H2 ophalen H3 oefenen (G3)

toetsweek komt eraan
H2 scheidingsmethoden
H3 groene stencil boek (synthese en blokschema niet)

1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

toetsweek komt eraan
H2 scheidingsmethoden
H3 groene stencil boek (synthese en blokschema niet)

Slide 1 - Tekstslide

planning 
H2 scheidingsmethoden ophalen
H3 groene stencil boek oefenen
--------
vrijdag SO elementen en formules

Slide 2 - Tekstslide

Zuivere stof of mengsel?
A
a: mengsel b: zuivere stof c: mengsel
B
a: zuivere stof b: zuivere stof c: mengsel
C
a: mengsel b: mengsel c: mengsel
D
a: zuivere stof b: zuivere stof c: zuivere stof

Slide 3 - Quizvraag

welk plaatje heeft moleculen?
A
plaatje A
B
plaatje B
C
plaatje B en C
D
alle drie de plaatjes

Slide 4 - Quizvraag

Bij scheiden gaan de moleculen kapot

A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quizvraag

scheiden op deeltjes niveau
sorteren van deeltjes/ moleculen

Slide 6 - Tekstslide

Een suspensie kun je scheiden door
A
indampen
B
extraheren/ extractie
C
filtreren
D
destilleren

Slide 7 - Quizvraag

Suspensie
bezinken
filtreren
centrifugeren

Slide 8 - Tekstslide

oplossing
emulsie
suspensie

Slide 9 - Sleepvraag

Welke scheidingsmethoden kun je NIET gebruiken bij een oplossing?
A
Destilleren
B
Filtreren
C
Indampen
D
adsorberen

Slide 10 - Quizvraag

Suspensie
Residu
Filtraat

Slide 11 - Sleepvraag

Bij welke 2 scheidingsmethoden maak je gebruik van verschil in kookpunt?
A
destilleren & adsorberen
B
indampen & filtreren
C
destilleren & indampen
D
filtreren & bezinken

Slide 12 - Quizvraag

Destillaat
Residu
Koeler

Slide 13 - Sleepvraag

Welke scheidingsmethoden kies je wanneer je zout wilt winnen uit zeewater?
A
Indampen
B
Filtreren
C
Bezinken
D
Destilleren

Slide 14 - Quizvraag

Waarop berust de Scheidingsmethoden extraheren?
A
Verschil in dichtheid
B
Verschil in kookpunt
C
Verschil in deeltjes grootte
D
Geen van deze antwoorden is juist

Slide 15 - Quizvraag

Leren is oefenen en doen
Je kunt alle opgaven van hoofdstuk 2 maken om te oefenen
Maak ook vooral het oefenproefwerk!

Slide 16 - Tekstslide

Het symbool voor aluminium is
A
Al
B
Am
C
AL
D
A

Slide 17 - Quizvraag

Het symbool voor zink is
A
Zv
B
Zn
C
At
D
Ag

Slide 18 - Quizvraag

Het symbool Sn betekent
A
Stannium
B
Zink
C
Tin
D
IJzer

Slide 19 - Quizvraag

Het symbool Co is
A
Koolstof
B
Koolstofmonooxide
C
Koper
D
Kobalt

Slide 20 - Quizvraag

vrijdag een SO
tabel 1 -2 - 3 

bekijk dit voor 5 min daarna gaan we verder. 

Slide 21 - Tekstslide

Geef het symbool van kalium

Slide 22 - Open vraag

Geef het symbool van zilver

Slide 23 - Open vraag

de formule NH3 betekent
A
ammoniak
B
stikstoftriwater
C
methaan
D
salpeterzuur

Slide 24 - Quizvraag

de formule CH4
A
aardgas
B
Koolstofmonooxide
C
methaan
D
suiker

Slide 25 - Quizvraag

Geef de juiste naam voor Pt

Slide 26 - Open vraag

Geef de juiste naam voor B

Slide 27 - Open vraag

huiswerk was
kloppend maken en leerwerk
de verschillen zijn groot

Slide 28 - Tekstslide

Wat is in deze formule het coëfficiënt
A
4
B
2
C
6
D
2 en 6

Slide 29 - Quizvraag

hoeveel zuurstof atomen hebben we?
A
1
B
4
C
8
D
24

Slide 30 - Quizvraag

Is deze reactie kloppend?
A
ja
B
nee

Slide 31 - Quizvraag

Hoeveel fosfor (P) atomen in totaal?
2P2O3

Slide 32 - Open vraag

Maak de reactievergelijking kloppend

2P2O3....P+3O2
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 33 - Quizvraag

Hoeveel chloor (Cl) atomen in totaal?
3Cl2

Slide 34 - Open vraag

Maak de reactievergelijking kloppend

2P+3Cl2......PCl3
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 35 - Quizvraag

Maak de reactievergelijking kloppend

... AgCl --> ... Ag + ... Cl2
A
2 . 1. 1.
B
4 . 4. 2.
C
2 . 2 . 1.
D
1 . 1 . 1.

Slide 36 - Quizvraag

Welke coëfficiënten moet je invullen om de vergelijking kloppend te maken?

....H2O+....F2....HF+....O2
A
1 . 1 . 2 . 1.
B
2 . 2 . 2 . 1.
C
2 . 2 . 4 . 2.
D
2 . 2 . 4 . 1.

Slide 37 - Quizvraag

Ik beheers het kloppend maken van reactievergelijkingen
Ja ook de moeilijke versies
voldoende
matig
nee, ben dit helemaal kwijt
nee, dit heb ik nooit gehad

Slide 38 - Poll

volgende week hiermee verder 
toch nog hulp nodig bij kloppend maken?
Bekijk dan het filmpje in teams of stuur je docent een berichtje

Slide 39 - Tekstslide

Maak de onderstaande reactievergelijking kloppend:
...H2S(g)+...O2(g)>...H2O(l)+...SO2(g)
A
1 -1-1-1
B
1-2-1-1
C
1-2-2-1
D
2-3-2-2

Slide 40 - Quizvraag

Maak de volgende reactievergelijking kloppend:

....KMnO4
..K2O+...MnO+...O2
A
2, 1, 2, 2
B
2, 1, 2, 3
C
4, 2, 4, 6
D
1, 1, 2, 1

Slide 41 - Quizvraag