voltooid deelwoord havo/vwo 2

het voltooid deelwoord 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

het voltooid deelwoord 

Slide 1 - Tekstslide

Mhhh....... wat is eigenlijk het voltooid deelwoord?

Slide 2 - Tekstslide

Kijk naar de onderstaande zinnen
ik heb brood gegeten.
Piet heeft de pop gemaakt.
Saskia heeft de fiets gerepareerd.
Jan is naar Zwolle gegaan.

Slide 3 - Tekstslide

Ahhh ik weet het al......
Als je wil vertellen dat iets al gebeurt is, dan gebruik je een voltooid deelwoord in een zin. Voltooid betekent dat iets af is.
Dus je verteld iets in de verleden tijd. 

Slide 4 - Tekstslide

Hoe bouw je de zinnen in een verleden tijd?
Kijk naar de onderstaande zinnen.
Ik heb  een  appel gekocht  =  ich habe  einen Apfel gekauft
ik heb de hele nacht gespeeld = ich habe die ganze Nacht gespielt
Ik  ben thuis geweest = ich bin zu Hause gewesen

Slide 5 - Tekstslide

Samenvatting 
Als je iets in het verleden  wil vertellen gebruik je:
vorm van sein of haben + voltooid deelwoord:
 Ik heb gezien = Ich habe gesehen

Slide 6 - Tekstslide

 Hoe vorm je een voltooid deelwoord in het Duits?
Kijk naar de volgende video.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Samenvatting  ge + stam +t
Let op !!!!
1. Als de stam van het werkwoord op -t, -d  of een dubbele medeklinker (bijvoorbeeld zeichnen, rechnen öffnen) eindigt, dan komt er een extra -e voor de uitgang.  gewartet
2.  De werkwoorden die eindigen op -ieren, hebben geen ge- voor de stam.
notiert

Slide 9 - Tekstslide

Let op !!!!
Het is nog derde uitzondering .
De voltooid deelwoorden van  onregelmatige werkwoorden sein en werden zijn:
sein = gewesen
werden = geworden

Slide 10 - Tekstslide

Geen paniek. Wij zijn nu helemaal klaar met theorie en nu ga je aan de slag met oefenen. 

Slide 11 - Tekstslide

Het voltooid deelwoord van het werkwoord kaufen is
A
gekauft
B
gekaufd
C
kauft
D
kaufen

Slide 12 - Quizvraag

Het voltooid deelwoord van het werkwoord haben is
A
habt
B
gehabd
C
gehabt

Slide 13 - Quizvraag

Het voltooid deelwoord van het werkwoord wohnen is
A
wohnen
B
gewohnd
C
gewohnt
D
wohnt

Slide 14 - Quizvraag

Het voltooid deelwoord van het werkwoord studieren is
A
gestudiert
B
gestudierd
C
studiert
D
studieren

Slide 15 - Quizvraag

Het voltooid deelwoord van het werkwoord arbeiten is
A
arbeitet
B
gearbeitet
C
arbeiten
D
gearbeit

Slide 16 - Quizvraag

Het voltooid deelwoord van het werkwoord werden is
A
gewerdet
B
geworden
C
gewert

Slide 17 - Quizvraag

Het voltooid deelwoord van het werkwoord melden is
A
gemeldet
B
gemeld
C
gemelt

Slide 18 - Quizvraag

Waar is een fout ?
A
geöffnet
B
gesucht
C
gewesen
D
gewerden

Slide 19 - Quizvraag

Er .............. die ganze Zeit gewartet.
A
ist
B
hat

Slide 20 - Quizvraag

Wie lange hast du in Berlin ..............?
A
gewesen
B
gewohnt
C
gelacht
D
restaurierd

Slide 21 - Quizvraag

Ga nu aan de slag met de opdracht van het WB 14.2 a en c blz 52-54 en ook D 20 blz 106  
Ga aan de slag met opdracht van het WB 14.2 a en c 

Slide 22 - Tekstslide