Differentiëren GO opleidingen

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieHBOBeroepsopleidingStudiejaar 1-4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Tekst
Differentiëren
Wilma Bok

Slide 2 - Tekstslide

Wat versta jij onder differentiëren?

Slide 3 - Open vraag

Wat betekent differentiëren voor jou?
A
Alle cursisten krijgen les op hun eigen niveau.
B
De cursisten verwerken op verschillende manieren de lesstof.
C
De docent signaleert de verschillen tussen cursisten en past zijn lessen hierop aan.
D
De docent geeft uitleg op verschillende instructieniveaus.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is differentiëren?

Slide 5 - Tekstslide


Differentiëren is het bewust, doelgericht aanbrengen van verschillen in instructie, verwerking en leertijd binnen een (heterogene) klas cursisten, op basis van onder andere hun prestaties, beheersingsniveau, leerstijl, interesse, motivatie en tempo.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Welke vormen van differentiëren ken je?

Slide 8 - Woordweb

Vormen van differentiëren
  • Tempo - volgorde
  • Niveau (herhaling-basis-verrijking)
  • Interesses en motivatie
  • Intern - extern
  • Vorm
  • Voorkennis
  • Leerstijlen
  • Inhoud (één-op-één, groepjes, klassikaal, verlengde instructie)
  • Verwerking (type opdrachten, verwerking)
  • Opstelling van de klas

Slide 9 - Tekstslide

Als docent moet je cursisten in niveaugroepen indelen.
A
Eens
B
Oneens

Slide 10 - Quizvraag

De instructie/verwerking moet op de leerstijl van de cursist worden afgestemd om optimaal te leren.
A
Eens
B
Oneens

Slide 11 - Quizvraag

Iedere cursist heeft recht op een gepersonaliseerd leerpad.
A
Eens
B
Oneens

Slide 12 - Quizvraag

Kern van differentiëren
Stap 1:
Bepalen van het doel.
Convergente, minimum doel voor iedereen of divergente, waarbij leerdoelen en inhoud niet gelijk zijn.

Stap 2:
Verzamelen van gegevens.
Analyseren van gegevens.
Zicht hebben op cognitieve kenmerken van je leerlingen (voorkennis, prestaties) en niet cognitieve kenmerken (interesses en motivatie).

Slide 13 - Tekstslide

Kern van differentiëren
Stap 3: Keuze maken voor differentiatievorm:
  • Inhoud: opdrachten met verschil in moeilijkheidsgraad.
  • Vorm: verschillende werkvormen en leermiddelen inzetten.
  • Proces: verlengde instructie, zelfstandig werken, tempo, volgorde van opdrachten.

Stap 4: Ontwerpen aanbod:
  • Bestaande materialen uit methode.
  • Internet, magazijn.
  • Zelf ontwikkelen.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide