Aeneïs 4.20-29

11 maart 2020
Doel: gestructureerd vertalen leren/verbeteren

Bespreken regels 4.20-29
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

11 maart 2020
Doel: gestructureerd vertalen leren/verbeteren

Bespreken regels 4.20-29

Slide 1 - Tekstslide

Vertalen stappenplan
1. activeer je voorkennis (lees de inleiding bijv.)

Slide 2 - Tekstslide

Vertalen stappenplan
1. activeer je voorkennis (lees de inleiding bijv.)

Slide 3 - Tekstslide

Voorkennis bij
regels 4.20-29

Slide 4 - Woordweb

Vertalen stappenplan
1. activeer je voorkennis (lees de inleiding bijv.)
2. Bekijk de aantekeningen van de regels die je gaat vertalen

Slide 5 - Tekstslide

Ik heb Lego open op p. 107
Ja natuurlijk, al de hele dag, net als Studeo
ja
nee, ga ik nu doen
ik heb dat boek niet meer

Slide 6 - Poll

Vertalen stappenplan
1. activeer je voorkennis (lees de inleiding bijv.)
2. Bekijk de aantekeningen van de regels die je gaat vertalen
(3. Bedenk je eigen 'aantekeningensysteem')
4. vertaal volgens PSOLMO
5. Check op ev/mv en de tijd

Slide 7 - Tekstslide

PSOLMO
PV
(Structuur)
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Overig

Slide 8 - Tekstslide

Aeneïs 4.20
Anna (fatebor enim) miseri post fata Sychaei 
coniugis et sparsos fraterna caede penatis 
solus hic inflexit sensus animumque labantem
impulit. agnosco veteris vestigia flammae.

Slide 9 - Tekstslide

Aeneïs 4.20
Anna (fatebor enim) miseri post fata Sychaei 
coniugis et sparsos fraterna caede penatis 
solus hic inflexit sensus animumque labantem
impulit. || agnosco veteris vestigia flammae.

Slide 10 - Tekstslide

Aeneïs 4.20
Anna (...........) miseri post fata Sychaei 
coniugis et sparsos fraterna caede penatis 
solus hic inflexit sensus| ................

Slide 11 - Tekstslide

Aeneïs 4.20
Anna,  (...........) miseri post fata Sychaei 
coniugis et sparsos fraterna caede penatis 
solus hic inflexit sensus| ................

Slide 12 - Tekstslide

PV
OW
LV
hic
solus
inflexit
sensus

Slide 13 - Sleepvraag

Aeneïs 4.20
Anna (...........) miseri post fata Sychaei 
coniugis et sparsos fraterna caede penatis 
solus hic inflexit sensus| ................

Slide 14 - Tekstslide

Aantekening regel 21
Dominant gebruik participium

- nodig om inhoudelijk een goede zin te krijgen

voorbeeld: Dux fugiens movent cives. --> De vluchtende veldheer schokt de burgers 
dominant: de vlucht van de veldheer schokt de burgers

Slide 15 - Tekstslide

Aeneïs 4.20
Anna (fatebor enim) miseri post fata Sychaei 
coniugis et sparsos fraterna caede penatis 
solus hic inflexit sensus| ................

Slide 16 - Tekstslide

fatebor is een...
A
fut.
B
fut. ex.
C
conj.
D
imperf.

Slide 17 - Quizvraag

Aeneïs 4.22
animumque labantem impulit. || 
agnosco veteris vestigia flammae.

Slide 18 - Tekstslide

PV
OW
LV
agnosco
veteris
flammae
vestigia

Slide 19 - Sleepvraag

Aeneïs 4.22
animumque labantem impulit. || 
agnosco veteris vestigia flammae.

Slide 20 - Tekstslide

Aeneïs 4. 24-26
sed mihi vel tellus optem prius ima dehiscat
vel pater omnipotens adigat me fulmine ad umbras,
pallentis umbras Erebo noctemque profundam,
ante, pudor, quam te violo aut tua iura resolvo.

Slide 21 - Tekstslide

Aeneïs 4. 24-26
sed mihi vel tellus optem prius ima dehiscat
vel pater omnipotens adigat me fulmine ad umbras,
pallentis umbras Erebo noctemque profundam,
ante, pudor, quam te violo aut tua iura resolvo.

Slide 22 - Tekstslide

Aeneïs 4. 24-26
sed mihi vel tellus optem prius ima dehiscat

sed optem ut prius vel tellus ima dehiscat




Slide 23 - Tekstslide

Aeneïs 4. 24-26

optem vel pater omnipotens adigat me fulmine ad umbras,

Slide 24 - Tekstslide

Aeneïs 4. 24-26

pallentis umbras Erebo noctemque profundam,

Slide 25 - Tekstslide

Aeneïs 4. 24-26
ante, pudor, quam te violo aut tua iura resolvo.

antequam, pudor, te violo aut tua iura resolvo.

(extra: pudor - wordt hier aangesproken)

Slide 26 - Tekstslide

Pudor is een stijlfiguur, hoe noemen we dit?

Slide 27 - Open vraag

Aeneïs 4. 28-29
ille meos, primus qui me sibi iunxit, amores
abstulit; ille habeat secum servetque sepulcro.

Slide 28 - Tekstslide

PV
OW
LV
ille
meos
abstulit
amores

Slide 29 - Sleepvraag

Aeneïs 4. 28-29
ille meos, | primus qui me sibi iunxit,|  amores
abstulit; || ille habeat secum | servetque sepulcro.||

Slide 30 - Tekstslide

habeat en servet zijn een conjunctivus...
A
irrealis
B
finalis
C
potentialis
D
adhortativus

Slide 31 - Quizvraag