H4 - Klimaat en Landschap - 3.1 - Klimaatfactoren
1 / 29
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
De temperatuur van de atmosfeer neemt af naarmate de hoogte toeneemt.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quizvraag
Zonder het broeikaseffect zou het veel warmer op aarde zijn
A
Juist
B
Onjuist
Slide 10 - Quizvraag
Grote temperatuurverschillen op aarde worden veroorzaakt door verschillen in breedteligging
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Wolken spelen een rol in de energiebalans op aarde.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Aanlandig/aflandig?
A
Links: aflandig
Rechts: aflandig
B
Links: aanlandig
Rechts: aflandig
C
Links: aanlandig
Rechts: aanlandig
D
Links: aflandig
Rechts: aanlandig
Slide 19 - Quizvraag
Wat is de overheersende windrichting?
(winter, januari)
(winter, januari)
A
Noordoost
B
Noordwest
C
Zuidoost
D
Zuidwest
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Welke klimaatfactor is bepalend voor het verschil in klimaat tussen Nederland en Polen?
A
Breedteligging
B
Invloed van de wind
C
Invloed van de zee
D
Koude / warme zeestromen
Slide 25 - Quizvraag
Welke klimaatfactor zorgt ervoor dat het gemiddeld warmer is in Spanje dan in Nederland
A
Breedteligging
B
Hoogteligging
C
Afstand tot de zee
D
Gesteldheid van het aardoppervlak
Slide 26 - Quizvraag
Welke klimaatfactor is het meest bepalend voor de aanwezigheid van het Amazone-regenwoud?
A
breedteligging
B
aanlandige wind
C
ligging aan de loefzijde van gebergte (Andes)
D
warme zeestroom
