‹Terug naar zoeken

TT haben & sein

Werkwoorden - haben & sein 
intro
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Werkwoorden - haben & sein 
intro

Slide 1 - Tekstslide

 IDEWIS -FEESTTENTEN
I
D
E
W
I
S
PRS VNW
E
ST
T
EN
T
EN
UITGANG
1
2
1
2
1
2
FE
  basis = HOOFDREGEL: stam+  

Slide 2 - Tekstslide

ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
-e
-st
-t

-en
-t
-en
haben (hebben)
regel: stam + uitgang

haben
stam: -en eraf
-> hab


Slide 3 - Tekstslide

ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
e
st
t

en
t
en
haben -> uitzondering
hab
hab
hab

hab
hab
hab

ha
ha





st
t




de uitgangen bij du en er blijven hetzelfde, maar de stam verandert:
hab -> ha

Slide 4 - Tekstslide

ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
e
st
t

en
t
en
haben -> uitzondering
hab
ha
ha

hab
hab
hab

Slide 5 - Tekstslide

ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
-e
-st
-t

-en
-t
-en
sein (zijn)
'sein' is (gelukkig!) 
het enige werkwoord dat van ich tot sie/Sie helemaal onregelmatig is!

Slide 6 - Tekstslide

ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
bin
bist
ist

sind
seid
sind
sein -> uitzondering

Slide 7 - Tekstslide

An die Arbeit!
we gaan nu verder met het onderwerp en het lijdend voorwerp.

Dit doen we in Schritt ...


Slide 8 - Tekstslide

Nu jij!
Je krijgt 18 vragen:
  • 9x multiple choice
  • 9x open

Kan jij haben en sein al correct vervoegen?

Slide 9 - Tekstslide

sein (ich)
1/18
A
bin
B
bint
C
bist
D
seine

Slide 10 - Quizvraag

haben (ihr)
2/18
A
hat
B
habent
C
habt
D
hast

Slide 11 - Quizvraag

sein (du)
3/18
A
ist
B
bist
C
ist
D
binst

Slide 12 - Quizvraag

haben (Omar)
4/18
A
habe
B
hast
C
habt
D
hat

Slide 13 - Quizvraag

sein (wir)
5/18
A
sein
B
sind
C
seid
D
seind

Slide 14 - Quizvraag

haben (ich)
6/18
A
habe
B
hat
C
habt
D
hast

Slide 15 - Quizvraag

sein (die Autos)
7/18
A
sein
B
seid
C
sind
D
bist

Slide 16 - Quizvraag

haben (Sie)
8/18
A
hat
B
habt
C
habe
D
haben

Slide 17 - Quizvraag

sein (meine Mutter)
9/18
A
bin
B
bist
C
ist
D
sein

Slide 18 - Quizvraag

haben (du)
10/18

Slide 19 - Open vraag

haben (ich)
11/18

Slide 20 - Open vraag

sein (Maria)
12/18

Slide 21 - Open vraag

sein (ihr)
13/18

Slide 22 - Open vraag

haben (wir)
14/18

Slide 23 - Open vraag

sein (Frau Müller)
15/18

Slide 24 - Open vraag

haben (das Haus)
16/18

Slide 25 - Open vraag

sein (Sie)
17/18

Slide 26 - Open vraag

haben (die Freundinnen)
18/18

Slide 27 - Open vraag

Samenvatting
uitzonderingen:  haben & sein

haben:                                           sein:
ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
habe
hast
hat

haben
habt
haben
ich
du
er, sie, es

wir
ihr
sie, Sie
bin
bist
ist

sind
seid
sind

Slide 28 - Tekstslide

Snap je nu hoe de
werkwoorden Haben en Sein werken?

Slide 29 - Poll

slotwoord

Slide 30 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

TT haben & sein

- Les met 28 slides
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

31.05.2021 1MH herhaling getallen en haben en sein

- Les met 33 slides
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

5. haben & sein

- Les met 40 slides
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

10. Stunde: Einführung haben und sein

- Les met 37 slides
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

haben & sein

- Les met 34 slides
DuitsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2,3

9.1. Einführung Haben und Sein

- Les met 28 slides
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Kapitel 1 - Wat kun je?

- Les met 50 slides
DuitsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

1. Stunde: Einführung, Wiederholung haben, sein und werden

- Les met 52 slides
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4