandert na 1990;
  • uitleggen waarom steden na 1990 een transformatie (grote verandering) ondergaan;
  • een verband leggen tussen de ruimtelijke ontwikkeling van steden en de demografische ontwikkelingen.



Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen deel I
Ontstaan en locatie wijken

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nederland: stedelijke ontwikkeling

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Historische binnenstad

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opkomst van de stad



Industriële revolutie


Opkomst fabrieken en 19e-eeuwse woningen -> waar?

Slide 8 - Tekstslide

Rondom en net buiten het historische centrum

Urbanisatie-> mensen trekken van het platteland naar de stad, verstedelijking. 
Oude industrieterreinen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

19e-eeuwse arbeiderswijk
Assendorp / Kamperpoort

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Locatie station

Slide 11 - Tekstslide

Waarom liggen veel stations in Nederland buiten het historisch stadscentrum?
Vanaf 1830 begon de aanleg van de spoorwegen. Historische binnensteden bestonden al honderden jaren en in de 19e-eeuwse arbeiderswijk stonden de fabrieken en de materialen die ze nodig hadden.
Naast spoor werd ook veel vervoerd over water, waarom?
de wegen waren nog te slecht voor veel vervoer

Slide 12 - Tekstslide

Tot ver na de Tweede Wereldoorlog kenden de Nederlandse steden ‘woningnood’.

Na-oorlogse (flat) wijken (wederopbouw)
Holtenbroek

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na 1970 -> Suburbanisatie

Naar groeikernen buiten de stad mogelijk door:
- het vervoer verbeterde (meer treinen, bussen, auto’s)
- meer ruimte
- een veilige speelgelegenheid

Slide 14 - Tekstslide

Waarom bleef de stad wel belangrijk?
Werkgelegenheid bleef grotendeels in de stad.
Dit had een negatieve consequentie:
lange files vanwege het woon-werkverkeer

Gevolg van Suburbanisatie
  • alleen laagwaardige voorzieningen blijven over, zoals een snackbar en een goedkope supermarkt
  • veel werkloosheid en drugsoverlast
  • stationsgebieden raakten verloederd en op de oude industrieterreinen stonden de fabrieken leeg

Slide 15 - Tekstslide

Doordat de rijkere gezinnen wegtrokken:
was er weinig koopkracht onder bewoners van steden

Achteruitgang
De stad verkrotte verder na 1970, waarom?

Wie wonen er in deze verkrotte wijken?



Slide 16 - Tekstslide

De stad verkrotte verder na 1970. Waarom?
Het armere deel van de bevolking die suburbanisatie niet konden betalen concentreerde zich in de oude wijken.
Welke groepen zijn dit?
ouderen, migranten en studenten

Aan de slag
4.4 opdrachten
Alles behalve 6


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen? Deel II
Terugkoppeling vorige les
Deze les: maatregelen stad opknappen

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

19e-eeuwse arbeiderswijk
Assendorp / Kamperpoort

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na-oorlogse (flat) wijken (wederopbouw)
Holtenbroek

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Na 1970 -> Suburbanisatie

Naar groeikernen buiten de stad mogelijk door:
- het vervoer verbeterde (meer treinen, bussen, auto’s)
- meer ruimte
- een veilige speelgelegenheid

Slide 21 - Tekstslide

Waarom bleef de stad wel belangrijk?
Werkgelegenheid bleef grotendeels in de stad.
Dit had een negatieve consequentie:
lange files vanwege het woon-werkverkeer

  • de ontwikkeling van steden vanaf 1830 tot nu beschrijven in termen van ruimtelijke inrichting en economie; uitleggen hoe de inrichting van de stad verandert na 1990;
  • uitleggen waarom steden na 1990 een transformatie (grote verandering) ondergaan;
  • een verband leggen tussen de ruimtelijke ontwikkeling van steden en de demografische ontwikkelingen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Achteruitgang -> vooruitgang
Stadsvernieuwing
  • Renovatie: opknappen
  • Sanering: sloop en nieuwbouw.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stad komt weer tot bloei (>1990)

Slide 24 - Tekstslide

Na 1990 bloeide de stad op dankzij
de kenniseconomie
Men wilde weer wonen in de stad wonen, dit proces heet:
re-urbanisatie
Wie waren en waar gingen deze ‘nieuwe bewoners’ van de stad wonen?
In de 19e-eeuwse arbeiderswijken kochten afgestudeerde studenten en mensen in de creatieve sector een etage en knapten deze op.

Wat deed de gemeente?
Herstructurering -> aantrekken van meer koopkracht naar de stad

Gevolg: Een hoogwaardiger voorzieningenniveau: duurdere winkels en hippere horeca

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herstructurering: het gebied krijgt een nieuwe functie krijgt 
- van wijk met goedkope sociale huur naar wijk met duurdere (koop of private huur) woningen. 


- of van industrie/haven gebied naar woon/uitgaangsgebied 

Net als bij stadsvernieuwing kan dit via renovatie of sanering

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gevolg van herstructurering 
Verandering in de:
  • de bevolkingssamenstelling
  • het voorzieningenniveau

Gentrificatie


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vierde Nota Extra (VINEX)


Vanaf de jaren 1990 werden aan de rand van de steden VINEX-wijken gebouwd

Slide 28 - Tekstslide

Duizenden nieuwe woningen om plaats te bieden aan mensen die de stedelijke voorzieningen weer nieuw leven in konden blazen.

Vinex-wijken 

Slide 29 - Tekstslide

Wijdevenne?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Opdrachten: 1, 2 3b, 5
Moeite met gentrificatie? Luister dan nog even

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welk type wijk heeft vaak verkrotting (verslechtering van de kwaliteit) plaatsgevonden.
A
Vinex wijken
B
Historische binnensteden
C
Naoorlogse wijken
D
19e eeuwse arbeiderswijken

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gentrificatie
Dit is een bijzondere vorm van stedelijke vernieuwing waarbij de rol van de lokale overheid heel gering is en de vernieuwing niet altijd ten goede komt van de oorspronkelijke bewoners.


In 3 stappen:
1. Rijke mensen kopen huizen en knappen deze op;
2. Middenklasse trekt in de wijk waarmee de gemiddelde woningprijzen stijgen;
3. Oorspronkelijke inwoners kunnen de stijgende prijzen niet betalen en worden verdrongen uit hun eigen woonwijk



Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gentrificatie
We bekijken zo een filmpje over gentrificatie. 

Gentrificatie klinkt heel positief, maar toch is niet iedereen er blij mee. 
Noteer tijdens het kijken van het filmpje voor en nadelen van dit proces. Probeer ook te bedenken voor wie die voor dan wel nadelen zijn. 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Video

Deze slide heeft geen instructies

stadscentrum
arbeiderswijken
naoorlogse wijken
Vinexwijk
jaren-`70-wijken
vooroorlogse wijken

Slide 37 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk type wijk heeft vaak verkrotting (verslechtering van de kwaliteit) plaatsgevonden.
A
Vinex wijken
B
Historische binnensteden
C
Naoorlogse wijken
D
19e eeuwse arbeiderswijken

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • de ontwikkeling van steden vanaf 1830 tot nu beschrijven in termen van ruimtelijke inrichting en economie; uitleggen hoe de inrichting van de stad verandert na 1990;
  • uitleggen waarom steden na 1990 een transformatie (grote verandering) ondergaan;
  • een verband leggen tussen de ruimtelijke ontwikkeling van steden en de demografische ontwikkelingen.



Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aanrader!

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De situatie in de jaren 1980
In de steden spelen er een aantal problemen op die sinds de jaren 80 meer aandacht krijgen. 
Deze problemen zijn:
-  Verkrotting 
-  Lage leerbaarheid / gevoelens van onveiligheid
- Toenemende segregatie

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'70 Suburbanisatie
  • Welvaartstijging 
  • Woonerven / Bloemkoolwijken

  • Suburbanisatie: vertrekken jonge gezinnen uit stad naar nieuwe woonwijken rand stad en omliggende dorpen -> aanwijzen groeikernen. 

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gentrificatie
Als herstructurering lukt dan komen komen er 
mensen met een hoger inkomen in de wijk wonen. 
Hierdoor zullen ook de voorzieningen zich op deze nieuwe bewoners aanpassen. 

Dit proces van verandering in de 
bevolkingssamenstelling en het 
voorzieningenniveau noemen we 
Gentrificatie

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies