In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Oefentoets H3
Elektriciteit in huis
Oefenen voor de toets
Slide 1 - Tekstslide
Bereken het vermogen van de krultang. De stroomsterkte is 230 V en de stroomsterkte 6.6 A
Slide 2 - Open vraag
De batterij levert een spanning van 9 V. Doutzen gebruikt 2 lampjes van totaal 12 V.
Wat gebeurt er met de lampjes als er een gesloten circuit ontstaat?
A
De lampjes gaan kapot
B
De lampjes branden feller
C
De lampjes branden zwak
D
De lampjes gaan niet aan
Slide 3 - Quizvraag
Welke formule gebruiken we bij het berekenen van weerstand?
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Tekstslide
Hoeveel Ampère is 23 mA? Denk aan de stapjes
Slide 6 - Open vraag
Bereken de weerstand van de schakeling bij een spanning over het lampje van 6,0 V. Er gaat 48 mA door het stroom.
Slide 7 - Open vraag
Een tostiapparaat heeft een weerstand van 35,5 Ohm. De spanning is 230 volt. Hoe groot is de stroomsterkte door het apparaat? Denk aan driehoek berekening * Leg ik maandag nogmaals uit
Slide 8 - Open vraag
Hoeveel Ampère is 9 mA? Denk aan de stapjes
Slide 9 - Open vraag
Hoe groot is de weerstand als er stroomsterkte van 10 mA door apparaat van 30 V gaat?
Slide 10 - Open vraag
Waarmee kun je de stroomsterkte meten?
A
Ampère meter
B
Stroommeter
C
Schakelaar
D
Elektrische stroommeter
Slide 11 - Quizvraag
Hoe sluit je een stroommeter aan?
A
In serie
B
Parallel
Slide 12 - Quizvraag
In welke afbeelding is de stroommeter goed geschakeld?
A
B
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de formule van energiegebruik?
Slide 14 - Open vraag
Het energiegebruik berekenen we in...
A
Watt
B
Uren
C
kiloWattuur
D
Vermogen
Slide 15 - Quizvraag
Je hebt per ongeluk de lamp van 10 kW de hele nacht (8 uur) laten branden. Hoeveel energie gebruikt de lamp?
Slide 16 - Open vraag
Een batterij met een hogere capaciteit gaat langer mee.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quizvraag
Als een lamp 80 kwH gebruikt, hoeveel kost dit dan? Prijs van 1 kwH is €0,22
Slide 18 - Open vraag
Als batterijen in serie worden geschakeld, dan
A
Neemt de capaciteit toe
B
Neemt de spanning af
C
Blijft de capaciteit hetzelfde
D
Blijft de spanning hetzelfde
Slide 19 - Quizvraag
Wat geeft eigenlijk de capaciteit van een batterij aan?
Slide 20 - Open vraag
Bereken de stroomsterkte van de batterij die een capaciteit heeft van 2500 mAh en brand 4 uur. Denk aan de stapjes
Slide 21 - Open vraag
Welke lamp gebruikt het minste energie?
A
De spaarlamp
B
De ledlamp
C
De gloeilamp
Slide 22 - Quizvraag
Wat is rendement van een apparaat?
Slide 23 - Open vraag
Wat is de formule voor stroomsterkte berekenen?
Slide 24 - Open vraag
Bereken de stroomsterkte als een apparaat 550 W heeft en gebruik maakt van 230 V.
Slide 25 - Open vraag
Hoe noemen we het als we kunnen voorkomen dat er stroom door je lichaam gaat?