Hoofdstuk 1.4 les 2. 1 oktober 2018

1 / 23
volgende
Slide 1: Video
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Wat gaan we doen
herhalen grammatica
huiswerk nakijken en bespreken h1.4 opdracht 1 t/ m 7
lezen

Slide 2 - Tekstslide

Alle kinderen vinden de persoonsvorm in deze zin.
De persoonsvorm is:
A
kinderen
B
vinden
C
persoonsvorm
D
deze

Slide 3 - Quizvraag

Medewerkers van de Dierenambulance hebben zich over de hamster ontfermd.
________
A
persoonsvorm
B
geen persoonsvorm

Slide 4 - Quizvraag

Volgens een politievoorlichtster maakt hij het goed. hamster ontfermd.
_______
A
persoonsvorm
B
geen persoonsvorm

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm?
- Waarom wandelt Kees de avondvierdaagse?
A
Waarom
B
Er is geen persoonsvorm.
C
wandelt

Slide 6 - Quizvraag

war is ook alweer een zinsdeelproef?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Hoe vind je het onderwerp?
A
Wie/wat + infinitief
B
Wie/waar + onderwerp
C
Wie/wat + persoonsvorm
D
Wie/wanneer + werkwoord

Slide 9 - Quizvraag

Het onderwerp is altijd een persoon.
A
goed
B
fout

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de pv in de volgende zin
De verkoper verkoop lekkere appels.
A
De verkoper
B
Verkoopt
C
Lekkere
D
Appels

Slide 11 - Quizvraag

woordsoorten
taalkundig ontleden is hetzelfde als woordsoorten benoemen

Slide 12 - Tekstslide

Noem woordsoorten

Slide 13 - Woordweb

we kijken 1 minuut 20 van het filmpje

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Wat is het zn?
Morgen eten we overheerlijke pizza met de hele buurt.
A
Morgen
B
Buurt en pizza
C
Eten
D
Overheerlijk

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het ww?
Morgen eten we overheerlijke pizza met de hele buurt.
A
Morgen
B
Eten
C
Pizza en buurt
D
Overheerlijke

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het lw
Morgen eten we overheerlijke pizza met de hele buurt.
A
Morgen
B
Eten
C
De
D
Pizza en buurt

Slide 18 - Quizvraag

Werkwoordsvormen
  • Persoonsvorm

  • Voltooid deelwoord

  • Infinitief

Slide 19 - Tekstslide

Wat is het vd
De ganzen zijn naar het noorden gevlogen

A
De ganzen
B
Het
C
Noorden
D
Gevlogen

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een infinitief
A
Dat je iets begint
B
Een zn
C
Een bijv naamwoord
D
Het hele ww

Slide 21 - Quizvraag

Lezen

timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk
neem je leesboek mee
maak opdracht 8 t/m 14 van H 1.4 in je schrift.

Slide 23 - Tekstslide