Wat moet je kunnen en kennen voor de toets?
Je leert:
- het verschil tussen mij / me en mijn / m'n
- het verschil tussen jou, jouw en jij
- vergelijkingen te maken met "als" en " dan"
Ook leer je
- wat een palindroom is
- moeilijke schoolboekwoorden
- moeilijke woorden uit dit hoofdstuk
- verschillende spreekwoorden en uitdrukkingen