Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Begrijpend lezen les 10: herhaling
Nederlands
Begrijpend lezen
Les 10:
VWO 2
P2 2022-2023
1 / 51
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
51 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Nederlands
Begrijpend lezen
Les 10:
VWO 2
P2 2022-2023
Slide 1 - Tekstslide
Voor de vakantie hebben we de volgende onderdelen behandeld.
Je kent de 5 tekstdoelen, 5 tekstsoorten en verschillende tekstvormen bij de 5 tekstsoorten.
Je kent 4 manieren om een tekst in te leiden en 3 manieren om een tekst af te sluiten.
Je kunt het onderwerp en de deelonderwerpen van een tekst benoemen.
Je kunt de hoofdgedachte van een tekst formuleren.
Je kunt passende tussenkopjes boven de alinea’s van een tekst formuleren.
Je kunt benoemen wat de functie van de titel is.
Je kunt benoemen voor welk publiek een tekst is geschreven.
Je kunt benoemen waar de verwijswoorden in een tekst naar verwijzen.
Je kunt de kernzinnen van de alinea’s benoemen.
Je kunt de hoofdzaken en de bijzaken van een tekst benoemen.
Je kunt bepalen of een tekst(gedeelte) subjectief of objectief is.
Je kent en herkent verschillende tekstverbanden en signaalwoorden.
Je kunt argumenten en tegenargumenten in een tekst herkennen.
Slide 2 - Tekstslide
Aan het einde van deze les ...
... heb je alles nog een keer herhaald en daarmee geoefend.
(Blok 1 t/m 5 van het boek Op Niveau onderdeel lezen).
Slide 3 - Tekstslide
Aan de slag!
Pak je boek Op Niveau erbij.
Blz. 299/300
Lees tekst 4:
Topsporter is per definitie slim
grondig
.
Slide 4 - Tekstslide
Aan de slag!
Log in bij Lessonup: Begrijpend lezen les 10
Ga naar slide 6.
Maak de vragen op slices 6 t/m 21
De vragen horen bij tekst 4:
Topsporter is per definitie slim
Slide 5 - Tekstslide
1. Welke manier gebruikt de schrijver om de tekst in te leiden?
A
De schrijver kondigt het onderwerp van de tekst aan.
B
Hij noemt de aanleiding voor het schrijven.
C
Hij stelt een aantal vragen.
D
Hij vertelt een anekdote.
Slide 6 - Quizvraag
2. Waarnaar verwijst 'dat' r. 17?
Slide 7 - Open vraag
3. Waarnaar verwijst 'dat' r. 37?
Slide 8 - Open vraag
4. Waarnaar verwijst 'die' r. 43?
Slide 9 - Open vraag
5. Waarnaar verwijst 'dat' r. 62?
Slide 10 - Open vraag
6. In de inleiding staat een signaalwoord voor het verband uitspraak-reden. Schrijf dat signaalwoord op.
Slide 11 - Open vraag
7. Schrijf de uitspraak en de reden op.
Slide 12 - Open vraag
8. Noteer de kernzin van alinea 3.
Slide 13 - Open vraag
9. Past het tussenkopje 'Sportprestaties' goed bij de belangrijkste inhoud van alinea 5? Leg je antwoord uit.
Slide 14 - Open vraag
10. In regel 41 staat het signaalwoord omdat. Welk verband geeft dit signaalwoord aan?
Slide 15 - Open vraag
11. Schrijf de delen van dit verband volledig op.
Slide 16 - Open vraag
12. Op welke manier zijn de derde en de vierde alinea met elkaar verbonden? Licht je antwoord kort toe.
Slide 17 - Open vraag
13. Schrijf de hoofdzaak/hoofdzaken van alinea 4 op.
Slide 18 - Open vraag
14. Kies het juiste antwoord. In deze tekst...
A
brengt de schrijver zijn eigen mening naar voren.
B
geeft de schrijver een of meer meningen van anderen.
C
beschrijft de schrijver een of meer meningen van anderen en voegt daar zijn eigen mening aan toe.
Slide 19 - Quizvraag
15. Kies het juiste antwoord.
Deze tekst is ...
A
objectief
B
subjectief
Slide 20 - Quizvraag
16. Leg je antwoord op vraag 15 uit.
Slide 21 - Open vraag
Extra oefenen
Vanaf slide 23 heb je de gelegenheid om zelf nog wat extra te oefenen.
Wil je niet extra oefenen dan ga je lezen in het boek 'Geest'.
Slide 22 - Tekstslide
Aan de slag!
Ga naar blz. 302
Lees tekst 5:
Een jaar zittenblijven helpt je verder
Maak vervolgens de vragen vanaf slide 24.
Slide 23 - Tekstslide
1. In de inleiding staat een tegenstelling. Schrijf de twee delen van de tegenstelling op.
Slide 24 - Open vraag
2. Op welke twee manieren zijn de tweede en derde alinea met elkaar verbonden?
Slide 25 - Open vraag
3. Leg je antwoord op vraag 2 uit.
Slide 26 - Open vraag
4. In alinea 2 en 3 worden 4 nadelen van zittenblijven genoemd. Welke signaalwoorden sommen deze nadelen op?
Slide 27 - Open vraag
5. Schrijf de hoofdzaak van alinea 4 op.
Slide 28 - Open vraag
6. In alinea 4 staat een signaalwoord voor het verband uitspraak-reden. Schrijf dat signaalwoord op.
Slide 29 - Open vraag
7. Schrijf beide delen op.
Slide 30 - Open vraag
8. Het tussenkopje'Anders leren' past niet bij de inhoud van de alinea eronder. Noteer een passend tussenkopje.
Slide 31 - Open vraag
9. Wat is het tekstdoel van de tekst?
Slide 32 - Open vraag
10. Deze tekst is ...
A
objectief
B
subjectief
Slide 33 - Quizvraag
11. Leg je antwoord op vraag 10 uit.
Slide 34 - Open vraag
Aan de slag!
Ga naar blz. 303
Lees tekst 6:
Reacties van lezers
Maak de vragen op de volgende slides.
Slide 35 - Tekstslide
1. Rob is ...
A
voor zittenblijven
B
tegen zittenblijven
Slide 36 - Quizvraag
2. Schrijf de mening van Rob op.
Slide 37 - Open vraag
3. Met welk argument onderbouwt hij zijn mening?
Slide 38 - Open vraag
4. Schrijf de feiten uit de tekst van Rob op.
Slide 39 - Open vraag
5. Martijn is ...
A
voor zittenblijven
B
tegen zittenblijven
Slide 40 - Quizvraag
6. Schrijf de mening van Martijn op.
Slide 41 - Open vraag
7. Met welk argument onderbouwt hij zijn mening?
Slide 42 - Open vraag
8. Schrijf de feiten uit de tekst van Martijn op.
Slide 43 - Open vraag
9. Charella is ...
A
voor zittenblijven
B
tegen zittenblijven
Slide 44 - Quizvraag
10. Schrijf de mening van Charella op.
Slide 45 - Open vraag
11. Met welk argument onderbouwt zij haar mening?
Slide 46 - Open vraag
12. Schrijf de feiten uit de tekst van Charella op.
Slide 47 - Open vraag
13. Is tekst 6 in z'n geheel objectief of subjectief?
A
subjectief
B
objectief
Slide 48 - Quizvraag
14. Leg je antwoord op vraag 13 uit.
Slide 49 - Open vraag
Extra oefenen
Extra oefenen:
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-1-verbindingswoorden/
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-2-verbindingswoorden/
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-3-verbindingswoorden/
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-4-verbindingswoorden/
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-1-voegwoorden/
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-2-voegwoorden/
Slide 50 - Tekstslide
Extra oefenen:
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/opdracht-3-schrijfdoelen-en-tekstsoorten/
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/opdracht-2-schrijfdoelen-en-tekstsoorten/
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/opdracht4-publieksgerichtheid/
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/opdracht-schrijfdoel-tekstsoort-en-tekststructuur/
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/vragen-bij-opdracht-5-tekstopbouw/
https://www.cambiumned.nl/oefeningen/opdracht-6-tekstopbouw/
http://www.onlinenederlands.nl/pagina587.html
http://www.onlinenederlands.nl/pagina591.html
Slide 51 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Begrijpend lezen les 10: herhaling
Januari 2024
- Les met
51 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Toetsweek begrijpend lezen les 7: oefenen met tekst.
Februari 2024
- Les met
49 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Leesvaardigheid les 6: Mening, argument en tegenargument
Januari 2020
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Begrijpend lezen les 8: Mening, argument en tegenargument
Maart 2024
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Les 3 leesvaardigheid
September 2022
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Begrijpend lezen les 6,7 en 8
Januari 2024
- Les met
38 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
wk 50: les 1+2
December 2020
- Les met
39 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Les 8 leesvaardigheid
December 2020
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2