1e en 4e naamval persoonlijk voornaamwoord


1e en 4e naamval

persoonlijk voornaamwoord
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les


1e en 4e naamval

persoonlijk voornaamwoord

Slide 1 - Tekstslide

ich
du
sie
er
es
wir
ihr
sie
Sie
IK
U
ZIJ MV.
JULLIE
WIJ
HET
ZIJ EV.
HIJ
JIJ

Slide 2 - Sleepvraag

IDEWIS

ich                        du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
Deze persoonlijke voornaamwoorden staan in de 1e naamval = onderwerp

Ich habe eine Schwester.

Wir spielen Tennis.

Hast du mein Handy gefunden?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

voorzetsel met de 4e naamval

durch = door
für = voor
ohne = zonder
um = om
gegen = tegen

Na deze voorzetsels komt automatisch de 4e naamval

Slide 5 - Tekstslide

Das Geschenk ist für dich.

Ich gehe nicht ohne ihn in die Stadt.

Meine Oma sorgt sich um mich.

Was hast du gegen uns?

Er ist glücklich durch euch.

Slide 6 - Tekstslide

Ich/mich gehe in die Schule.
A
ich
B
mich

Slide 7 - Quizvraag

Natürlich kann er/ihn helfen.
A
er
B
ihn

Slide 8 - Quizvraag

Warum ist Anne ohne du/dich gegangen?
A
du
B
dich

Slide 9 - Quizvraag

Warum bist du gegen wir/uns?
A
wir
B
uns

Slide 10 - Quizvraag