hoofsheid: Een abstract begrip met vele kanten:
Minzaamheid, beminnelijkheid, respect voor de ander, zelfbeheersing, zachtaardigheid, schoonheid, properheid. Aspecten van deugdzaam en charmant gedrag, gericht op beheersing van agressie en versoepeling van intermenselijk verkeer. Een be-schaving ten opzichte van vroegmiddeleeuwse ruwheid, die het leven wezenlijk galanter en royaler maakt, en ook (…) wezenlijk vrolijker.
(Stemmen op schrift, Van Oostrom, p.
136)