les 2 (en 4) drogredenen

Welkom 5h1
Nederlands
Drogredenen
Pak er vast bij:
- lesboek blz. 48
- pen en papier
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom 5h1
Nederlands
Drogredenen
Pak er vast bij:
- lesboek blz. 48
- pen en papier

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van vandaag:
  1. Ik leer de drogredenen herkennen 
  2. Ik kan de drogredenen benoemen

(Volgende les:
3. ik oriënteer me op een nieuw
leesboek (lesboek wel mee))



     

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drogredenen
Onjuiste argumenten noemen we drogredenen. Het argument lijkt aannemelijk, maar klopt dus niet.

Bijvoorbeeld: overhaaste generalisatie

Slide 3 - Tekstslide

Extra:
In dit argument wordt een overhaaste generalisatie gemaakt. Er wordt gesteld dat omdat oma oud is geworden, ondanks het roken van een pakje sigaretten per dag en dat dit voor iedereen zou gelden. Dit is echter niet het geval, waardoor het argument foutief is en dus een drogreden.
Drogredenen
Onjuiste argumenten noemen we drogredenen. Het argument lijkt aannemelijk, maar klopt dus niet.

Bijvoorbeeld: overhaaste generalisatie

Roken is helemaal niet dodelijk, mijn oma rookte als een ketter en is 101 geworden.

Slide 4 - Tekstslide

Extra:
In dit argument wordt een overhaaste generalisatie gemaakt. Er wordt gesteld dat omdat oma oud is geworden, ondanks het roken van een pakje sigaretten per dag en dat dit voor iedereen zou gelden. Dit is echter niet het geval, waardoor het argument foutief is en dus een drogreden.
Drogredenen
  • Blz. 48

Slide 5 - Tekstslide

Extra:
In dit argument wordt een overhaaste generalisatie gemaakt. Er wordt gesteld dat omdat oma oud is geworden, ondanks het roken van een pakje sigaretten per dag en dat dit voor iedereen zou gelden. Dit is echter niet het geval, waardoor het argument foutief is en dus een drogreden.
Drogreden: twee varianten
  1. onjuist gebruik van een argumentatieschema
  2. overtreding discussieregels

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Argumentatieschema
Drogreden
oorzaak-gevolg
1. onjuist beroep op oorzaak-gevolg
kenmerk of eigenschap
2. onjuist beroep op kenmerk of eigenschap
voor- of nadelen
3. overdrijven van de voor- en nadelen
voor- of nadelen
4. vals dilemma
voorbeeld
5. overhaaste generalisatie
vergelijking
6. verkeerde vergelijking
autoriteit
7. onjuist beroep op autoriteit

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. De onjuiste oorzaak-gevolgrelatie


Er wordt tussen twee zaken een oorzaak-gevolgrelatie gelegd, terwijl die er niet is.


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
'Sinds de jaren tachtig worden er computers gebruikt in het basisonderwijs. En sinds de jaren tachtig hebben kinderen minder parate kennis. Door het gebruik van computers op school hebben kinderen dus minder parate kennis.'

Vraag je af, bestaat hier wel een causaal verband?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
Óf de oorzaak hoeft helemaal niet tot het gevolg te leiden.

- De wolf leeft tegenwoordig ook in Nederland, dus we zullen wel nooit meer in het bos kunnen wandelen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
Óf de oorzaak hoeft helemaal niet tot het gevolg te leiden.

- De wolf leeft tegenwoordig ook in Nederland, dus we zullen wel nooit meer in het bos kunnen wandelen.
Óf er kunnen ook andere oorzaken zijn
- Ik snap de groei van de criminaliteitscijfers wel. Er zit tegenwoordig een daklozenopvang een paar straten verderop.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. onjuist beroep op kenmerk/eigenschap

Als aan een bepaald kenmerk veel betekenis wordt toegekend terwijl diverse andere relevante kenmerken worden genegeerd, is er sprake van een onjuist gebruik van het kenmerk- of eigenschapsschema.



Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. onjuist beroep op kenmerk/eigenschap

  • Zij draagt altijd zwart, ze zal wel depressief zijn.
  • Hij heeft veel tattoos, hij zal wel een hooligan zijn.
  • Hij kletst veel, hij zal wel lui zijn.
  • Mijn buurvrouw is vegetariër, ze zal wel een hekel aan boeren hebben.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Overdrijven van voor- of nadelen

Als de gevolgen van een handeling heel erg worden overdreven, is dat een onjuist beroep op het voordelenschema of het nadelenschema.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Overdrijven van voor- of nadelen

Als jij je kamer nou eens opruimt dan ben je nooit meer je sokken kwijt en kan je 's ochtends een kwartier langer uitslapen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Vals dilemma
Er lijken maar twee, elkaar uitsluitende, mogelijkheden te zijn.

  • ‘Als jij niet naar Spanje op vakantie wil, dan gaan we gewoon helemaal niet op vakantie.’

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Vals dilemma
Er lijken maar twee, elkaar uitsluitende, mogelijkheden te zijn.

  • 'De wetenschap kan het ontstaan van graancirkels niet goed verklaren, dus graancirkels zijn het werk van aliens.' 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Vals dilemma
Er lijken maar twee, elkaar uitsluitende, mogelijkheden te zijn.

  • 'De wetenschap kan het ontstaan van graancirkels niet goed verklaren, dus graancirkels zijn het werk van aliens.' 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. De overhaaste generalisatie 
(onjuist beroep op voorbeeldschema)
Op grond van een of een enkel voorval wordt er een conclusie getrokken die voor alle gevallen geldt.

Mijn opa dronk elke dag een paar glazen jenever en is 98 jaar geworden, alcohol drinken is dus helemaal niet ongezond. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5. Overhaaste generalisatie
'Hardlopen is helemaal niet gezond. Bij de marathon van vorige week is een man in elkaar gezakt en ter plekke overleden aan een hartaanval.'

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6. De verkeerde vergelijking
Je vergelijkt onterecht twee zaken met elkaar.
  
We hadden vorig jaar veel file naar Berlijn, naar Londen zullen we dus ook wel veel vertraging hebben.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6. Verkeerde vergelijking

'Het geschiedenisonderwijs kan beter worden afgeschaft. Wat gebeurd is, is gebeurd. Een versleten jas gooi je toch ook weg!'


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7. Verkeerd autoriteitsargument
Je voert iemand op die helemaal geen autoriteit is op het gebied van het onderwerp van de discussie.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

7. Verkeerd autoriteitsargument
'Ik weet zeker dat deze maaltijd gezond is, want dat heeft mijn kapper gezegd.'

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig oefenen
Maak opdracht 1, blz. 50
- bepaal standpunt/argument
- benoem drogreden
We kijken deze opdracht zo samen na.

Klaar? Haal het extra oefenblad en benoem de drogredenen met hulp van je lesboek. (= huiswerk voor maandag)
SP > want > A
A > dus > SP

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drogredenen 2: overtreden van een discussieregel

  1. Persoonlijke aanval
  2. Ontduiken van de bewijslast
  3. Vertekenen van het standpunt
  4. Bespelen van het publiek
  5. Cirkelredenering




Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drogreden
  • Een drogreden is een reden of redenering die niet klopt, maar wel aannemelijk lijkt. 
  • Veelvoorkomend in discussies, maar ook wel in andere situatie, zoals geschreven teksten.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drogreden
  • Je leert drogredenen herkennen en benoemen om zwakke plekken in argumentaties te kunnen vinden.
  • Argumentatie maakt onderdeel uit van het CE. 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drogreden
  1. onjuist gebruik van een argumentatieschema
  2. overtreding discussieregels

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drogredenen 1: onjuist gebruik van een argumentatieschema
  1. oorzaak-gevolg
  2. kenmerk of eigenschap
  3. voor- of nadelen
  4.    ,,
  5. voorbeeld
  6. verkeerde vergelijking
  7. autoriteit
  1. onjuist beroep op oorzaak-gevolg
  2. onjuist beroep op kenmerk/eigenschap
  3. overdrijven van de voor- of nadelen
  4. vals dilemma
  5. overhaaste generalisatie
  6. verkeerde vergelijking
  7. onjuist beroep op het autoriteitsschema

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drogredenen 2: overtreden van een discussieregel
  1. Persoonlijke aanval
  2. Ontduiken van de bewijslast
  3. Vertekenen van het standpunt
  4. Bespelen van het publiek
  5. Cirkelredenering



Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijk aanval
'Op de man spelen.' Er wordt niet ingegaan op de argumenten, maar iemand wordt persoonlijk aangevallen op bepaalde eigenschappen.


Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijk aanval
'Op de man spelen.' Er wordt niet ingegaan op de argumenten, maar iemand wordt persoonlijk aangevallen op bepaalde eigenschappen.

  • Een zuipschuit als jij moet nodig zeggen dat alcohol een gevaar voor de gezondheid is.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijk aanval
'Op de man spelen.' Er wordt niet ingegaan op de argumenten, maar iemand wordt persoonlijk aangevallen op bepaalde eigenschappen.

“Hoe kun jij nu pleiten voor het invoeren van strenge milieuwetgeving? Jij rijdt zelf in een dieselslurpende Mercedes uit de jaren ’70"

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onduiken van bewijslast
Je formuleert je argument zo dat je je tegenstanders ervan weerhoudt het standpunt tegen te spreken.

'Ik ben tegen de doodstraf. Ieder weldenkend mens is daar toch tegen!'

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ontduiken van bewijslast
'Als jij geen tegenargumenten kunt bedenken, dan is het dus waar.'



Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertekenen van het standpunt
Het standpunt of argument van de ander wordt onjuist weergegeven. Iemand wordt een standpunt of argument in de mond gelegd.

  • Man: Ik vind vrouwen soms erg snel geïrriteerd.
  • Vrouw: Dus jij vindt dat ik een kort lontje heb?!

  • Ik denk niet dat ik later kinderen wil.
  • Dus jij hebt een hekel aan kinderen?
Dat zei ik helemaal niet!

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertekenen van het standpunt

Docent: Kan je heel even wachten met het stellen van je vraag?
Leerling: Jammer dat u zich te goed voelt om onze vragen te beantwoorden!

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespelen van het publiek
Het standpunt wordt zo geformuleerd dat het moeilijk is om
er tegenin te gaan. 

  • U bent natuurlijk allemaal slim genoeg om mijn standpunt te begrijpen.

  • Niemand die zich nog hoeft af te vragen waarom we dit eigenlijk zo doen.

  • We weten allemaal wel dat dat niet zo slim is.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 De cirkelredenering
Bij een cirkelredenering herhaal je je standpunt, alleen anders geformuleerd.
Ik vind haar niet aardig, want ik mag haar niet.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cirkelredenering

'Dit kabinet maakt er echt een puinhoop van, want het kabinet doet helemaal niets goed!'

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cirkelredenering

'Ik ben niet aanwezig, want ik kan niet komen.'

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cirkelredenering

'Die fiets is van mij, want het is mijn eigendom.'

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen
Maak opdracht 2 t/m 5 blz. 51, 52

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies