instaptest grammatica

doel
Bekijken wat je nog weet van vorig jaar
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

doel
Bekijken wat je nog weet van vorig jaar

Slide 1 - Tekstslide

Hoe vind je de persoonsvorm?
geef drie mogelijkheden

Slide 2 - Open vraag

wat is de pv in de volgende zin?
Peter gaat morgen lopend of op de fiets naar school.

Slide 3 - Open vraag

wat is de pv in de volgende zin?
De verdachte vertelt volgens ons wel de waarheid

Slide 4 - Open vraag

Hoe vind je het werkwoordelijk gezegde?

Slide 5 - Open vraag

Welke vraag moet je stellen om het onderwerp te vinden?

Slide 6 - Open vraag

Wat is het onderwerp in deze zin?
Marloes kijkt naar een hele spannende film op tv.

Slide 7 - Open vraag

Wat is het onderwerp in deze zin?
De fiets staat buiten tegen de heg.

Slide 8 - Open vraag

Wat is het onderwerp in deze zin?
Het gras groeit hard door de regen van de laatste dagen.

Slide 9 - Open vraag

Welke vraag stel je om het lv ( lijdend voorwerp) te vinden?

Slide 10 - Open vraag

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Zij heeft hem een horloge gegeven.

Slide 11 - Open vraag

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Wij hebben die brief ontvangen van Monique.

Slide 12 - Open vraag

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Monique spreekt hem vandaag nog over het feest.

Slide 13 - Open vraag

doel
Bekijken wat je nog weet van vorig jaar

Slide 14 - Tekstslide

Hoe vind je de persoonsvorm?
geef drie mogelijkheden

Slide 15 - Open vraag

wat is de pv in de volgende zin?
Peter gaat morgen lopend of op de fiets naar school.

Slide 16 - Open vraag

wat is de pv in de volgende zin?
De verdachte vertelt volgens ons wel de waarheid

Slide 17 - Open vraag

Hoe vind je het werkwoordelijk gezegde?

Slide 18 - Open vraag

Welke vraag moet je stellen om het onderwerp te vinden?

Slide 19 - Open vraag

Wat is het onderwerp in deze zin?
Marloes kijkt naar een hele spannende film op tv.

Slide 20 - Open vraag

Wat is het onderwerp in deze zin?
De fiets staat buiten tegen de heg.

Slide 21 - Open vraag

Wat is het onderwerp in deze zin?
Het gras groeit hard door de regen van de laatste dagen.

Slide 22 - Open vraag

Welke vraag stel je om het lv ( lijdend voorwerp) te vinden?

Slide 23 - Open vraag

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Zij heeft hem een horloge gegeven.

Slide 24 - Open vraag

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Wij hebben die brief ontvangen van Monique.

Slide 25 - Open vraag

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin?
Monique spreekt hem vandaag nog over het feest.

Slide 26 - Open vraag

Wat is het telwoord in de volgende zin en welk soort telwoord? Met z'n drieën gingen we naar de voorstelling.

Slide 27 - Open vraag

Wat is het telwoord in de volgende zin en welk soort telwoord? hij had op het tweede rapport veel onvoldoendes.

Slide 28 - Open vraag

Wat is het telwoord in de volgende zin en welk soort telwoord? Dit is de zoveelste keer dat ik het vraag.

Slide 29 - Open vraag

Wat is het telwoord in de volgende zin en welk soort telwoord? Ik ben geboren in 2010.

Slide 30 - Open vraag

Wat is het telwoord in de volgende zin en welk soort telwoord? Ik eet het laatste eitje op.

Slide 31 - Open vraag

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in deze zin: Ik eet een grote taart op

Slide 32 - Open vraag

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in deze zin: De zon schijnt fel

Slide 33 - Open vraag

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in deze zin: Zullen we een klein ijsje nemen?

Slide 34 - Open vraag

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in deze zin: Dat huis is prachtig

Slide 35 - Open vraag

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in deze zin: Ik hou van zoute drop

Slide 36 - Open vraag