Dit zijn voorzieningen waar iedereen gebruik van mag maken. Deze worden betaal door de overheid. Collectief = gezamenlijk. Parken, speeltuinen, lantaarnpalen, dijken en wegen.
Slide 4 - Tekstslide
Sociale zekerheid
Sommige mensen zijn een uitkering nodig, omdat ze ziek zijn of te weinig inkomen hebben. Dit noemen wij sociale zekerheid.
Slide 5 - Tekstslide
Collectieve sector
Bestaat uit de overheid en de instellingen die zorgen voor sociale zekerheid. Ze hoeven geen winst te maken, ze hebben namelijk een bepaald budget.
Slide 6 - Tekstslide
Particuliere sector
Bedrijven die wel winst willen maken vallen onder de particuliere sector. Burgers vallen ook onder de particuliere sector.
Slide 7 - Tekstslide
Belasting
Dit is een verplichte bijdrage die burgers en bedrijven aan de overheid moeten betalen. Er zijn verschillende soorten belastingen.
Slide 8 - Tekstslide
Inkomstenbelasting
Dit is belasting dat je betaald over jouw inkomen. Als je werknemer bent betaalt jouw werkgever deze belasting aan de overheid. Dit heet loonbelasting.
Bedrijven betalen vennootschapsbelasting over hun winst.
Slide 9 - Tekstslide
Soorten belasting
Inkomstenbelasting betaal je rechtstreeks aan de belastingdienst.
BTW (Belasting toegevoegde waarde) is een indirecte belasting. Deze betaal je aan de winkelier, maar hij betaald het weer aan de overheid.
Slide 10 - Tekstslide
Subsidie
Dit kun je zien als een beloning/korting. Hiermee wil de overheid ''goede'' producten aanmoedigen.
Door het aantrekkelijk te makken gaan meer mensen ''groene'' producten kopen.
Slide 11 - Tekstslide
Accijns
Dit is een heffing op bepaalde producten, door deze heffingen worden ''slechte'' producten duurder. Hiermee wil de overheid bepaalde producten ontmoedigen.