Herhalen lesstof H1- Lezen, kijken, luisteren



H1: Lezen, luisteren, kijken
Herhalen en voorbereiden voor de toets
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les



H1: Lezen, luisteren, kijken
Herhalen en voorbereiden voor de toets

Slide 1 - Tekstslide

Wat komt er voorbij: 
Herhalen:
  • Tekstsoort, tekstdoel
  • Doelgroep
  • Onderwerp & hoofdgedachte
  • Bruikbaarheid & betrouwbaarheid van bronnen
  • Opbouw en indeling
  • Samenvatten, aantekeningen maken

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Wat is het onderwerp?
A
Duurzame fietsen
B
De levensduur van een fietsaccu.
C
Gereviseerde accu's

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de hoofdgedachte?
A
Duurzame fietsen worden goed gecontroleerd en zijn dus een goede keuze.
B
De levensduur van een fietsaccu is kort. Je moet ze na 5 jaar vervangen.
C
Gereviseerde accu's zijn een duurzaam alternatief voor het plaatsen van nieuwe.
D
Het plaatsen van een gereviseerde accu is een complex proces.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Overhalen

Slide 6 - Quizvraag

Bekijk de afbeelding.

Straks krijg je hier twee vragen over.

Slide 7 - Tekstslide


Tekstdoel?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Instrueren
D
Overhalen

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de doelgroep (publiek)?
A
Studenten TCR
B
Docenten TCR
C
Medewerkers TCR

Slide 9 - Quizvraag

Samengevat

Slide 10 - Tekstslide

Welke tekstsoort?
A
Informatieve tekst
B
Overtuigende tekst
C
Instructieve tekst
D
Overhalende tekst

Slide 11 - Quizvraag

Welke tekstsoort?
A
Informatieve tekst
B
Overtuigende tekst
C
Instructieve tekst
D
Verhalende tekst

Slide 12 - Quizvraag

Je krijgt hierna een vraag over het TEKSTDOEL.
timer
0:30

Slide 13 - Tekstslide

Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
Instrueren
C
Overtuigen
D
Overhalen

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een belangrijke vraag om de betrouwbaarheid van een bron te controleren?
A
Hoeveel pagina’s de bron heeft.
B
Hoe populair de bron is.
C
Of de tekst gratis te downloaden is.
D
Of de maker van de tekst een deskundige is.

Slide 15 - Quizvraag

Een activerende tekst is altijd objectief en zonder commerciële belangen geschreven.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Wat zou een reden kunnen zijn om een bron niet te gebruiken?

Slide 17 - Open vraag

Wat kan een slot van een tekst bevatten?
A
Een overzicht van deelonderwerpen.
B
Een anekdote om het onderwerp te introduceren.
C
Een verwijzing naar de inleiding.
D
Een lijst van gebruikte bronnen.

Slide 18 - Quizvraag

Signaalwoorden maken de logische verbanden in een tekst duidelijk.
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 19 - Quizvraag

Wat geven signaalwoorden zoals "maar" of "echter" aan?
A
Een oorzaak-gevolgrelatie.
B
Een opsomming.
C
Een tegenstelling.
D
Een samenvatting.

Slide 20 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van een feit, mening en argument.

Slide 21 - Open vraag