, Module lichaamsmassage: Wervels/rug/spieren. lverb

Module 4 Lichaamsmassage
Les 2/3
Wervels/Rug/spieren
Botten Lichaam

1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 135 min

Onderdelen in deze les

Module 4 Lichaamsmassage
Les 2/3
Wervels/Rug/spieren
Botten Lichaam

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen vandaag
- De student kent de bouw, ligging en functie van de wervels.
- De student kent de spierbevestiging en de spierbewegingen.
- De student kent de verloop en de werking van de spieren uit de rug.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk bot zorgt voor lengtegroei?
A
sesambeen
B
onregelmatig been
C
pijpbeen
D
plat been

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk bot zit rood beenmerg?
A
borstbeen
B
knieschijf
C
handwortelbeentje

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van een straf gewricht?
A
elleboog
B
knie
C
verbinding spaakbeen en ellepijp
D
verbinding kuitbeen en scheenbeen

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het meest beweeglijk gewricht?
A
scharniergewricht
B
draaigewricht
C
rolgewricht
D
kogelgewricht

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent mediaal?
A
aan de rand
B
buikzijde
C
binnenzijde
D
naar de romp toe

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg
wervels
Blz.61 en 62

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw wervel
Doornuitsteeksel
Dwarsuitsteeksel
Wervelboog
Wervellichaam

Wervelgat
Gewrichtsvlak

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wervelkolom
33 wervels:
  • 7 halswervels
  • 12 rug - borstwervels
  • 5 lendenwervels
  • 5 heiligbeenwervels
  • 4 staartbeenwervels

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw wervelkolom
Mogelijke verbinding tussen wervels:
  • gewrichten
  • tussenwervelschijven
  • vergroeiing
  • versteviging met ligamenten (gewrichtsbanden)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Maak opdracht: Wervels

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg
Spierbevestiging
Spierfuncties
Spiervormen
Spierwerking

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spierfuncties
  • Je kunt het lichaam hierdoor bewegen
  • Door fixeren van de spieren kun je rechtop zitten of staan
  • Bescherming van organen
  • Geven uitdrukkingsvermogen in het gezicht 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spierbevestiging
  • Begin van een spier noem je oorsprong (Origo)
  • Einde van een spier noem je spieraanhechting (insertio)
  • Met hulp van pezen en peesbladen zitten spieren aan het skelet vast
  • Spieren lopen vaak in een rechte lijn van de oorsprong naar de aanhechting

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pees
  • Verbindt spier met bot.
  • Kan zelf niet samentrekken.
  • Bestaat uit collagene bindweefselvezels.
  • Peesschede ligt om de pees heen; is een soort bindweefselkoker.



Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pees
De oorsprong ligt proximaal.

De aanhechting ligt distaal.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Peesblad
Brede platte pees

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spierwerking
  • Spiercellen kunnen samentrekken (spiercontractie)
  • De contractie ontstaat door een zenuw die een prikkel aan de spier afgeeft (spierinnervatie)
  • De zenuw zit vast aan de spier met een motorisch eindplaatje
  • Samentrekking geeft spierspanning (spiertonus)

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spierstofwisseling
  • Samentrekken- energie- voedingsstoffen (koolhydraten)
  • Bloed- vervoert zuurstof en brandstof- spier
  • Koolhydraten worden omgezet tot glucose (oplosbaar in het bloed)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aerobe en anaerobe spierstofwisseling
Aerobe Spierstofwisseling:
- Verbranding met behulp van zuurstof. (Koolstofdioxide en water komen vrij!)
Anaerobe spierstofwisseling:
- Verbranding zonder zuurstof (bv wanneer er onvoldoende zuurstof wordt aangevoerd)
Duurloop training- melkzuur- myogelosen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hypertonische spieren
  • Verhoogde spiertonus
  • Stress
  • Spier is verkrampt en voelt hard aan
  • Pijnlijk bij massage

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hypotonische spieren
  • Verlaagde spiertonus
  • Ziekte, ouderdom of vermoeidheid
  • Voelt verslapt en deegachtig 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spierdegeneratie
  • Kwaliteit van spier gaat achteruit
  • Spierweefsel neemt af
  • Het verschrompelen en verslappen= atrofie
  • ouderdom, ziekte, weinig spiergebruik en medicijnen
  • Training 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spiercontracties
Statisch / isometrisch:
  • Aanspannen spier zonder beweging
  • Duwen met je arm tegen de muur

Dynamisch / isotonisch
  • Aanspannen waarmee de spier verandert van lengte
  • Tillen van zware doos

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spierbeweging
Agonist:
  • Spier op dat moment met belangrijkste werking
Synergist:
  • Ondersteunt de agonist bij beweging
Antagonist:
  • Heeft tegenovergestelde werking ten opzichte van agonist
Zie voorbeelden in Moduleboek blz. 71

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Termen spierbeweging
Abduceren: van het lichaam afvoeren                                               
Adduceren: naar het lichaam toevoeren                                           
Exoroteren: Buitenwaarts draaien van een lichaamsdeel
Endoroteren: Binnenwaarts draaien van een lichaamsdeel
Flexeren: Buigen van een lichaamsdeel          
Extenseren: Strekken van een lichaamsdeel           
Proneren: Handpalm/voetzool naar beneden draaien
Supineren: Handpalm/voetzool naar boven draaien

Slide 28 - Tekstslide

Je gaat uit van het centrum van het lichaam. 
Abduceren en adduceren
Abduceren = van je af bewegen (Duits woord voor af)

Adduceren = naar je toe bewegen

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Extensie en flexie
Extensie = strekken
Flexie = buigen

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Proneren en supineren
Handpalm naar boven of naar beneden draaien

Ezelsbruggetje: soepje eten (supineren)

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Endorotatie en exorotatie
Rotatie = draaien

Endo = naar binnen

Exo = naar buiten

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pauze
15 minuten

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spiervormen
Spiervormen kun je onderverdelen in:
  • Spierhoofden
  • Spierbuiken
  • Pezen
  • Vorm

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spierhoofden
  • Eenhoofdige spieren: (één oorsprong- en aanhechtingsplaats)
-Kleermakersspier (loopt over bovenbeen naar binnenkant knie)

  • Meerhoofdige spieren: (twee of meer oorsprongsplaatsen en één aanhechtingsplaats)
-Tweehoofdige dijbeenspier, driehoofdige armspier

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spierbuiken
Eenbuikige spieren: (één spierbuik erg elastisch)
Kleermakersspier

Meerbuikige spieren: (twee of meer buiken gescheiden door peesstroken en erg elastisch)
Rechte buikspier

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eenpezige spieren
  • één aanhechtingsplaats
  • Deltaspier

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meerpezige spieren
  • Meerdere, van elkaar gescheiden, aanhechtingsplaatsen 
Halfvliesachtige spier (bovenbeenspier)

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waaiervormige spier
  • Grote waaiervormige oorsprongsplaats 
Grote borstspier

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kringspieren
  • Liggen kringvormig om een opening
  • Sluiten en openen 
Kringspier van de anus

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Platte spier
  • Platte spierbuik
  • Lange oorsprong en aanhechting
Achterhoofdspier

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitleg 
Spieren rug

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Monnikskapspier
Hoofd-halsdeel
Ruggedeelte
Schoudergedeelte

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brede rugspier
Ligt lager in de rug, in de breedte

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ruggenstrekkers
Naast wervelkolom
In de diepte

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 
Spieren

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik vond de les best goed gaan, en jij?
😒🙁😐🙂😃

Slide 47 - Poll

Deze slide heeft geen instructies