1MH les 4/11: herhaling LessonUp

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Na deze week

- Kun je hoofdletters en leestekens goed gebruiken

- Kun je bepalen of je een -d of -t aan het eind van het woord zet

- Kun je bijvoeglijke naamwoorden spellen

- Ken je het verschil tussen enkelvoud en meervoud

- Kun je verkleinwoorden spellen

§1 hoofdletters

• Martine van der Zanden - M. van der Zanden - mevrouw Van der Zanden
  
•  Was mevrouw van der Berg uit Dalen gisteren jarig?
  
• Dat is een geweldig idee!
  

§2 laatste letter -d of -t

Maak het woord langer

Pond - ponden

Pont - ponten

Graad - graden

Graat - graten

Kaart - kaarten

§3 bijvoeglijk naamwoord

• Staat voor een zelfstandig naamwoord
  

Een lekker dessert - het lekkere dessert

• Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
  

De ijzeren lamp - de plastic fles

§4 Meervouden

broek - broeken

brief - brieven

gans - ganzen

jas - jassen / pit - pitten

muur - muren / heer - heren

Verkleinwoorden

bloem - bloempje

kind - kindje

tien - tientje

wandeling - wandelingetje

Laatste letter -d of -t

1. asfalt
2. asfald

Wat zijn geen stoffelijke bijvoeglijk naamwoorden

1. Kartonnen
2. Rode
3. Stalen
4. Plastic

meervoud

1. kroketten
2. kroketen

Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden?

1. zonnige
2. dag
3. zonnige , leren
4. leren

6. meervouden

Wat is het meervoud van rotzooi?

1. rotzoois
2. rotzooien
3. rotzooiën
4. rotzooi

Wat is het verkleinwoord van
beweging?

1. bewegingkje
2. bewegingje
3. bewegingetje
4. beweginkje

Laatste letter een -t of -d?
werel__ - flui__ - eikenhou__

1. wereld - fluit - eikenhoud
2. wereld - fluit - eikenhout
3. werelt - fluit - eikenhout
4. wereld - fluid - eikenhout

Wat is het meervoud?

1. machine
2. machientjes
3. machines

Wat is een stoffelijk, bijvoeglijk naamwoord?

1. Dat zegt iets over het bijvoeglijk naamwoord.
2. Dat zegt iets over het zelfstandig naamwoord.
3. Dat zegt iets over het materiaal van het bijvoeglijk naamwoord.
4. Dat zegt iets over het materiaal van het zelfstandig naamwoord.

Een verkleinwoord is altijd een ..... ?

1. bijvoeglijk naamwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. werkwoord
4. lidwoord

Verkleinwoorden

1. woningkje
2. woninkje

Weektaak nakijken

Volgende week: oefentoets