Voortplanting

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat moet je doen?
In deze les krijg je informatie te zien.
Daarnaast zijn er filmpjes toegevoegd die je gaat kijken.
En je gaat vragen beantwoorden.
Hiermee kun je kijken of je alles begrijpt.
Succes!

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je leert wat primaire geslachtskenmerken zijn
Je leert wat secundaire geslachtskenmerken zijn
Je leert het voortplantingsorgaan van de man
Je leert het voortplantingsorgaan van de vrouw
Je leert wat een menstruatiecyclus is
Je leert wat innesteling is
Je leert wat bevruchting is
Je leert hoe de zwangerschap verloopt
Je leert in welke fasen een bevalling plaats vindt
Je leert welke prenatale onderzoeken gedaan worden bij zwangere vrouwen


Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Waaruit bestaat sperma?
A
Zaadvocht en zaadcellen
B
Alleen zaadcellen
C
Prostaatvocht
D
Alleen zaadvocht

Slide 8 - Quizvraag

De zaadblaasjes voegen vocht toe bij de zaadcellen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Bij een erectie stroomt er veel bloed naar de penis. Welk onderdeel zorgt ervoor dat een penis stijf wordt?
A
Zaadleider
B
Urineleider
C
Prostaat
D
Zwellichamen

Slide 10 - Quizvraag

Waar worden zaadcellen gemaakt?
A
Bijballen
B
Teelballen
C
Zwellichamen
D
Prostaat

Slide 11 - Quizvraag

Hoe voorkomt een man dat hij plast tijdens een zaadlozing?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Wanneer is een vrouw vruchtbaar?
A
Als ze zin in seks krijgt
B
Als de eicellen in haar eierstokken rijpen

Slide 14 - Quizvraag

Het vrijkomen van een eicel uit de eierstok noemen we
A
Ovulatie
B
Orgasme
C
Innesteling
D
Bevruchting

Slide 15 - Quizvraag

Een eicel heeft geen celkern
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

De clitoris is het meeste gevoelige onderdeel van het vrouwelijke voortplantingsorgaan
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

De dagen rond de ovulatie is de vrouw het meest vruchtbaar
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Wat gebeurt er tijdens de bevruchting met de zaadcel en eicel?

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Video

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Placenta
Baby krijgt voedingsstoffen via planceta (moederkoek)

Baby is verbonden met de placenta via de navelstreng

Slide 26 - Tekstslide

De bloedvaten van de baby liggen dicht bij de bloedvaten van de moeder. Hierdoor kunnen ze stoffen uitwisselen

Slide 27 - Tekstslide

Schadelijke stoffen 
Schadelijke stoffen kunnen via de placenta en navelstreng bij de baby komen.
Stoffen zoals nicotine, alcohol, medicijnen en drugs. 
Dit kan schadelijke gevolgen hebben voor de baby. Soms kan dit lijden tot een miskraam 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Wat is een andere naam voor placenta?
A
Embryo
B
Moederkoek
C
Foetus
D
Navelstreng

Slide 30 - Quizvraag

Wat kan er gebeuren als een vrouw rookt tijdens haar zwangerschap?

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Tekstslide

Echo
Tijdens een echo kijkt de verloskundige hoe groot de baby is. Door dit op te meten kan de verloskundige kijken hoe oud de baby is kan ze uitrekenen wanneer de baby verwacht wordt

Slide 33 - Tekstslide

Wat is prenataal onderzoek?

Slide 34 - Open vraag

Waarom is prenataal onderzoek belangrijk?

Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

Wat zijn weeën?
A
Sterke samentrekkingen van spieren in de baarmoederwand
B
samentrekking van spieren in de placenta

Slide 38 - Quizvraag

Wat is de nageboorte?

Slide 39 - Open vraag

Einde
Je hebt nu geleerd thema 10 voortplanting 
basisstof 10.1 en 10.3.

In de studiewijzer in Magister kun je filmpjes bekijken over:
 10.2: voorbehoedsmiddelen
10.4 opgroeien
10.5 voortplanting van bloemen

Slide 40 - Tekstslide